3+ - Kom, dacht Daan Remmerts de Vries, ik doe het gewoon
zonder woorden. Hij leverde een idee/script in bij het gouden
illustratorenechtpaar Schubert en enige tijd later was er het boek.
Het ligt er maar net
aan hoe je het boek oppakt welk verhaal je het eerst leest. Stel dat je niet
opgelet hebt, je begint zonder erg (je exemplaar heeft geen barcode) met het
lichtst gekleurde voorplat. Het begin van de dag. Eerst is er niets, dan is er
het mannetjeskonijn. Het is alleen tot er een vrouwtje langskomt; met een
steentje dat het water doet opspatten, meldt ze zich. Met haar trekt hij een
poosje op, ze spelen, dansen en zijn verliefd, waarna ze hem weer verlaat.
Op de eerste
pagina dacht je dat je het verhaal nog eens zag, maar dan gespiegeld, ‘onder
water’, het konijn heeft alleen geen das om onder water maar een halsketting.
Je had gewaarschuwd kunnen zijn: op het voorplat ‘klopt het ook niet’. Al gauw
echter is het daaronder echt anders, niet wat betreft natuur maar qua
personages. Het gekke is dat je dat gewoon accepteert, zelfs wel interessant
vindt, er zal wel iets achter zitten, je kijkt nog eens extra goed naar de
spiegelvormen. Dan kom je aan het eind bij een omgekeerd colofon, nu zie je ook
dat het achterplat op z’n kop staat. Je hebt zitten lezen in een omkeerboek!
Dan draai je
het boek om. Nu begin je met het vrouwtje, het is nog nacht. Deze keer is de
eerste prent wel gelijk aan die van het voorplat. Het mannetje lijkt op te
duiken uit de wolken, het lijkt wel of ze al een tijdje verliefd zijn. Het uit
elkaar gaan gebeurt uiterst ingenieus, het slotbeeld is bijzonder: de werelden
lijken gescheiden. Draai je het boek weer om, dan gaat het om een nieuw begin.
Enz.
Een
verhaal net even anders vertellen, ja, daar houdt men van in de literatuur.
Krijgen we het hier ook vanuit een mannelijk en een vrouwelijk perspectief? Ik
zie het niet echt, wellicht is het vrouwtje in ‘haar’ verhaal iets actiever,
maar de constructie levert in elk geval wel mogelijkheden op, zeker als je
onder en boven volop mee laat doen. Ook de beide voorplatten zijn interessant
in dit opzicht.
De meeste omkeerboeken zijn vrij simpel. De eerste helft is bij voorbeeld
een sintboek, je draait het om en je krijgt een verhaal over kerst. Koos
Meinderts maakte een mooie met Het
raadsel van de rode draad (1989), dat middenin fraai gelast werd. De wervelwind (1991) van Arnold Nobel heeft
ingenieuze prenten, met boven en onder tekst. Maar de constructie van Konijnentango is toch weer heel andere
koek. Moet er voorgelezen worden en zo ja: hoe doe je dat? Moet je eerst het
ene verhaal erdoor douwen en dan het andere of ga je meteen samen zitten
puzzelen met de spiegeling? Je kunt de zon volgen, of de maan. Misschien is het
boek voor veel kinderen wel te pittig. Dat wordt nog interessant. Maar een
gebeurtenis is dit prentenboek in elk geval.
Daan Remmerts de Vries, Ingrid
& Dieter Schubert: Konijnentango, Hoogland & Van Klaveren, Hoorn 2017,
28 p. ill. Keerdruk. ISBN 9789089672216
deze pagina printen of opslaan