15+ - Hazel Drieghe, achttien, gaat als au pair naar de
familie Pickford in Groot Brittannië, want de moeder daar, Jo, neemt een
time-out. Dat is ook wat Hazels lief nodig had, een time-out. Hazel is er kapot
van en de enige reden dat ze een maand lang over het kanaal op twee kleine
kinderen gaat passen, is om B te vergeten.
Ze wordt in Bournemouth Station
opgewacht door William en zijn zoontje, Isaac, een jongetje van acht met een
ongewoon serieux. ‘This family needs a
leader’ is zijn welkom aan Hazel, en kritisch tegen zijn vader: ‘ze heeft
geen blond haar.’ en: ‘ze spreekt ook
raar, hé dad […] Alleen haar naam
klopt, Hazel.’ Isaac heeft een
mening, dat is hierbij genoteerd. Verder is er ook nog Lizzie, een kindje van
een jaar oud dat alleen maar lijkt te slapen. ‘Lizzie slaapt overal doorheen,’
informeert Isaac, ‘Zelfs door ruzie.’
William legt Hazel snel haar
taken uit – hij moet nog terug naar zijn werk – ,Isaac houdt haar verder bij de
les met: ‘Keukenrol is slecht voor het milieu’, ‘Niet eten is dom’, ‘God heeft
ons allemaal gemaakt’ enzovoort. Met enige regelmaat schreeuwt hij de boel bij
elkaar omdat hij zijn moeder wil. William is erg somber onder de situatie, zijn
vrouw is voor hem geen onderwerp van gesprek. Ze is wel erg afwezig trouwens,
belt nooit eens om te horen hoe de kinderen het stellen en of de au pair het
goed doet. Claudio, een praatgrage Italiaan met wie Hazel bevriend geraakt,
vermoedt geestdriftig een misdadig complot achter Jo’s verdwijning, maar
William laat weten dat ze overspannen is en met rust gelaten moet worden. ‘Het
is ingewikkeld, Hazel. Maar we doen wat we kunnen.’ En dat is voor hem droefgeestig
overgaan tot de orde van de dag. En af en toe een afspraakje maken met Amanda
van het werk.
Hazel
stelt het allemaal vast, maar ze is er niet echt bij. Elke dertig seconden
denkt ze aan B en haar smartphone moet permanent gecontroleerd worden op
‘Berichten van Belang’. Tevergeefs overigens, het blijft stil aan die kant.
‘Wish you were here’ zou ze aan B willen schrijven, maar ze houdt het bericht
in concepten. De liefde heeft een loser van haar gemaakt.
Hoe ironisch is het om in haar
toestand de baken en de drijvende kracht te moeten zijn in een familie die opgesloten
zit in somberheid en verdriet? Terwijl ze vindt dat zij degene is die troost
nodig heeft, moet ze de hele tijd acute problemen oplossen en permanent
beschikbaar zijn voor een stel dat meer vraagt dan zij kan geven. En toch doet ze
het allemaal, gedreven door een ijzeren wil om komaf te maken met haar zielige
obsessie voor B. Maar B houdt haar toch te veel bezig en ze verwenst zichzelf telkens
wanneer ze maar net een drama heeft kunnen voorkomen dat ze niet zag aankomen. Eén
zulk ternauwernood vermeden drama is er te veel aan: Isaac was, toen ze even
niet keek, zijn zus aan het verdrinken in bad. Dat maakt dat ze ten slotte Jo
gaat opzoeken. Het haalt de knoop uit de familiesituatie en uiteindelijk bevrijdt
ze ook het brandend berichtje aan B uit concepten.
Evelien De Vlieger houdt de
timing en verhaalopbouw strak in de hand. Zeer mondjesmaat kom je hier en daar
iets te weten. Isaac geeft tussen de vele wijsheden die hij kwijt moet door veel
weg over de ‘verbraming’ bij de Pickfords. Een echte context die een licht kan
werpen op de familiesituatie ontstaat er echter niet. Was er zoveel ruzie bij
de Pickfords? Was de blije, slaperige Lizzie echt een huilbaby? Waarom moest
Isaac behandeld worden voor bedplassen? Heeft William iets met die Amanda?
Enzovoort, enzovoort. Je komt het niet te weten.
Hazels dagen zijn gevuld met het voorkomen van acuut
onheil, maar de echte drama’s liggen achter het vertelde, spelen zich ongezien
af. Je krijgt er slechts de slagschaduw van te zien. Over haar verliefdheid praten
kan Hazel aanvankelijk niet. Ze vertelt er voor het eerst binnensmonds over
tegen de slapende Isaac. Een veilige optie voor een verhaal dat niemand kan
begrijpen maar dat eruit moet: B is een vrouw, een tandarts nog wel. Hazel had
geprobeerd het te vertellen aan een vriendin, maar die was al in shock voor ze
wist waar het om ging: ‘Een tandarts, bah, dat is sowieso een rechtse zak die
met een Alfa Romeo rijdt en te strakke streepjeshemden draagt’. Begin dan maar.
Schaamte is de oorzaak van hun breuk, B kon er niet mee om, maar ook Hazel
heeft tijd nodig. Het zal tot het einde van het verhaal duren voor ze B’s naam volledig
uitspreekt.
Bij Jo neemt het omgaan met de
problemen ook zijn tijd. Eerst hult ze zich compleet in stilte en als ze
uiteindelijk toch uitlegt waarom ze weg moest, vertelt ze dat niet aan haar
gezin, maar aan Hazel, die ze van haar noch pluim kent – Hazel: ‘Mij moet ze
niet elke dag onder ogen komen.’ Lizzie in bad doen, is op een keer ook voor Jo
een ontstellende ervaring geweest, waaruit ze concludeerde dat ze het niet
verdiende om moeder te zijn. Nochtans, er even met je hoofd niet bij zijn en je
kind uit het oog verliezen, het kan iedereen overkomen. Het zijn soms banale,
dagelijkse gebeurtenissen die ons de das omdoen. Afstand nemen maakt het mogelijk
om ze in de juiste proporties te zien.
De Vlieger schept die afstand
ook voor de lezer, die krijgt Jo’s verhaal uit tweede hand als Hazel het aan
Claudio vertelt. ‘Stilte is foltering’, zegt die met gevoel voor drama. Zwijgen
is namelijk iets waar hij niet aan doet, en hoewel hij aanvankelijk ook niet
mededeelzaam was over wat hem bezwaart, blijft hij maar tateren in aandoenlijk
gebroken Engels. ‘Je moet blijven praten. Je zegt de foute woorden tot de
juiste komen. Maar nooit de stilte.’
Wish you were here is, op lichte toon en deinend op vriendelijke, geraffineerde
humor, een intens boek. De Vlieger pakt nergens uit met grote gebaren of
roerend uitgeschreven scènes. Hazel vertelt in de ik-persoon in de verleden
tijd en registreert nuchter, met een mooie portie ironie en zelfrelativering. Lachen
helpt om emotioneel uit het slop te komen, het maakt haar hopeloze verdriet
gaandeweg behapbaar.
Een knappe passage, waarin hartzeer met humor gecounterd wordt, is deze wanneer
Hazel na een avondje uit Isaac in haar bed aantreft. Isaac is hees van het
huilen, maar Hazel krijgt geen uitleg over het kinderdrama dat zich heeft afgespeeld.
Je leeft alvast mee met het eenzame kind dat troost zoekt bij de au pair, maar Isaac
is op geheel eigen wijze erg rationeel. Praktisch ook. In de kamer waar hij
slaapt, is er namelijk geen dakvenster en hij heeft er een nodig om zijn moeder
naar huis te bidden. ‘Onder een dakvenster werkt het sneller.’ Hilarisch en
intriest tegelijk. Bij Hazel komt de treurnis van de situatie nog niet ten
volle aan, zij is alweer in de ban van haar smartphone.
De Vlieger is helemaal op snee wanneer
ze Hazel, na een hele maand van zorgen en sterk zijn, laat instorten bij
‘Someone like you’ van Adele. Ze huilt en huilt tot het ‘klonk als het burlen
van een hert’. Het is niets, troost ze zichzelf, ‘het is een puur lichamelijke
reflex, veroorzaakt door een paar mineurakkoorden, het is Pavlov maar, Pavlov
en die kut-Adele.’ Melodrama, komisch en gevoelig tegelijk. Tot met het geluid
van een fietsbel – Isaacs ringtone –abrupt een einde wordt gemaakt aan het
beladen moment en Hazel alle zeilen moet bijzetten om de zaken niet nog verder
uit de hand te laten lopen.
Je moet van goeden huize zijn om een dergelijke scene op te
zetten zonder de emotie plat te slaan. De Vlieger kan dat, lichtvoetigheid en
ernst zijn het hele verhaal door zeer mooi in balans. Wish you were here is een ongemeen mooi boek, Evelien De Vlieger heeft
met haar adolescentenromans een enige, authentieke stem in de Vlaamse
literatuur.
Evelien
De Vlieger: Wish you were here, Querido, Amsterdam 2018, 239 p. ISBN
9789045121147. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan