4+ -- ‘Rotbeestjes’, we weten allemaal over welke
beestjes het gaat: de vliegen, wespen, kevers, spinnen, muggen… die het je
lastig maken als je ’s zomers lekker buiten zit. Zo dreigt een zwerm vliegen
ook de sfeer te verzieken als Piet de das in het bos een feestje plant. Ze wegjagen
is onbegonnen werk en dus gaan hij en zijn vrienden aan de slag met jampotjes
om die rotbeestjes allemaal te vangen. Niet alleen de vliegen die de oorzaak
zijn van deze operatie, geen enkel kruipend of vliegend beestje wordt ontzien.
Resultaat: wel honderd jampotjes gevuld met slakjes, rupsjes,
lieveheersbeestjes, mieren… En nu het bos schoongeveegd is, kunnen ze aan de
slag voor het feestje. De vrienden gaan op zoek naar lekker fruit voor de
picknick, maar helaas, nergens nog een appel of een bes te vinden. En wat ligt
het bos er vies bij! Een klein stemmetje uit een van de jampotjes legt uit:
‘De grootste
schoonmaakploeg, dat zijn wij.
Wij “rotbeestjes” houden het bos
juist goed bij.’
Lesje geleerd, de rotbeestjes mogen weer vrij en wanneer het bosleven zich
hersteld heeft:
‘Eindelijk was het tijd voor een feestje.
Niet alleen voor
elk dier…
…
maar ook voor ieder beestje.’
Een fijn humoristisch prentenboek met een eenvoudige tekst
op rijm. Speelse, dynamische prenten en tekst vertellen samen het verhaal en
dat maakt mee de rijkdom van het boek uit. Zonder veel woordelijke uitleg wordt
de boodschap invoelbaar gemaakt. Zo zijn de ‘rotbeestjes’ in chaotische prenten
in het begin op een irritante manier aanwezig – grote zwarte wolken beestjes
maken iedereen gek --, terwijl ze op de slotprent een harmonisch geheel vormen met
de andere dieren en de omgeving. De wetenschap dat ze nodig en nuttig zijn, dat
elk dier zijn plaats heeft in de natuur zorgt daarvoor. Dus krioelen er rupsjes
over de slagroomtaart en likt samen met eekhoorn ook een juffertje aan een
frambozenijsje.
Emily Gravett weet hoe ze fantasie en werkelijkheid mooi kan laten
samengaan in een verhaal, dat bewees ze eerder al in Het vreemde
ei en Wolven. Haar prentenboeken zijn aantrekkelijk voor
kleuters vanwege de eenvoudige tekst en de heldere, dynamische prenten waar
bijzonder veel in te ontdekken valt -- ook voor de volwassen voorlezer
trouwens. Mooi is de opbouw van de prent van Piet de das die boos naar die ene bromvlieg
blikt die rond zijn neus zoemt, over een spread waarop je het aantal beestjes
ziet toenemen tot de hectische pagina’s waarop niemand nog weet hoe hij het
heeft. Je ziet niet alleen hoe de zaak escaleert, je voelt ook hoe het gebeurt,
je beleeft het mee. En uit de verzameling keurig met een decoratief stofkapje
afgedekte jampotjes ontdek je een verrassende variëteit aan beestjes: behalve
de algemeen bekende soorten vind je er ook het bloeddrupje, de dikdijbastvlieg,
de stadsreus… -- ze bestaan echt! -- in terug. De dieren zijn in hun opruimwerk
bijzonder grondig tewerk gegaan…
Het verhaal wordt voorafgegaan en afgesloten met een paar
eenvoudige receptjes met fruit. Je leert er hoe je aardbeimuizen maakt, en
rabarber- en appelcrumble, en weet dat de muizen graag zullen helpen bij het
versnijden van de broodkorstjes voor de zomerpudding.
Rotbeestjes is een mooi
staaltje van visuele vertelkunst. Gravett heeft het boek opgedragen ‘aan elk
beestje dat ik ooit heb vermorzeld.’
Emily Gravett: Rotbeestjes,
Lemniscaat, Rotterdam 2025, 36 p. : ill. ISBN 9789047716976
deze pagina printen of opslaan