3+ - Vasco, het
voetbalvarkentje (2013) bood een geslaagde
eerste kennismaking met een geheel nieuw begrip: een voetbalvarkentje. Matteo
verheugt zich bijzonder over z’n twee verjaardagscadeaus: een voetbal en een
varkentje. Dat vormt nog geen vanzelfsprekende combinatie; Vasco wil Matteo
absoluut niet teleurstellen in z’n voetbalgekte, terwijl Matteo zijn huisdier
in z’n eigenwaarde wil laten op het voetbalveld.
Van
de Vendel en Verster creëren zo onnadrukkelijk een warm, oprecht portret van
een ongewone, maar intense vriendschap, waarin ruimte is voor eigenheid en
individualiteit.
In
het zelfstandig te lezen vervolgverhaal Vasco
en het groene monster zoomen auteur en illustrator kortstondig op die
vriendschap in. De daaropvolgende katalysator laat weinig aan de verbeelding
over: Matteo gaat samen met z’n vader een nieuw cadeautje ophalen. Een zekere
‘John’, volgens Esteban het paard. De boerderijdieren voeden Vasco’s angst met
speculaties over de identiteit van die illustere onbekende.
Dat krijgt stilistisch
sterk gestalte wanneer Vasco de donkere en gevaarlijke plaatsen van de
boerderij opzoekt: Van de Vendel benadrukt Vasco’s gemoedstoestand via een
terugkerend mantra: ‘Daar is het donker – maar donker is goed.’, ‘Bij de sloot
is het gevaarlijk – maar gevaarlijk is goed.’ Wat aanvankelijk als een
unheimliche gebeurtenis in een zowel spannend als emotioneel verhaal gepresenteerd
wordt, krijgt al gauw de vorm van een eenvoudig verhaaltje met rechtlijnige
plot. Matteo’s nieuwste aanwinst blijkt van een geheel andere aard dan
verwacht. Even nog dreigt het fout te gaan, maar Vasco verkrijgt een glansrol,
zodat het happy end gegarandeerd wordt.
Vasco’s
teleurstelling, angst en jaloezie vloeien logisch voort uit de aankondiging dat
boezemvriend Matteo een ‘nieuw cadeautje’ krijgt. Van de Vendel doet te weinig
met dit gegeven om echt te boeien of een beklijvende leeservaring te bieden.
Stilistisch kan Vasco en het groene
monster evenmin aan de sprankelende stijl van z’n voorganger tippen. De
louter beschouwende tekst en het gebrek aan afwisseling, vinden hun neerslag in
een eenzijdig descriptieve stijl:
‘Ineens
is het koud.
Vasco
kijkt naar het lege veld.
Matteo is weg.
En er wordt dus niet gevoetbald vandaag.
Hoe kan dat, dat doen ze toch
altijd?’
Hoe anders weet Alain
Verster in zijn rijkgevulde, gedetailleerde illustraties een eenstemmigheid in
de veelheid van indrukken te creëren. In zijn unieke retrostijl herleidt hij
personages en figuren tot hun essentie. Hun wazige contouren komen tot stand
via het doeltreffend gebruik van sfumato, wat in combinatie met het sobere
kleurenpalet de charme van beide boeken bepaalt. Versters illustraties laten
zich als nostalgische collages lezen, opgesmukt met de ondertussen bekende
voetbalprentjes, keeperhandschoenen en magazines. De subtiele humoristische
toets blijkt al op de schutbladen, waar
plaatjes van bekende voetballers een opvallende varkenssnuit
krijgen of hun hoofd door dat van een boerderijdier vervangen wordt. Het
eigenzinnig hertekenen van deze ‘stickers’ geeft ze een unieke plaats in het
boek, zodat haast onnadrukkelijk een overtuigende sfeerschepping ontstaat.
Edward Van de Vendel, Alain Verster (ill.): Vasco en het groene monster, De Eenhoorn, Wielsbeke 2017, [36]
p. : ill. ISBN 9789462912724
deze pagina printen of opslaan