7+ - ‘Ik leer lezen met Vos en
Haas’, een reeks boeken op maat van beginnende lezers, is weer een telg rijker.
O ma! O pa! maakt deel uit van het
tweede van de drie leesniveaus, ‘Ik lees als Vos’, en is daarmee geschikt voor
kinderen met niveau AVI 2 en 3 (België) en AVI M3 tot E3 (Nederland).
Zoals de titel al
doet vermoeden, focust Vanden Heede in dit nauwelijks dertig bladzijden
tellende boekje op familierelaties en afstamming. Het overbrengen van kennis
overheerst en gaat de verhaallijn gaandeweg volledig domineren. Vanden Heede
vertrekt zoals wel vaker vanuit een zogenaamd problematische situatie of een
wat gratuit misverstand: wanneer Uil twee fotolijstjes met portretten van
familieleden laat vallen, roept hij verschrikt: ‘O ma! O pa!’. De inderhaast
toegesnelde Haas heeft echter ‘Oma! Opa!’’ begrepen.
Die misvatting vormt de
aanleiding om familierelaties toe te lichten, waarbij Vanden Heede zich beperkt
tot de verwantschap tussen ouders, grootouders en kleinkinderen. Opvallend is
de traditionele visie die uit het verhaal spreekt: iedereen heeft twee ouders
en twee grootouders. Voor andere familievormen blijkt geen ruimte, ze worden
zelfs niet vermeld. Vervolgens worden begrippen als herkomst en
bloedverwantschap kort toegelicht. Dat leidt alweer tot spraakverwarring
wanneer Vos, die zich aan een stuk glas gesneden heeft, ‘bloedverband’
verstaat. Wat volgt, is een oppervlakkige uitleg, gerelateerd aan de verwantschap
tussen de dieren onderling.
Blijft O ma! O pa!
inhoudelijk onder de verwachtingen, dan stelt Vanden Heede ook stilistisch
teleur. Tot meer dan het inspiratieloos aan elkaar rijgen van eenvoudige
zinnetjes komt de auteur niet. Sporadisch worden woorden in een iets groter
lettertype gedrukt. De bedoeling hiervan blijft onduidelijk, aangezien noch
moeilijke woorden, noch voor het verhaal belangrijke termen meer nadruk
krijgen. De humoristische intermezzo’s en gevatte woordspelingen die we kennen uit
andere boeken in de Vos-en-Haas-reeks krijgen ditmaal geen navolging. In plaats
van ‘ouders’ spreekt Uil liever over ‘pa en ma’, want zij zijn immers niet
‘oud’.
Nog een
dooddoener bij de introductie van de stamboom: ‘Uil weet niet wat dat is. Elke
boom heeft toch een stam?’ De dierenfiguren overtuigen nergens als unieke
personages; Vanden Heede herleidt hen tot typetjes met enkele opvallende
karaktertrekken, zoals de praktisch ingestelde Haas, de flauwe, dommige Uil en
de immer hongerige, spotzieke Vos. Enkel in de kleurrijke illustraties van Thé
Tjong-Khing overtuigen de dieren in hun uniciteit en krijgen ze een eigen
expressie. Zijn humoristische, vaak dynamische prenten beginnen meermaals waar
de magere tekst stopt.
Leren lezen betekent behalve de kennismaking met de wondere
wereld van letters en woorden vooral ook leesplezier ontwikkelen. Dit deeltje
in de Vos-en-Haas-verhalen kan echter aan die verwachtingen in niet voldoen.
Vanden Heedes inspiratie is blijkbaar zoek. Dat ze met een beperkte
woordenschat wel degelijk boeiende verhalen kan vertellen waar het
vertelplezier vanaf spat, bewijzen verschillende boeken uit de uitgebreide
reeks over Vos en Haas
Tielt : Lannoo 2016, 30 p. ISBN 9789401435673
deze pagina printen of opslaan