5+ - Zo’n lange titel roept meteen associaties op en ook
vragen. Want wat doen een kat, een hond, eieren en een kleerkast in het
sprookje over Roodkapje? De hond en kat staan in ieder geval op de kaft
afgebeeld, en de hond verwoordt al wat de lezer denkt: ‘klinkt behoorlijk
ingewikkeld’. Nu is het sprookje dat de kat aan de hond wil gaan vertellen al
ingewikkeld, in de zin van niet altijd logisch, maar de manier waarop ze het
verhaal kan vertellen, maakt het allemaal nog complexer. De hond laat de kat
namelijk nooit uitpraten en heeft zo ongeveer na elke zin een vraag of
opmerking die de kat en de lezer van het vertelde verhaal afleidt. De kat is
nog maar net begonnen als de hond al opmerkt dat hij dol is op verhalen over
superhelden, en de kat moet uitleggen dat het ‘niet zo’n verhaal’ is. En ze
moet ook nog de hond vragen om op te houden met zweven… Alles wat de hond
opmerkt, zien we namelijk ook in beeld, en dus zien we hier de hond met een
rood jasje met capuchon in zweefhouding… En zo gaat het door. Wanneer de kat
over het verschijnen van de wolf begint, zien we de hond met een ‘wolfzapper’
in de weer waarmee Roodkapje de wolf zou kunnen wegzappen. Ondertussen zien we
hoe de kat langzaam het geduld verliest.
De kat en de hond zijn stripachtig, met zwarte lijnen
getekend, steeds op een witte pagina, met de tekst, die alleen bestaat uit de gesproken
woorden van de kat en de hond, in een soort schrijfletter. Sommige woorden of
tekstgedeelten zijn in dikkere en grotere letters afgedrukt wanneer ze
benadrukt of uitgeroepen worden. Voorwerpen als het voorleesboek, een mandje,
een mantel of de kast, zijn wel voorzien van kleur.
Het spelen met het bekende verloop van het sprookje over
Roodkapje is uiteraard erg grappig voor kinderen die dit verloop al kennen.
Toch zal het soms echt wel lastig voor hen zijn om deze metaversie te volgen.
Ze wijkt namelijk af van het klassieke verhaal. Zo eet de wolf niet eerst
grootmoeder op, maar grootmoeder weet op tijd de klerenkast in te vluchten en
de wolf wordt vermoord door Roodkapje’s vader. De opmerkingen van de hond zijn
grappig, maar lang niet altijd logisch. Nu past dat wel in een prentenboek
waarin de logica en de aard van het sprookje op de korrel worden genomen, maar
het komt toch wat vreemd over. Zo zegt de hond na de passage waarin grootmoeder
net op tijd in de kleerkast weet te geraken dat de wolf wat
‘ruimdenkender [moet] zijn als hij ooit een superslechterik wil zijn’,
bijvoorbeeld door een bank te overvallen op weg naar grootmoeder.
Het lijkt me een interessant experiment om te ontdekken
waar voor kinderen de humor zit en in hoeverre ze de draad van de twee verhalen
weten te volgen, en om te zien waar het verhaal mogelijk toch te veel uit de
band springt. Het verhaal over Roodkapje doet dat in ieder geval bijna: of
grootmoeder nog uit de kast komt, is namelijk een vraag die opgeroepen wordt op
de achterflap…
Leuven : Davidsfond/Infodok
2015, [28] p. : ill. Oorspr.
Titel: The cat, the dog, Little Red, the exploding
eggs, the wolf and grandma's wardrobe. ISBN 9789059086630
deze pagina printen of opslaan