5+
- Een van de meest tot de verbeelding sprekende zoekplekken, vol mysterieuze
dieren en planten, is ongetwijfeld de jungle. Dat zullen ook de makers van dit
grote kartonboek gedacht hebben. Op de achterkant staan 54 dierenkoppen
afgebeeld die je moet zoeken in het boek. Ze worden genoemd bij hun voornaam,
van Chantal de Toekan tot Veerle de kreeft.
Het boek opent met een
ochtendtafereel. Alle bewoners worden langzaam wakker: Kris de panda, Gerrit de
makaak en Kristine de rode mier. Maar waar is Ilse de okapi? Op die vraag vind
je het antwoord achter een flapje dat je moet omslaan. De tekst op de
achterkant nodigt je uit om nog meer dieren te zoeken. Zo gaat het zeven
dubbele pagina’s lang. Je ontdekt de dieren die laag bij de grond of hoog in de
bomen leven, in het water, op de open plekken en onder de grond. Tot het avond
wordt en uiteindelijk de nacht valt. Op de slotprent staren tientallen groene ogen
je uit het donkere blauw aan.
Mijn grote jungle
zoekboek is echt een boek dat volwassenen samen met kinderen moeten
bekijken. Je wordt verondersteld te weten wat een makaak of een lamentijn is of
wat het verschil is tussen een boa en een koningspython. Sommige dieren ontdek
je meteen, maar andere zijn veel lastiger te vinden, soms omdat ze kleiner zijn
en soms omdat ze opgaan in het landschap of zich verstoppen.
De prenten zijn zonder meer
indrukwekkend. Dat komt op de eerste plaats door de kleurenpracht met vele
tinten groen, geel, rood en blauw die zorgen voor perspectief. De illustrator
vermijdt hoekige vormen, daardoor krijgen de dieren iets zachts en gaan ze ook
meer op in hun omgeving, wat het zoekplezier verhoogt. De grapjes in de prenten
zorgen voor extra kijkplezier, zoals wanneer je Oswald gorilla ontdekt die
Gerrit makaak vlooit. Terwijl je zoekt en vindt, biedt elke prent je de
prettige kriebels van de ontdekkingsreiziger.
Leuven : Davidsfonds
/Infodok, 2016 [14] p. : ill. Vert. van Le livre de la jungle très
jungle. ISBN 9789059087842
deze pagina printen of opslaan