6+ — Aap wil vooral lol hebben in het leven en dat zullen alle
dieren in het bos geweten hebben. Samen met zijn vriend Das gaat hij op pad.
Eerst houden ze Muis voor de gek en verstoren ze de rust van Uil. Dan stelen ze
de maaltijd van Vos en tot slot prikken ze een slapende Beer in zijn bil. Vos
en Beer beschuldigen elkaar van de plagerijen, terwijl Aap en Das dit conflict
hoog en droog vanuit een boom bekijken.
In een tweede verhaal is Das sip. Aap wil hem opvrolijken
door een heleboel gekke fratsen uit te halen. Dit lukt niet, want in al zijn
ijver vergeet Aap te luisteren naar wat Das werkelijk dwars zit. Das zou graag
zijn huis herschilderen, in de meest felle kleuren. Zodra hij dit door heeft,
staat Aap meteen klaar om te helpen en samen knappen ze het huis helemaal op.
Wanneer de vrienden klaar zijn, zijn ze allebei dik tevreden: Das heeft nu het
huis waar hij van droomde en Aap, die helemaal onder de verfspatten zit, heeft
toch nog een hoop lol beleefd.
Volgens AVI-normen zou dit boek geschikt zijn voor
beginnende lezers na drie maanden leesonderwijs. In de lay-out is zeker
aandacht besteed aan bepaalde details die het lezen faciliteren. Zo is de tekst
verdeeld in telkens één korte zin per leesregel. Bovendien valt het op dat er
geen hoofdletters gebruikt zijn, wat de herkenbaarheid van de letters zeker ten
goede komt. Maar het gekozen letterkorps is te klein en maakt alle letters op
een vreemde manier hoekig, wat dan weer afbreuk doet aan de vlotte
herkenbaarheid ervan. Op sommige pagina’s zien we zwarte tekst tegen een
volledig witte achtergrond, nog altijd de beste combinatie voor beginnende
lezers. Maar op andere pagina’s wordt de tekst in zwart of wit afgedrukt tegen
een effen felgekleurde achtergrond en soms staat hij midden in de illustratie.
Dergelijke drukke achtergronden zijn niet erg bevorderlijk voor de concentratie
in die cruciale eerste fase van het leesproces.
Rien Broere schrijft met een
beperkte, eenvoudige woordenschat twee grappige verhalen, die nauw aansluiten
bij de leefwereld van jonge kinderen. De plaagzieke, maar best goedhartige aap
die er nu en dan eens van geniet om de andere bosbewoners op stang te jagen, is
een treffend personage. De plagerijen worden overzichtelijk na elkaar
beschreven en die reeks is niet te lang, zodat de verhaallijn goed te volgen
blijft. In het tweede verhaal komt bovendien een mooie filosofische les aan
bod. Aap en Das zijn, behalve vrienden, ook totaal verschillende
persoonlijkheden met heel andere verlangens. Pas wanneer ze die verschillen
allebei kunnen (h)erkennen en respecteren, voelen ze zich echt thuis bij
elkaar.
De
illustraties brengen aan de tekst niets bij. Ze doen denken aan schilderijen
uit de kleuterklas, waarbij dan vooral de intuïtieve, grof motorische
tekenstijl opvalt. Het kleurenpalet is te heftig, te druk en doet soms pijn aan
de ogen. De dieren zijn plomp en nonchalant geschilderd, met weinig aandacht
voor de gelaatsuitdrukkingen. Zo zijn de neusgaten en de ogen van aap niet meer
dan zwarte vlekken en zijn mond is vaak weergegeven als een gapend gat. Beer en
Vos hebben dezelfde soort ogen en neus, maar bij hen is ook het gebit zichtbaar
in de vorm van puntige witte driehoekjes. Dit maakt dat de dieren vaak tot een
holle, enge grimas hebben, die niet aansluit bij de guitige sfeer in het
verhaal.
Wielsbeke : De Eenhoorn 2015, 71 p. : ill. ISBN
9789462910577
deze pagina printen of opslaan