Vanaf negen jaar

Mireille Geus: De andere weg

door Sanne Parlevliet

10+ - In de haar kenmerkende heldere vertelstijl neemt Mireille Geus de lezer in De andere weg mee terug naar het jaar 1573. We schrijven het begin van de Tachtigjarige Oorlog, al zwijgt Geus hierover. De Nederlandse gewesten zijn in opstand gekomen tegen het bewind van de Spaanse koning Filips II. Aan de opstand lagen zowel bestuursrechtelijke en economische als religieuze redenen ten grondslag. Maar in historische kinderboeken is de strijd vooral als een geloofsstrijd overgeleverd. Vooral in de negentiende en twintigste eeuw werd het begin van de Tachtigjarige Oorlog gekozen als de setting voor een spannend verhaal dat vaderlandsliefde moest opwekken of tot versterking van het protestantse geloof moest leiden. De boeken werden toen veelal geschreven door protestants-christelijke kinderboekenschrijvers, zoals P.J. Andriessen, Eduard Gerdes en Hendrik Jan van Lummel. Ook Geus koos deze periode om iets over de strijd tussen godsdiensten te vertellen. In haar nawoord schrijft ze dat haar verhaal staat voor alle mensen die moesten en moeten strijden voor hun geloof: ‘[…] ik wilde […] dat dit verzonnen verhaal zou kunnen gaan over ál die mensen die vroeger stierven voor hun geloof. […] Ook vandaag de dag sterven er nog mensen om wat ze geloven.’
Hiervoor heeft Geus een ware gebeurtenis vermengd met fictie. In oktober 1573 werd de Antwerpse Maeyken Wens vanwege haar geloof gedood op de brandstapel. Maeyken Wens was doopsgezind. Doopsgezinden werden zowel door katholieken als door andere protestantse richtingen niet geaccepteerd. Maeyken Wens werd opgepakt, gemarteld en kreeg een tongschroef in, zodat ze haar geloofovertuiging niet meer hardop zou kunnen belijden of ervan getuigen door te zingen, zoals veel andere martelaars deden.
Wie Maeyken Wens was, weten we door de ontroerende brief die zij schreef aan haar oudste, vijftienjarige zoon. Een afscheidsbrief, waarin zij hem vraagt om goed te zijn voor zijn vader en zijn broertjes en zusjes. Maeyken Wens had acht kinderen. Zij riep hen op godvrezend te leven en voor elkaar te zorgen. Uit de korte brief spreekt een groot vertrouwen in God en een intense liefde voor haar man en kinderen. Hij beneemt je de adem: hoe is het mogelijk dat iemand zo zeker kon zijn van Gods genade, zo zeker van haar geloof dat zij haar kinderen kon schrijven: ‘Ik wist van vreugde niet wat ik moest doen toen ik veroordeeld was. […] Ik kan God niet genoeg danken voor de grote genade die God aan mij bewezen heeft’? We komen er niet achter. Niet door het lezen van de brief van de werkelijk bestaande Maeyken Wens en niet door De andere weg, dat op haar verhaal gebaseerd is.

Een spannend verhaal

Geus koos het verhaal van Maeyken Wens als inspiratiebron vanwege de vraag van de doopsgezinde gemeenschap om iets over het martelaarsverleden van hun kerk te vertellen. Ook in De andere weg is moeder Maeyken een overtuigd aanhanger van het doopsgezinde geloof. Maar veel van de andere gebeurtenissen en personen in het verhaal zijn verzonnen. Moeder Maeyken uit het boek lijkt op Maeyken Wens, maar zij is het niet. ‘Niet alles wat echt is gebeurd, levert een spannend boek op en ik wilde vooral een goed verhaal schrijven en niet de geschiedenis zo goed mogelijk navertellen,’ schrijft Geus.
Spannend is het verhaal zeker. Nelleken, de twaalfjarige oudste dochter van de Maeyken in het boek, is lang niet zo overtuigd van de juistheid van het geloof van haar moeder. Nelleken is vooral bang. Voor de buren, die netjes katholiek zijn en niet kunnen begrijpen dat mensen iets anders zouden kunnen denken dan wat de pastoor in de kerk hen op zondag vertelt. Voor verraad, als mensen Maeyken en haar gezin zouden betrappen op het bezoeken van de geheime samenkomsten van de doopsgezinden. Voor de loslippigheid van haar broertjes op school. En voor de nieuwe schout, die fanatiek op doopsgezinden jaagt. Nelleken snapt niet waarom gelovigen elkaar niet gewoon met rust laten. Maar ze snapt ook niet dat haar moeder niet wat meer aan haar en haar drie kleine broertjes denkt. ‘Wat gebeurt er met ons als jij… als jij tijdens zo’n dienst…’, zegt ze.
Geus schetst mooi hoe arme mensen in 1573 geleefd kunnen hebben. De lezer krijgt een beeld van het huisje waarin Nelleken en haar gezin wonen, met bedsteden waarin gezamenlijk werd geslapen, kapotte rieten stoelen en zand op de vloer. Hoe Nelleken en haar broertjes naar school gaan in een klas waar alle leeftijden samen zitten en de meester met turf en eten betaald wordt. En hoe Nellekens gezin na de dood van haar vader afhankelijk is van de goedgeefsheid van derden. Ook geeft Geus een overtuigende karakterisering van Nelleken, die als oudste dochter veel verantwoordelijkheden van haar moeder overneemt, maar ook wat dromerig is. Haar speelse jongere broertjes zijn twee grappige spring-in-‘t-velds die de gebeurtenissen op een overtuigend kinderlijke manier beleven.
Nelleken probeert haar moeder ertoe te bewegen ondanks haar nieuwe geloof de kerk te blijven bezoeken, zodat de buitenwereld niet argwanend wordt. Om de pastoor niet te hoeven horen, stopt moeder Maeyken haar oren dicht met samengepropte lappen stof. Maar ‘Die stomme plukken stof hielpen natuurlijk niet. Ik heb alles gehoord. En ik ga er nooit meer heen!’ roept ze als ze weer thuis zijn. Niet lang daarna wordt moeder Maeyken opgepakt. Nelleken is geschokt, maar al snel komt er een ‘vreemd soort rust’ over haar. ‘Alsof ze al heel lang vecht tegen iets en nu zeker weet dat ze verloren heeft. Ze hoeft niet meer te strijden.’
Vanaf dat moment neemt het plot het over van de psychologie. Wat volgt, is een speurtocht naar wie hen verraden heeft. Zijn het de buren, die door de dunne muur tussen hun huizen alles kunnen horen? Is het de meester aan wie moeder in vertrouwen over haar nieuwe geloof heeft verteld? Maar de buren helpen Nelleken en haar broertjes met eten en geld. De buurvrouw neemt zelfs overdag de baby in huis zodat Nelleken naar school kan blijven gaan. En de meester doet zijn best om de kinderen in zijn klas te leren respect voor elkaar te hebben. Hij stelt dat iedereen mag geloven wat hij of zij wil.

Een feministische heldin

Wanneer Nelleken via een doopsgezinde ‘zuster’ een brief van haar moeder krijgt, komt er een tweede spannend element bij: Nelleken neemt zich voor haar moeder te bevrijden. Ze smeedt een plan om de drankzuchtige bewaker die haar moeder moet overplaatsen, dronken te voeren zodat haar moeder kan ontsnappen. Even krijgt Nelleken de trekken van de vrouwelijke heldinnen uit de feministisch getinte historische jeugdromans van Thea Beckman. Ze is niet langer alleen slim en verantwoordelijk, maar ook dapper en vol doorzettingsvermogen. De hoofdstukken waarin ze de bewaker een kruik voorzet, zijn spannend en met vaart geschreven. Extra groot is de schok dan ook wanneer deze niet eindigen zoals in een standaard avonturenverhaal: ondanks de geslaagde poging om de man dronken te voeren, ontsnapt moeder Maeyken niet. Niet omdat ze dat niet kan, maar omdat ze dat niet wil: ‘Ik wil juist dood,’ zegt ze.
Maeyken wil sterven voor haar geloof. Dit te vertellen in een jeugdroman voor tienplussers getuigt van moed. Daarom is het des te spijtiger dat de keuze van Maeyken zo ongrijpbaar blijft. Haar motivatie om voor het geloof te kiezen blijft steken in het noemen van de eerste beleving van een samenkomst samen met haar man en in rationele argumenten over het verschil met andere godsdiensten. Het adembenemende besluit van moeder Maeyken om haar gezin met jonge kinderen achter te laten en te sterven als martelares had psychologisch beter gemotiveerd kunnen worden. Speelt het sterven van haar man vlak na haar eerste kennismaking met de doopsgezinde gemeenschap misschien een rol? Waarom put Maeyken zoveel kracht uit juist dit geloof?
Daarbij komt dat de reactie van Nelleken op deze aangrijpende wending van het verhaal al snel overstemd wordt door de afwikkeling van de andere plotlijn: de kwestie wie hen verraden heeft. Na de terechtstelling bekennen de buurman en -vrouw dat zij moeder Maeyken verraden hebben. Uit schuldgevoel hebben zij Nelleken en haar broertjes daarna zoveel mogelijk geholpen. Deze ontdekking, waar toch een groot deel van het verhaal om draaide, wordt wel erg snel afgeraffeld. Waarom zouden de buren ineens bekennen?
De andere weg is een spannend, vlot geschreven verhaal met een geloofwaardig hoofdpersonage en twee grappige broertjes die lucht in het drama brengen. Mireille Geus heeft het verleden en de geloofsstrijd op toegankelijke wijze gepresenteerd. Maar zo goed als de gevoelens en gedachten van de kinderen verbeeld zijn, zo ongrijpbaar blijven de motieven van de volwassenen.

Mireille Geus, De andere weg, Gottmer Haarlem, 2013, 175 p., € 13,95. ISBN 9789025751388. Distributie: L&M Books

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri