3+ - Apenkolder bevat
twee eerder verschenen prentenboeken van het duo Tjibbe Veldkamp en Kees de
Boer, m.n. Na-apers! (2006) en Kleine Aap’s grote plascircus (2005).
Beide verhalen worden gekenmerkt door een eenvoudig, rechtlijnig
verhaalverloop. In Na-apers! haalt
Jaap dagelijks zogenaamd dolkomische fratsen uit met de nieuwe buren: van
goochelen met borden en surfen op de dakpannen tot plezier maken met de
broodrooster. De dynamische illustraties tonen Jaap in gezelschap van een
familie apen en weten de avonturen sterker te verbeelden dan de wat magere,
louter descriptieve tekst.
Katalysator vormt de
uitnodiging van Jaaps ouders, die de nieuwe buren graag beter leren kennen.
Ondanks Jaaps spoedcursus ‘op visite gaan’, weten de apen zich nauwelijks te
gedragen en schudden ze wild met de koffie, in plaats van de handen.
Aanvankelijk weten de stijf-deftige volwassenen niet wat hen overkomt, tot zij
hun beestige buren ‘na-apen’. Natuurlijk staan op dat moment de oppassers van
de dierentuin voor de deur, wat tot voorspelbare misverstanden leidt. Het einde
wordt snel afgeraffeld en voegt weinig aan het verhaal toe.
In Kleine Aap’s grote plascircus blijkt het hoofdthema al meteen uit
de titel. Veldkamp en De Boer proberen wel erg makkelijk aansluiting te vinden
bij de doelgroep: ‘Kleine Aap had een piemeltje. Hij liet het zien aan Apelien.
“Ik kan heel goed plassen,” zei hij. “Ik denk dat ik een circus begin.”’ Vervolgens
voert Kleine Aap al plassende steeds nieuwe kunstjes op, tot groot gelijk van
het aanwezige publiek. Apelien zou graag meedoen met zoveel kolder, maar zij
mag slechts de rol van assistente vervullen, aangezien ze ‘geen piemeltje’
geeft. Toch blijkt ook zij tot grootse prestatie in staat…
Veldkamps verhalen blijven aan
de oppervlakte. Qua thematiek mikt hij met verhalen over plassen en zogenaamd
wilde avonturen wel erg sterk op herkenbaarheid bij een de doelgroep. Hij
beperkt zich tot een eenvoudige verhaallijn, die hij met enkele zogenaamd
onverwachte wendingen verrijkt. Die onevenwichtige opbouw stoort, net zoals de
simplistische observaties, in een stuntelig Nederlands gevat. Daarmee rijst de
vraag of de tekst niet beter in z’n geheel was weggelaten. De illustraties van
Kees de Boer zijn immers de ware blikvangers, die ook letterlijk het grootste
gedeelte van de pagina’s in beslag nemen. Ze dragen het verhaal sterker en vooral
de humoristische streken van Jaap en de apenfamilie komen goed tot hun recht.
Maar echt goed kun je ook dit illustratiewerk niet noemen. Het blijft
middelmatig en weinig uitnodigend met een flets kleurpallet en een gebrek aan
afwisseling.
Dat
twee inhoudelijk en vormelijk verwaarloosbare verhaaltjes een tweede leven krijgen
in een verzamelbundel hoeft niet te verwonderen. Omwille van de onderwerpen
(waaghalzerij, plassen) zullen ze heel wat kinderen wel aanspreken. Meer dan
gemakkelijk effectbejag is het echter niet.
Tielt : Lannoo
2015, [56] p. : ill. ISBN 9789401429559
deze pagina printen of opslaan