9+ - Je kent ze wel, de mensen die Ingrid Godon
in Ik wou geportretteerd heeft. En je kent ongetwijfeld ook de
gedachten en gevoelens die ze bij Toon Tellegen opriepen. Twijfel en verlangen,
en ook onverzettelijkheid. ‘Echte
ondoorgrondelijkheid is zeer zeldzaam’, zegt een van de personages. Deze jongen
staart je recht in het gezicht, de lippen beslist gesloten.
Ondoorgrondelijkheid is een
hoofdkenmerk van Ik wou. Zoals de meeste in dit boek is dit een
portret als uit een oud fotoalbum: keurig, maar met enige reserve geposeerd.
Een opzet waarbij een zekere distantie te verwachten is, en de gezichten hebben
bovendien iets vreemd onaanraakbaars. Tegelijk leggen ze het wezenlijke van elke
persoonlijkheid bloot.
Kwetsbaarheid is een ander gemeenschappelijk
kenmerk. Het zijn veelal zachte, fragiele figuren en ook al zien ze er soms wat
robuuster uit en geven ze in hun formulering blijk van pragmatisme — ‘Ik
wou dat ik altijd een alibi had’ —, hun wens houdt eerder verlangen dan
daadwerkelijk streven in. Godon heeft hun kwetsbaarheid weergaloos in beeld
gebracht. Het peilloze vragen van deze solitaire figuren is bijna tastbaar.
Joukje Akveld noemde Godons stille
protagonist in Is het nog ver (2010) een ‘dappere doordouwer’
en zo zou je de 33 geportretteerden in Ik wou ook kunnen
noemen. Zelfs het verlegen meisje met de zo gehate blos op de wangen, dat
ietwat schuw, rakelings langs je blik wegkijkt. De opeengeklemde lippen en de
gesloten contour van het gezicht zorgen voor een zekere afstand. Maar de
wegkijkende ogen zoeken evengoed contact en laten haar innerlijk heftig
oplichten. Ze geven kijk op een ambivalent soort kracht.
Bij de jongen die zich met gesloten ogen afsluit
van blikken van buiten, ligt de focus onbarmhartig op zijn open, sprekend
gezicht. Hij is er niet, wil er niet zijn — ‘Ik wou dat ik niemand was’ — maar
zijn hele wezen schreeuwt om passende aandacht. De contradictie geeft een
enorme diepte aan het portret en heeft bepaald iets confronterends.
Anders dan gewoonlijk bij Godon
eisen de gezichten hier alle aandacht op en wel op een erg directe manier:
jongens met weggekamde haren, meisjes met strakke knotjes of een haarband om,
niets zal het zicht belemmeren op wat van tel is. De expressieve blik is
frappant, het lichte neigen van het hoofd geeft heel wat van de gemoedsbeweging
prijs. De lichaamshouding, frontaal naar de kijker gericht of lichtjes afgewend,
suggereert contact — een enkele keer is een stukje van de hand zichtbaar —,
weigerachtigheid of afwijzing. Het zijn suggesties, de lichamen zijn doorgaans
net onder de smalle, gesloten schouders afgesneden, maar ze geven een
overtuigende impressie van een beeld dat je zelf moet afmaken. Ook de uitsnit
van de hoofden is vaak veelzeggend: vlak uitgeknipt of enigszins versmeltend
met de achtergrond, die de ene keer de gezichten nauw omsluit, ze de andere
keer vrijelijk hun plaats laat innemen. Soms is de achtergrond sterker
aangezet, krachtiger qua kleur en textuur dan het portret zelf. Zoals bij het
jongetje dat wou dat hij meer moed had, ‘dagelijkse moed’, waardoor hij uit de
schaduw van zichzelf zou kunnen treden.
Ingrid
Godon heeft in haar oeuvre al meermaals groot vakmanschap getoond. Ze heeft het
vermogen om in haar zachte, pregnante tekenstijl uitdrukking te geven aan
diepe, doorleefde emoties. Maar wat ze in Ik wou laat zien, is
gewoonweg eminent. De gemoedsbeweging in elk portret is veellagig, complex en
zeer intens. Wat uit de beelden spreekt, is niet restloos in woorden uit te
drukken. Toon Tellegen is in die zin voor haar een perfecte match. Zijn teksten
laten het beeld op zich bestaan, maar vullen ook aan, versterken, differentiëren,
dragen de emotie verder. Krachtig en veelbeduidend in een zachte, uiterst
accurate taal. Tekenaar en schrijver maakten van Ik wou een
zeldzaam mooi en diep boek. Eminent is ook de uitgever die het op de door en
door gecommercialiseerde boekenmarkt van vandaag laat verschijnen.
Toon Tellegen, Ingrid Godon (ill.): Ik wou, Lannoo,
Tielt 2011, 90 p. ill. ISBN 9789020996432
deze pagina printen of opslaan