7+
- De reeks van Vos en Haas breidt steeds verder uit en groeit mee met het niveau van de lezer. ‘Dit boek is voor kinderen die al vlot kunnen lezen’, zegt de achterflap van Vos en Haas en de bosbaas. In het bos van Vos en Haas stijgt het water: de beek is een meer geworden. Zoals gewoonlijk tilt de zorgelijke Haas zwaar aan de situatie, de naïeve Vos neemt het allemaal wat lichter op, tot alle dieren voor het blok lijken gezet: het is vluchten of verzuipen. De slimme Rob komt echter met een oplossing: de dieren moeten een dijk bouwen om het water tegen te houden. Maar de personages van Sylvia Vanden Heede zijn echte karaktertjes en laten zich niet zomaar aan het werk zetten…
Uitgangspunt van dit nieuwe Vos en Haas-verhaal is een actuele problematiek: overstromingen. Gaandeweg verschuift de klemtoon van het verhaal echter van het eigenlijke probleem van het opkomende water naar de heikele kwestie wie er in het bos de lakens uitdeelt. Aanvankelijk gooien de dieren hun gewoonten overboord voor het gemeenschappelijke belang (Uil is een nachtdier, maar helpt toch overdag graven; Ping Ping en Ping Wing zijn een chique heer en dame, maar nemen uiteindelijk toch ook de schop op), maar dat blijft niet duren. De aard van het beestje steekt toch weer de kop op en hoewel er zeker wat te zeggen valt voor Robs plannen, doen de dieren vaak hun eigen zin. Zo vindt het zwijn Ever het al lang voldoende als hij zichzelf zou kunnen redden en lapt hij liever alleen zijn boot op dan met de rest te helpen. De machtsverhoudingen worden op de spits gedreven als Jak en Ping Ping allebei vinden dat zij het beter voor het zeggen zouden hebben. Al waaiert het verhaal veel kanten op, voor wie de vorige delen heeft gelezen, vloeien de gebeurtenissen, frustraties en conflicten wel logisch voort uit de karakters van de personages. Zo komt het tot een confrontatie tussen Ping Wing en haar man, de boef Jak, die ze lang voor een goedaardige piraat heeft aangezien. Als Vos en Haas samen met Uil terugkeren van hun avontuur op het meer (waarbij ook een machtsstrijd aan boord werd uitgevochten en waar ze kennismaakten met een nieuw personage dat op zijn eentje verantwoordelijk is voor het stijgende water), raken de gemoederen min of meer gesust. Behalve voor Jak, die wraak zweert voor hij van het toneel verdwijnt en zo meteen een insteek biedt voor een vervolg.
In de microkosmos van het bos van Vos en Haas is het nog steeds goed toeven. De dierenpersonages worden met zorg gekarakteriseerd en zijn beminnelijk en herkenbaar, zeker wanneer ze zich van hun kleinste kantjes laten zien. Vanden Heedes zinnen zijn kort maar vinnig, met eenvoudige maar krachtige woorden en een typografie die de intonatie en het begrip van de tekst ondersteunt. Taalspel is ook weer niet ver weg: zo vraagt de lezer zich met Vos af of je aan boord stuurloos of roerloos bent, en lach je wanneer hij de suggestie van Haas om de zeilen te strijken verkeerd begrijpt. De illustraties van Thé Tjong-Khing zijn onmisbaar, en dragen samen met de tekst een sfeer uit die alle concurrentie tenietdoet: zo is het beeld van Vos, Haas en Uil, de drie vrienden die gehuld in handdoek of badjas op de bank van de bever (voorgesteld als een badmeester op een hoge stoel) hun lot afwachten, onvergetelijk.
Sylvia Vanden Heede, Thé Tjong-Khing (ill.), Vos en haas en de bosbaas, Lannoo Tielt, 2013, 150 p., ill. € 14,99. ISBN 9789401412209
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2013
deze pagina printen of opslaan