9+ - Hotel Bonbien
is de thuis van de tienjarige Siri. Het familiehotel ('Dat betekent dat we
allemaal iets moeten doen, zegt mijn vader') ligt langs de Franse N19 en wordt
alleen gebruikt door mensen op weg naar hun vakantiebestemming of weer op weg
naar huis. Siri is er dus erg goed in geworden om snel vriendschappen te
sluiten en weer even snel afscheid te moeten nemen.
Haar vader, die de geldzaken regelt, probeert zo veel
mogelijk te besparen (onder meer door gebruikte theezakjes te drogen om ze
opnieuw te gebruiken), omdat het hotel niet erg winstgevend is. Haar moeder,
opvliegend en creatief, wordt zenuwachtig van zijn angsten en bezorgdheden. Dat
resulteert vaak in ruzie, waarbij soms over de hoofden van de gasten heen naar
elkaar geroepen wordt. Siri maakt zich er grote zorgen over, zeker wanneer ze
haar ouders over een 'oplossing' hoort praten.
Siri is
zo'n meisje dat zich meteen in je hoofd nestelt: ze heeft karakter, observeert
met een frisse blik haar wereld en heeft het hart op de juiste plaats. De
relatie met haar oudere broer Gilles wordt ook overtuigend en soms ontroerend
neergezet: hoe de twee vrienden zijn als ze samen de kleine dasjes bij de
dassenburcht bespieden en hoe Gilles haar meteen weer 'keutel' begint te noemen
zo gauw het hotel weer in zicht komt, maar hij – als het erop aan komt – aan
haar kant staat.
Als Siri meemaakt hoe de ouders
van haar beste vriendin Sylvie, die nooit ruzie maken, uit elkaar gaan, slaat
de angst haar helemaal om het hart: 'We moeten er toch voor zorgen dat het weer
goedkomt tussen je ouders?' Maar Sylvie blijft er schijnbaar rustig onder: 'Nee
hoor. Ze zoeken het maar lekker zelf uit.' Zo verwoordt Sylvie alvast wat Siri
later pas zal leren: dat zij niet verantwoordelijk is voor het geluk van haar
ouders.
Tot het zover is, zal ze hopen
dat er een wonder gebeurt. En merkwaardig genoeg gebeurt dat ook. In een
plotwending die toch een beetje vreemd blijft aanvoelen ontdekt Siri na een val
uit een boom dat ze een fantastisch geheugen heeft: bij een spelletje 'ik ga op
reis en ik neem mee' onthoudt ze wel honderdtwintig dingen, en stopt dan alleen
maar omdat er niemand iets nieuws meer kan verzinnen. Gilles schrijft haar in
voor een wedstrijd in Duitsland en benoemt zichzelf tot trainer. Samen oefenen
ze de rest van de zomer. Het hele gezin kijkt uit naar hun eerste vakantie
ooit. Maar op weg naar Duitsland loopt het helemaal mis: haar ouders krijgen
enorme ruzie en met vier stranden ze in de wegberm in de stromende regen. Daar
stellen Siri en Gilles hun ouders voor de keuze: het uitpraten met elkaar of
weer naar huis.
In een ontroerend onhandige
scène maken hun ouders het weer goed met elkaar. Voor de volwassen lezer is dat
niet echt een verrassing: die voelde al langer dat er onder het geruzie van de
ouders nog veel liefde te rapen lag – en ook dat is een mooie verdienste van
Enne Koens. De aanloop naar de ruzie in de auto is fantastisch geschreven: je
hoort het tandenknarsen in alle 'honingduifjes', 'schatjes' en 'poepies', en
ziet het ongeduld en de frustratie hand over hand toenemen. En dat alles is nog
erg grappig ook. Het geheugenwonder wringt een beetje, maar dat is dan ook het
enige dat op te merken valt aan Hotel Bonbien.
Amsterdam : Luitingh-Sijthoff 2015, 191 p. ISBN 9789024569373
deze pagina printen of opslaan