Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 5, NOVEMBER 2015

Lewis Caroll, Floor Rieder (ill.): Alice in Wonderland / Alice in Spiegelland

door Jen de Groeve

9+ - Omdat 150 jaar geleden Lewis Carrolls Alice’s Adventures in Wonderland in Groot-Brittannië verscheen, zocht uitgeverij Gottmer een nieuwe illustrator voor de Nederlandse vertaling van Sofia Engelsman uit 1999. De keuze viel op Floor Rieder, die al eerder van zich liet spreken met de illustraties voor Het raadsel van alles wat leeft en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel van Jan Paul Schutten. De jonge illustrator kreeg er een Gouden Penseel voor. Dat Floor Rieder een uitgelezen kandidaat was om deze klassieker te illustreren, heeft ze ook bewezen. Deze keerdruk Alice in Wonderland / Alice in Spiegelland won de verkiezing van Het Mooiste Boekomslag 2014, georganiseerd door de Libris-boekhandels. Met Rieders prenten neemt deze uitgave in de uitgebreide galerij van geïllustreerde Alice-uitgaven bovendien een opgemerkte plaats in.
 
Nicolaas Matsier brak in zijn essaybundel Alice in Verbazië (Bezige Bij 2009) een lans voor Alice als kinderboek, zij het een van de weinige waarbij de ‘volwassen lezer, meelezer, of voorlezer zich niet alleen geen seconde hoeft te vervelen, maar zonder meer in staat is het boek namens zichzelf te lezen, zonder speciale bemiddeling van een noodzakelijk voorhanden kinderziel […] Alice is in de allereerste plaats het boek waarin gethematiseerd wordt hoezeer kinderen kunnen filosoferen, en welke aangelegenheden hen er zoal toe brengen dit te doen.’ Deze nieuwe uitgave beantwoordt met Engelsmans vertaling en Rieders illustratiewerk uitstekend aan Matsiers omschrijving.
 
Oorspronkelijk werd de vertaling van Sofia Engelsman geïllustreerd door Helen Oxenbury. Het boek is samen met Alice in Spiegelland (2006) uitgegeven in een box en heeft een klassieke status verworven in de kinderliteratuur. Engelsmans vertaling is knap inventief werk en ze richt zich expliciet tot een jong publiek zonder daarvoor drastische aanpassingen in de inhoud of het tekstverloop te maken. Ze volgt de oorspronkelijke tekst zelfs nauwgezet, hecht veel waarde aan Carrolls taalspel en vindt toegankelijke alternatieven voor al te lastige woorden en zinswendingen. Het zijn in de eerste plaats Helen Oxenbury’s prenten (ze kreeg de Kate Greenaway Medal 1999 voor de illustraties in het eerste boek) die dit Alice-verhaal rechtstreeks op de kinderboekenplank lieten belanden. Oxenbury heeft van Alice helemaal een kind van deze tijd gemaakt – een gangbaar kinderboekenkind zeg maar, een fris en vrolijk meisje met blonde haren en een open blik, met de uitdrukkelijke bedoeling om jonge kinderen aan te spreken.
 
Floor Rieder doet het anders. Haar Alice is met dat ronde brilletje en ernstige blik geen klassiek kinderboeken-meisje. Eigentijds is ze, met haar rugzakje en sneakers, en haar jurkje met krioelende beestjes en een hoedje met een veer, typeren haar als een karaktertje dat een beetje uit de pas gaat. Rieders illustratiestijl – haar prenten met zware lijnen en een beperkt kleurgebruik doen aan houtsnedes denken – kenmerkt zich door een combinatie van esthetiek en vrolijke absurditeit. Aan het begin van elk hoofdstuk staan paginagroot echte ‘waar-is-Alice?’-platen. In een wirwar van blaadjes zit Alice telkens ergens in een boomkruin verscholen. Het boek is rijkelijk van prenten voorzien, vrijstaande tekeningen zowel als tableautjes die een scène in beeld brengen en die een sterk iconisch karakter hebben. De tableautjes zijn relatief klein en er valt heel wat op te zien voor wie goed kijkt. De keurcombinatie zwart, wit, groen en oranje is bijzonder sterk en ze zijn vooral bedoeld om te stileren. Rieder schept verschillende sferen door de ene keer met art-nouveauachtige elementen, een andere keer met strakke lijnen en patronen te werken. Prachtig om te zien is hoe ze zo het contrast tussen de ernstige toon van de vertelling en de absurditeit van het vertelde in één prent samenbalt. De scène aan het begin van Alice in Wonderland, waar Alice een zee van tranen huilt bijvoorbeeld: Alice in tranen heeft de handen voor het gezicht geslagen en haar frèle, gebogen figuurtje is een bijna symbolische pose van diepe smart. Die dramatiek wordt echter meteen gecounterd door de waaier van dikke tranen die ze huilt, de eigentijdse meisjesfiguur, de school vissen die haar tranenzee komt bevolken… De tableautjes zitten vol met grappige details, die zich niet altijd meteen laten vinden. Het is de gedurfde combinatie van esthetiek en humor die in Rieders prenten zo aantrekkelijk is en die haar Alice-interpretatie ook bijzonder maakt. Meer dan om het vertellen van het verhaal in beelden, gaat het hier om de idee erachter, om het spel met beelden, patronen en sferen zoals Caroll speelde met taal.
 
Je moet van heel goeden huize zijn om als illustrator zo duidelijk je signatuur te plaatsen in een boek met een rijke illustratiegeschiedenis als Alice in Wonderland, waar illustere kunstenaars als John Tenniel, Arthur Rackham, Dickens-illustrator George Cruikshank, Anthony Brown, Lisbeth Zwerger … en recent nog Rebecca Dautremer je voorgingen. Floor Rieder doet dat met veel verve. Dit is een zeer mooie aanwinst in de Alice-collectie.

Haarlem : Gottmer, 2014, 178, 202 p. : ill. Vertaling van : Alice's adventures in Wonderland ; Through the looking glass door Sofia Engelsman. ISBN 9789025759179 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri