9+ - In Een aap op de wc (2015) schrijft Joukje Akveld
over de dieren in de Rotterdamse dierentuin tijdens de bombardementen in de
Tweede Wereldoorlog. Wij waren hier eerst
gaat opnieuw over hoe het lot van dieren in hoge mate bepaald wordt door
mensen. De titel laat al vermoeden dat de mens-dierrelatie al eens conflictueus
verloopt en de achterflap geeft meteen de teneur aan: ‘als de mens jouw
favoriete dierensoort is, is dit geen boek voor jou.’
Akveld reisde in 2015 op een
vrachtschip af naar Zuid-Afrika. Ze wilde schrijven over de botsing tussen mens
en dier daar waar de wildernis nog vlakbij is. Ze doorkruiste vier maanden lang
het land van zuidwest naar noordoost en bezocht er zo’n twintig wildparken en
refuges voor wilde dieren.
Je kunt stellen dat
de botsing tussen mens en dier er altijd al was, in Zuid-Afrika zowel als
overal ter wereld. Maar ondanks het feit dat er gejaagd werd, was het
dierenbestand niet bedreigd en was er ruimte genoeg voor iedereen. Ook toen de
wildernis langsom meer moest wijken voor landbouw en veeteelt, bleef de schade
relatief beperkt. Het is pas met de komst van de Europeanen in Afrika dat er
problemen ontstonden die tot op vandaag niet zijn opgelost. Behalve dat de mens
veel meer ruimte inneemt dan het dier kan hebben, zijn dieren ook slachtoffer van
vervuiling, winstbejag, onwetendheid, bijgeloof en noem maar op.
Nooit is de tol zo
hoog geweest. De botsing heeft vele gezichten en Joukje Akveld zorgt voor
diverse en genuanceerde verhalen over mensen die de kant van de dieren kiezen.
Ze vertelt over ‘bavianendame’ Jenny, die opkomt voor dat ‘ongedierte’ van een
baviaan, die de toeristen besteelt waar ze er bij staan. Over Krystle en André
die de wilde hond in bescherming nemen omdat iederéén hem weg wil want hij valt
het vee aan - terwijl het misschien de hyena, de jakhals of de aardwolf was. Slechts
weinigen blijken immers te weten hoe een wilde hond er uitziet. Ze vertelt over
de mens die uiterst dodelijk is voor de cheeta, zelfs als hij er niet op jaagt,
omdat hij hem te weinig ruimte gunt. Over de botsing tussen een oude dame en
een dodelijke cobra, en dat die goed meeviel, want de cobra leefde jarenlang in
haar zonder dat ze het wist. En wat te denken van het feit dat in Afrika meer
mensen sterven door een ‘mensenbeet’ dan door een slangenbeet?
Bescherming van
dieren loopt er soms ook op uit dat er op een bepaald moment te veel zijn op
een plek. Neem nu de leeuwen, daar zijn er genoeg van, die laten zich namelijk makkelijk
fokken. Of wacht even, over ‘bescherming’ gaat dit niet, wel over grof geld
verdienen: die gefokte leeuwen zijn uitstekend voor de toeristenindustrie. Wie
wil nu niet graag met een welp op de foto? En als de aaibaarheid er af is,
worden deze makke roofdieren op omheinde terreinen losgelaten voor de
‘ingeblikte jacht’. Rijkelui met een geweer betalen er veel geld voor om met
een trofee naar huis te kunnen. Fijne jagers zijn dat, die een leeuw neerleggen
die toch niet weg kan, die misschien zelfs op zijn belager afkomt omdat hij
denkt dat hij eten brengt…
Dertien diersoorten
behandelt Akveld en allemaal zijn ze door de mens in nood geraakt. Ze tekent
met zin voor nuance de specifieke situatie van de dieren uit en informeert
breed. Je komt te weten waarom cheeta’s in tegenstelling tot andere grote
katten overdag jagen, waarom wilde honden hun prooi niet doden maar levend
verscheuren, dat de grootste vijand van het nijlpaard… het nijlpaard is, waarom
gieren naar (schone) babybilletjes ruiken en je best niet door een hoop
olifantenpoep rijdt. Wetenschappelijke uitleg laat ze samengaan met
verklaringen van diergedrag uit Afrikaanse volksverhalen, je krijgt safaritips
en informatie in de marge van het hoofdverhaal.
Akvelt toont een duidelijk en
overtuigend engagement, maar ze blijft zelf wel op de achtergrond. Ze is een
onzichtbare getuige van botsingen tussen mens en dier in Zuid-Afrika, de ‘fly
on the wall’ zeg maar. Ze laat mensen uit wildparken en opvangcentra aan het
woord en maakt reportages op locatie. Spannende, scherpzinnige teksten in een
sprankelende taal, die baden in een sfeer van avontuur. De informatie die ze
optekent, is persoonlijk, op mensenmaat en karaktervol. Alle verhalen zijn
confronterend, maar iedereen die zich het lot van de dieren aantrekt, is ook
hoopvol. Allen zijn ze Anita Roddick indachtig, die zei: ‘Als je denkt dat je
te klein bent om een verschil te maken, probeer dan eens naar bed te gaan met
een mug.’
Joukje Akveld, Piet Grobler
(ill.): Wij waren hier eerst, Gottmer, Haarlem 2017, 224 p. ill.
ISBN 9789025766498. Distributie L&M
Books
deze pagina printen of opslaan