10+ - Twee non-fictieboeken voor de jeugd
heeft Eggers al op z’n naam, beide (nog) niet vertaald, eentje over de Golden
Gate Bridge en eentje over het Vrijheidsbeeld. De tunnels is zijn fictiedebuut voor kinderen.
Start en verhaallijn zijn
klassiek. De mannelijke held, de 12-jarige Gran Bloempjes, verhuist met zijn
vader, moeder (overdag gebonden aan een rolstoel) en zijn zusje Maisie van een
appartement aan de kust naar het stadje Carrousel. Dat leek noodzakelijk voor
zijn vader om werk te vinden. Ze betrekken het oude huis van zijn
overgrootvader. Gran komt door deze verhuizing op een nieuwe school.
Zijn eenzaamheid daar wordt doorbroken door de even allene,
mysterieuze en vaak afwezige heldin Catalina Catalan. Zij is de enige die iets
tegen hem zegt, niet per se heel vriendelijk, maar toch. Op een dag volgt Gran
haar uit school, ze verdwijnt vlak voor zijn ogen. Een volgende keer let hij
beter op, en ziet hij dat ze met behulp van een kennelijk magische deurkruk
ondergronds gaat, in een netwerk van tunnels. Catalina blijkt een ‘lifter’ te
zijn, zonder haar en andere kinderen, zo blijkt, zou de hele stad Carrousel één
groot zinkgat worden!
De vertaalster heeft mooie oplossingen gevonden voor het woord ‘lifter’
(de Engelse titel van het boek is The
Lifters), een boek ‘de optillers’, ‘de stutters’, ‘de heffers’ of iets
dergelijks noemen, is natuurlijk geen optie. De Nederlandse titel leunt op het
voorplat nu mooi op de letterlijke tunnels eronder, en ze noemt de ‘lifters’ in
het boek Openers. Catalina verzet zich aanvankelijk tegen de hulp van Gran,
maar die sluit toch aan, en wordt dus ook een Opener. Gaan de kinderen de stad
redden, en uiteindelijk de wereld?
Het verhaal is werkelijk erg ongeloofwaardig, en vrij saai,
entoenerig verteld. Maar dat is geen
punt binnen dit soort hollywoodachtige verhalen, waarin het gaat om het
avontuur: de wereld wordt bedreigd door kwade krachten en de helden kunnen door
hun positiviteit en saamhorigheid het tij keren. De zaken in het stadje
Carrousel gaan namelijk helemaal niet goed. Vroeger was er een bloeiende, werk
verschaffende fabriek van carrousels. Als de boel bovengronds niet in orde is,
door verval, werkeloosheid en daaruit voortvloeiend verdriet van de
volwassenen, dan zorgt dat voor succes van de ondermijnende krachten,
gepersonifieerd in dit geval door de Holtes, die met razende kracht de
ondergrond uithollen.
En de kinderen maar palen en andere hulpmiddelen inzetten
om de boel te stutten. Moeders rolstoel blijkt nuttig hierbij, later ook haar
kunstenaarschap en ook nog vaders technische vaardigheid. Maar: het stutten is
niet afdoende, zolang het ongeluk overheerst bovengronds, is het dweilen met de
kraan open. Dus ook daar gaat aan gewerkt worden.
Na het bekende vette dieptepunt,
keert de boel ten goede en denderen we richting spetterend happy end. Volkomen
verwacht bij een schrijver als Dave Eggers, die een van de aanjagers is van het
project 826CHI National, een netwerk van schrijf- en leercentra voor kinderen,
waar allerlei cursussen op het gebied van lezen, tekenen en toneelspelen gratis
worden aangeboden. Kinderen dragen de wereld!
Veel humor heeft het verhaal
niet. Eggers probeert zo nu en dan een geintje vanuit de almachtige verteller,
die dan de lezer direct aanspreekt: ‘En hier is je verteller het met Gran
eens’, gevolgd door een vooruitwijzing naar de moraal:
‘Een belofte is als de aarde
onder ons. Ze moet betrouwbaar zijn. Hoe kunnen we lopen, en rennen, en leven
en lachen, wanneer we niet op de grond onder ons kunnen vertrouwen.
Hij probeert ook
slapstick uit, in een lange scène waarin Gran in z’n broek plast. Die is verder
wel heel geestig door de test die Gran en zijn medeleerlingen moeten doen, bij
wijze van therapie, als de school voor een deel in een zinkgat verdwenen is. De
kinderen zullen immers wel ongelukkig en depressief geworden zijn van alle
gebeurtenissen. De computerstem die voor therapeut moet doorgaan, kan de
positieve antwoorden van Gran niet verstaan!
Eggers lijkt ook wel lol gehad
te hebben bij het vinden van de namen. Zo is de wiskundeleraar meneer Vlak, de
lieve, politiek correcte mevrouw heet Voelstra, en Gran voluit Graniet
Bloempjes. Die naam Graniet, met de mogelijkheden tot inkorten en uitspreken
van Gran en Grant, levert wel een paar aardige scènes op.
De illustraties zijn wat
ongelijk. Het klassieke, wat ouderwetse karakter van het verhaal wordt
versterkt door enigszins belegen zwart-wittekeningen. Dat soort tekeningen zie
je in Nederlandse en Vlaamse kinderboeken in de jaren zestig van de 20ste eeuw.
Maar boven elk van de honderdendertien (!) hoofdstukjes staat een fraaie,
vignetachtige prent, waarbij de illustrator alsmaar weet te variëren op vooral
ondergrondse situaties. Wel is het goed zoeken (en zelden vinden) naar wat de
prent met dat specifieke hoofdstukje te maken heeft. Het zwak gecomponeerde
verhaal doen ze niet vergeten. Toch zou het zomaar kunnen dat menig jonge lezer
aan het pageturnen slaat.
Dave Eggers: De tunnels, Moon, Amsterdam 2018, 346+3 p.
ISBN 9789048843459 Vertaling van The Lifters door Karin Pijl. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan