4+ - Kee de koe is
anders dan haar drie zussen. Voor hen is het hoogste goed vers, sappig gras,
maar Kee wil meer uit het leven halen en nieuwe dingen ontdekken. Het is haar
ultieme droom om ooit naar de maan te vliegen. Op een dag klimt Kee zomaar in
een boom. In de top ontmoet ze een vriendelijke, vegetarische draak. Het blijkt
een dromer te zijn, met wie ze precies op dezelfde golflengte zit. Kee is
laaiend enthousiast en vertelt haar zussen over haar nieuwe vriend, maar die
wuiven haar verhaal met veel misprijzen weg. De volgende ochtend vinden ze een
briefje van Kee: ze is vliegen met de draak. Voor de zussen is de maat vol en
ze gaan Kee zoeken met de bedoeling kordaat een einde te maken aan haar dwaze
dromerijen. Zo wandelen ze voor het eerst in hun leven door het bos en ze
worden meteen omvergeblazen door de schoonheid ervan. Wanneer ze een varkentje
tegenkomen, onderweg naar de vliegles, klimmen ze hem zonder aarzelen achterna
tot in de top van de boom. Daar ontdekken ze Kee, die samen met een heleboel
andere dieren inderdaad vliegles krijgt van de draak. In een oogwenk zijn de
zussen overtuigd om mee te doen. Vanaf nu durven ook zij dromen van die
spannende reis naar de maan.
Dit verhaal wordt in
de eerste plaats verteld met beelden. En wat voor beelden! Geen wonder dat
Gemma Merino al tijdens haar opleiding tot illustratrice in de prijzen viel. Ze
tekent de gezusters Koe in cartoonstijl, mét de typerende zwart-witte vlekken,
maar tegelijkertijd hebben ze een verbluffend menselijke mimiek. Op het eerste
blad weerspiegelen de grote, vriendelijke ogen van Kee haar honger naar
avontuur en die open blik staat hier in schril contrast met de dichtgeknepen
ogen van haar zussen. De hoofdkleur in de woonkamer is groen, waardoor nog eens
fijntjes de hoofdzaak in huis benadrukt wordt. Het pronkstuk van die woonkamer
is de imposante voorraadkast. In een knappe, paginagrote illustratie zie je
allerlei flessen, potjes en bokalen uit grootmoeders tijd, gevuld met de meest
uiteenlopende bereidingen, gaande van narcissenwater tot tulpenjam. En Kee koos
deze kast om haar kattebelletje achter te laten. Het verschil in karakter
tussen de zussen kon niet mooier in een beeld gevat worden. Maar de
indrukwekkendste prent is toch de grote illustratie over twee bladzijden waar
Kees zussen voor het eerst in het bos wandelen. Je zou zweren dat een kleuter
met plakkaatverf aan de slag ging en ijverig kruinen in de prachtigste kleuren
schilderde. Het is een herfstbos op zijn allermooist, gezien door de ogen van
een onbevangen kind, maar tegelijkertijd doet het ook aan een glasraam denken.
Je kan ernaar blijven kijken.
De sobere tekst
ondersteunt de illustraties precies waar nodig. Soms wordt de tekst volledig in
de illustratie geïntegreerd, zoals bij de etiketten op de kruidenbereidingen en
het briefje dat Kee schreef. Ook de handwijzer naar de vliegles, de reden
waarom het varkentje in de boom klimt, is enkel in de illustratie terug te
vinden. De steeds terugkerende uitroep van de verontwaardigde zussen ‘Onmogelijk!
Belachelijk! Onzin!’ brengt een prettige, humoristische voorspelbaarheid in de
tekst, tot die uitroep plots omslaat, in ‘Natuurlijk, waarom niet?’ Deze
ommezwaai vormt meteen de kern van het verhaal: Gemma Merino geeft een
ontroerende aanmoediging aan de dromers om vooral te blijven dromen en zo het
pad te effenen voor hen die (nog) niet kunnen of durven ervaren hoe bevrijdend
dat kan zijn.
Rotterdam : Lemniscaat 2015, [32] p. : ill. Vert. van: The cow who climbed a tree
door Jesse Goossens. ISBN 9789047707165
deze pagina printen of opslaan