5+ - In
De gouden lijst vertellen Rindert
Kromhout en Gerda Dendooven een verhaal over kunst. Een echtpaar dat ‘bijna
alles’ heeft, ‘een fijn huis, een grote tuin, twee ondeugende kinderen en werk
waar ze veel van hielden’ halen een kunstenaar erbij om een schilderij voor hen
te maken. De kunstenaar is bereidwillig, maar levert het gewenste werk niet af
zonder slag of stoot. Alvorens hij een landschap maakt ‘om boven de bank te
hangen’ gaat hij aan de slag met de grijze vazen, een eikenhouten tafel, kale
stoelen, en schotels en schalen die in het huis te vinden zijn. Anders dan het
koppel dat vasthoudt aan een vooropgesteld piece
of art, laat de kunstenaar zijn ideeën vrij opborrelen en laat hij zich
inspireren door het moment, hetgeen hem omringt en de muziek die hij
voortdurend lijkt te fluiten en te neuriën. Dat hij met zijn scheppingen de
tuinman, de kinderen en de kokkin weet te raken, dringt nauwelijks tot het op
den duur ontgoochelde koppel door. Uiteindelijk geeft de kunstenaar - door
Gerda Dendooven nogal stereotiep, maar uiteraard zeer herkenbaar afgebeeld met
witte schort, bril, baard en baret - het duo wat ze willen: een afbeelding van
een koe in de wei. ‘Eindelijk!’ klinkt het. En dan brengen de kinderen hun
ouders alsnog tot andere inzichten…
Dit prentenboek drijft mild de
spot met het verlangen naar een vooropgesteld idee van wat kunst geacht wordt
te zijn. Allicht niet toevallig beeldt Gerda Dendooven het gezin des huizes af
als een gemengd burgergezin. De man is blank, de vrouw is zwart, en samen met
hun kinderen laten ze zich in hun mooie vrijstaande huis bedienen door het
huispersoneel. De uitgenodigde kunstenaar lijkt hun geduld en hun vooringenomen
ideeën op de proef te stellen, maar tot een echte confrontatie komt het
eigenlijk nooit: beleefde vriendelijkheid en bereidheid om de opdrachtgever en
de kunstenaar min of meer te erkennen, lijken te primeren. Wat de schilder
uiteindelijk doet, blijft uiteindelijk vooral ‘versieren’, waarbij de tuinman
dan wel even zijn zere rug kan inwisselen voor de aangename herinnering aan
zijn jeugd, en de kokkin zin krijgt om uit dansen te gaan. Hoewel kunst zoals
het dit prentenboek wordt aangereikt wel nog iets anders voorstelt dan het
klassieke pronkstuk boven de sofa, en de blik ruimer wordt opengebroken naar al
hetgeen ons omringt, blijft het vooral draaien om iets wat ‘mooi’ is en ‘waar
we blij van worden’, net zoals zoals het koppel het ook wil, al zien ze dat
niet meteen in dat de kunstenaar dat ook op een andere, niet zo vooraf
uitgestippelde manier kan bereiken bij een publiek. Die slappe boodschap wordt
hier afdoende kundig gebracht in woord en beeld, maar van Kromhout en Dendooven
zijn we meer gewoon
Amsterdam : Leopold 2016, [28] p.
: ill. ISBN 9789025869540
deze pagina printen of opslaan