12+ - Zeventien jaar geleden sloot Philip Pullman zijn bejubelde Noorderlichttrilogie af. Nu is hij terug
met een prequel (al heeft hij het zelf liever over een ‘equal’): Het boek van stof. In het eerste boek
uit die trilogie, La belle sauvage,
leren we Malcolm Polstead kennen, een pientere, elfjarige jongen die bijklust
in de pub van zijn ouders in Oxford. Malcolm vindt werken in de pub heerlijk,
want hij is extreem nieuwsgierig van aard, en de stamgasten vertellen vaak de
interessantste weetjes. Op een dag zijn er drie geheimzinnige mannen te gast,
die Malcolm uithoren over het nonnenklooster aan de overkant van de rivier,
waar hij ook wel eens klusjes doet.
Bij zijn volgende bezoek aan het klooster ontdekt Malcolm
dat er een baby is ondergebracht. Die baby blijkt Lyra te heten (inderdaad, het
hoofdpersonage uit de Noorderlichttrilogie)
en al snel wordt duidelijk dat ze de inzet is van getouwtrek tussen haar vader,
Lord Asriel (ook dat is een oude bekende) en het zogeheten Consistoriale Hof
voor Discipline: in een profetie is namelijk voorspeld dat Lyra het raadsel van
het menselijke bewustzijn ooit zal ontrafelen, wat verstrekkende gevolgen zou
hebben voor de oppermachtige Kerk.
Het eerste deel van het boek is vooral een blij weerzien
(of, voor wie de Noorderlichttrilogie
nooit las, een fascinerende kennismaking) met de volstrekt unieke wereld die
Pullman zijn personages laat bewonen: een wereld die lijkt op de onze, maar dan
zonder auto’s, computers of telefoons, en mét daemonen (pratende dieren die
onlosmakelijk met een persoon verbonden zijn en een afspiegeling vormen van
diens persoonlijkheid), alethiometers (vernuftige instrumenten waarmee je op
een ingewikkelde manier het antwoord op iedere vraag kunt achterhalen),
gyrokopters en noem maar op.
Net als in Pullmans
vorige boeken krijgt de Kerk ook nu weer een stevige veeg uit de pan. De
religieuze instanties die het voor het zeggen hebben, zoals het CHD, proberen
wetenschappelijk onderzoek naar ‘stof’ (de materie waaruit het menselijke
bewustzijn bestaat) te verbieden en neemt daartoe draconische maatregelen.
Malcolms school krijgt bezoek van ‘Het verbond van de Heilige Alexander’, een
op fascistische leest geschoeide organisatie die kinderen ertoe wil aanzetten
om iedereen die zich niet volgens de regels van de kerk gedraagt, te
verklikken, tot hun ouders toe.
Malcolm laat het
gelukkig niet aan zijn hart komen. Hij maakt kennis met Dr. Hannah Relf, een
geleerde die hem Lyra’s voorgeschiedenis uit de doeken doet. Dr. Relf maakt
deel uit van Oakley Street, een soort geheime dienst die tegen de macht van de
Kerk in gaat. Malcolm begint voor haar te spioneren. Tijdens een apocalyptische
overstroming slaagt hij erin Lyra te redden en gaat hij er in zijn kano (‘La
Belle Sauvage’) vandoor, samen met Alice, een nukkig tienermeisje dat ook in de
pub werkt. Alice en Macolm kunnen elkaar niet uitstaan, maar hoe meer ze op
elkaar aangewezen zijn, hoe meer waardering ze voor elkaar krijgen.
Ze worden
achternagezeten door Gerard Bonneville, een van de huiveringwekkendste
personages die Pullman tot nu toe gecreëerd heeft (en dat zijn er toch nogal
wat). De man mishandelt zijn eigen daemon (een ijselijk lachende hyena), iets
wat gezien wordt als een uiting van opperste waanzin. En natuurlijk heeft deze
onverlaat het op Lyra gemunt.
Het tweede deel van het boek is heel anders van toon dan
het eerste. Waar het eerste deel een wereld opriep die weliswaar heel
bijzonder, maar realistisch in zijn consistentie was, verzeilen Malcolm en
Alice in het tweede deel in een soort sprookjeswereld met heksen, elfen,
riviergeesten en verborgen tuinen. Die mythische elementen volgen elkaar zo
snel op, dat het de spanningsboog die in het eerste deel werd opgebouwd, een
beetje doet verwateren. De lezer valt van de ene sprookjesachtige verbazing in
de andere, en raakt daarbij haast de draad van het verhaal kwijt. In dat magische
universum moet het plotseling aannemelijk lijken dat Bonneville, die door
Malcolm en Alice zwaargewond op een eiland was achtergelaten, zonder boot, en
met een kreupele daemon, opeens toch weer opduikt, midden in de nacht, op een
miniscuul eiland dagreizen verderop. De verhaallijn rond Oakley Street en
Hannah Relf raakt in dit tweede deel ook helemaal ondergesneeuwd (of in dit
geval, ondergeregend). Dat is jammer, maar we gaan ervan uit dat hij in het
volgende boek weer boven water komt.
La belle sauvage lost de hooggespannen verwachtingen dus niet
helemaal in. Pullmans wereld en personages zijn nog steeds even intrigerend en
fantasievol, maar de opbouw van het verhaal laat toch wat te wensen over. Ook een
minpuntje is dat de redactie niet overal even zorgvuldig gebeurd is en dat er
hier en daar ietwat storende, stroeve zinnen opduiken, die een volledige
onderdompeling in de weg staan. Toch bevat La
belle sauvage ook nog altijd veel moois en spannends,
en we zijn nu al benieuwd wat het vervolg van deze trilogie te vertellen zal
hebben.
Philip Pullman: La belle sauvage,
Prometheus, Amsterdam 2017, 443 p. : ill. ISBN 9789044635089. Vertaling van La belle sauvage door Lia Belt en Maren Mostert.
Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan