9+ - Omdat 150 jaar geleden
Lewis Carrolls Alice’s Adventures in
Wonderland in Groot-Brittannië verscheen, zocht uitgeverij Gottmer een
nieuwe illustrator voor de Nederlandse vertaling van Sofia Engelsman uit 1999.
De keuze viel op Floor Rieder, die al eerder van zich liet spreken met de
illustraties voor Het raadsel van alles
wat leeft en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel van Jan Paul Schutten. De jonge illustrator kreeg er een
Gouden Penseel voor. Dat Floor Rieder een uitgelezen kandidaat was om deze
klassieker te illustreren, heeft ze ook bewezen. Deze keerdruk Alice in Wonderland / Alice in Spiegelland
won de verkiezing van Het Mooiste Boekomslag 2014, georganiseerd door de
Libris-boekhandels. Met Rieders prenten neemt deze uitgave in de uitgebreide
galerij van geïllustreerde Alice-uitgaven bovendien een opgemerkte plaats in.
Nicolaas
Matsier brak in zijn essaybundel Alice in
Verbazië (Bezige Bij 2009) een lans voor Alice als kinderboek,
zij het een van de weinige waarbij de ‘volwassen lezer, meelezer, of voorlezer
zich niet alleen geen seconde hoeft te vervelen, maar zonder meer in staat is
het boek namens zichzelf te lezen, zonder speciale bemiddeling van een noodzakelijk
voorhanden kinderziel […] Alice is in de allereerste plaats het boek
waarin gethematiseerd wordt hoezeer kinderen kunnen filosoferen, en welke
aangelegenheden hen er zoal toe brengen dit te doen.’ Deze nieuwe uitgave beantwoordt
met Engelsmans vertaling en Rieders illustratiewerk uitstekend aan Matsiers
omschrijving.
Oorspronkelijk
werd de vertaling van Sofia Engelsman geïllustreerd door Helen Oxenbury. Het
boek is samen met Alice in Spiegelland (2006)
uitgegeven in een box en heeft een klassieke status verworven in de kinderliteratuur. Engelsmans vertaling is knap
inventief werk en ze richt zich expliciet tot een jong publiek zonder daarvoor drastische
aanpassingen in de inhoud of het tekstverloop te maken. Ze volgt de
oorspronkelijke tekst zelfs nauwgezet, hecht veel waarde aan Carrolls taalspel
en vindt toegankelijke alternatieven voor al te lastige woorden en
zinswendingen. Het zijn in de eerste plaats Helen Oxenbury’s prenten (ze kreeg de Kate Greenaway Medal
1999 voor de illustraties in het eerste boek) die dit Alice-verhaal rechtstreeks
op de kinderboekenplank lieten belanden. Oxenbury heeft van Alice helemaal een kind van deze tijd gemaakt
– een gangbaar kinderboekenkind zeg
maar, een fris en vrolijk meisje met blonde haren en een open blik, met de
uitdrukkelijke bedoeling om jonge kinderen aan te spreken.
Floor Rieder doet het anders.
Haar Alice is met dat ronde brilletje en ernstige blik geen klassiek
kinderboeken-meisje. Eigentijds is ze, met haar rugzakje en sneakers, en haar
jurkje met krioelende beestjes en een hoedje met een veer, typeren haar als een
karaktertje dat een beetje uit de pas gaat. Rieders illustratiestijl – haar
prenten met zware lijnen en een beperkt kleurgebruik doen aan houtsnedes denken
– kenmerkt zich door een combinatie van esthetiek en vrolijke absurditeit. Aan
het begin van elk hoofdstuk staan paginagroot echte ‘waar-is-Alice?’-platen. In
een wirwar van blaadjes zit Alice telkens ergens in een boomkruin verscholen. Het
boek is rijkelijk van prenten voorzien, vrijstaande tekeningen zowel als
tableautjes die een scène in beeld brengen en die een sterk iconisch karakter
hebben. De tableautjes zijn relatief klein en er valt heel wat op te zien voor
wie goed kijkt. De keurcombinatie zwart, wit, groen en oranje is bijzonder
sterk en ze zijn vooral bedoeld om te stileren. Rieder schept verschillende
sferen door de ene keer met art-nouveauachtige elementen, een andere keer met
strakke lijnen en patronen te werken. Prachtig om te zien is hoe ze zo het
contrast tussen de ernstige toon van de vertelling en de absurditeit van het
vertelde in één prent samenbalt. De scène aan het begin van Alice in Wonderland, waar Alice een zee van tranen huilt bijvoorbeeld: Alice in
tranen heeft de handen voor het gezicht geslagen en haar frèle, gebogen
figuurtje is een bijna symbolische pose van diepe smart. Die dramatiek wordt
echter meteen gecounterd door de waaier van dikke tranen die ze huilt, de
eigentijdse meisjesfiguur, de school vissen die haar tranenzee komt bevolken…
De tableautjes zitten vol met grappige details, die zich niet altijd meteen
laten vinden. Het is de gedurfde combinatie van esthetiek en humor die in Rieders
prenten zo aantrekkelijk is en die haar Alice-interpretatie ook bijzonder
maakt. Meer dan om het vertellen van het verhaal in beelden, gaat het hier om
de idee erachter, om het spel met beelden, patronen en sferen zoals Caroll
speelde met taal.
Je moet van heel goeden huize
zijn om als illustrator zo duidelijk je signatuur te plaatsen in een boek met een
rijke illustratiegeschiedenis als Alice
in Wonderland, waar illustere kunstenaars als John Tenniel, Arthur Rackham,
Dickens-illustrator George Cruikshank,
Anthony Brown, Lisbeth Zwerger … en recent nog Rebecca Dautremer je voorgingen.
Floor Rieder doet dat met veel verve. Dit is een zeer mooie aanwinst in de
Alice-collectie.
Haarlem : Gottmer, 2014, 178, 202 p. : ill. Vertaling van : Alice's
adventures in Wonderland ; Through the looking glass door Sofia
Engelsman. ISBN 9789025759179
deze pagina printen of opslaan