2+ - Met een slimme
omdraaiing weet Kitty Crowther van een overbeoefend genre iets nieuws te maken.
Het slaapboekje voor peuters is meestal een weinig originele opstapeling in
herkenbaarheid: de gebruikelijke handelingen (tanden poetsen, boekje lezen,
knuffels verzamelen) voor het slapengaan worden opgesomd, gemengd met een kleine
complicatie (de knuffel is zoek, of er is een ander dringend verdrietje), en
dan eindelijk in bed. Crowther draait alles om: wat het kind doet, vindt plaats
buiten het boek. De lezer ziet het kind pas wanneer het klaar is voor de nacht.
Wat we wel zien, zijn de knuffels die wachten op hun 'baasje'.
Dat wachten werkt
Crowther traag, minimaal en mysterieus uit. In 46 woorden en, vanaf het
voorplat gerekend, 11 prenten, komen elk om beurt de knuffels binnen in een
speelkamer. Ze nemen plaats op een stoel of bij een stuk speelgoed en houden
zich bezig. De lezer heeft geen idee op wat of wie ze wachten. De eerste die
binnenkomt is een katje, meer een kind eigenlijk in een kattenkostuum -- de
typische dubbelzinnige vaagheid in de tekening van Crowther (daarenboven lijkt
het katje een beetje op Crowther zelf). De binnenkomende knuffels, onder meer
een blauw beertje, roze konijn, een tekkel en een ondefinieerbaar rood-zwart
gestreept beest, vragen of 'hij er al is?', en het katje antwoordt steeds
'neen' of een variatie daarvan ('nog niet', 'niks niemandal' etcetera). Wanneer
ze alle zeven zitten te spelen en het donker wordt, hoort het katje iets
naderen. Het is het kind. Grote vreugde en veel licht in de speelkamer, maar
daarna moet iedereen naar bed. 'SLAPEN, HEB IK GEZEGD!' herhaalt de jongen, met
een vertederde glimlach om zijn gezicht.
De twee uitspraken van de jongen
worden geschreven in kapitalen, terwijl de rest van de tekst geen enkele
hoofdletter bevat. Dat is een van de vele details die tonen hoe Crowther dit
minimale verhaal tot in de puntjes afwerkt. Er zijn verder nog de lengende
schaduwen, de evolutie in het spel en lezen van de knuffels die het
voortschrijden van de tijd aangeven, hun goed getroffen lichaamshoudingen, de
diagonaal door de tekening geplaatste dialogen, de zorgvuldig getekende ogen.
Opmerkelijk is dat het boek geen enkel spoor van een volwassene bevat. Crowhter
presenteert een besloten kindvriendelijk universum, met een warme, speelse
relatie tussen een kind en zijn knuffels, die op zichzelf kan functioneren. De
tekeningen zijn in zacht potlood uitgewerkt, met subtiele kleur- en
schaduwwerking.
In het septembernummer van De Leeswelp 2010 schreef ik
in een overzichtsartikel over Crowther dat zij steeds oude verhalen en
verhaalvormen een ingenieuze draai geeft door onverwacht levens te creëeren.
Met daaraan toegevoegd een minimale tekst, goed opgebouwde spanning, een
vertederende, maar niet zoete wending, zachte potloodtekening en betekenisvolle
details is En? een origineel en fantastisch uitgewerkt slaapboekje
geworden. Nog mooier is dit: in 2006 kregen alle pasgeboren kinderen in het
Franse departement Seine-Saint-Denis dit boekje cadeau.
Op http://grit.fltr.ucl.ac.be
kun je een gedetailleerde analyse van dit boekje, met veel aandacht voor de
relatie tussen tekst en beeld, vinden door Anne-Sophie Thiry van het GRIT, de
Waalse Group de Reserche sur l'Image et le Texte.
Kitty Crowther: En?, De Eenhoorn,
Wielsbeke 2011, 28 p. ill. Vertaling van Alors? ISBN 9789058386373
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswelp 2011
deze pagina printen of opslaan