12+ - 'We weten niet
precies wanneer onze voorouders hun mond begonnen te gebruiken om woorden te
zeggen die iets betekenden. De een beweert dat het bijna een miljoen jaar geleden
is. De ander zegt honderdveertigduizend jaar. Het was in ieder geval
onvoorstelbaar lang geleden.'
Dit komt citaat uit Waarom een buitenboordmotor eenzaam
is, Joke van Leeuwens nieuwste "boek voor kinderen en andere
mensen" over de historie, veranderingen en eigenaardigheden van de
Nederlandse taal. Een taal, die, zoals Van Leeuwen terecht vermeldt, niet
alleen in Vlaanderen en Nederland maar ook in Suriname en Zuid-Afrika wordt
gesproken. En bovenstaande uitspraak klopt. We weten heel weinig over de
vroegste tijd van de taal die vermoedelijk de vroegste tijd is van de homo sapiens sapiens: "Latijn voor de
wetende wetende mens, hoewel die mensen nog niet echt veel wisten, want er was
zoveel nog niet begonnen, dus hoe konden ze dat al weten".
Deze uitleg typeert de
veelgeprezen Van Leeuwen, bekend vanwege haar fantasierijke en humorvolle
goochelkunsten met taal en tekeningen in geestige (beeld)verhalen als Deesje,
Iep!, Kukel en Kweenie, die ondanks de gebrekkige kennis
over de ontstaansgeschiedenis van taal toch een knappe poging doet het een en
ander betreffende het Nederlands inzichtelijk te maken. Zo legt Van Leeuwen uit
waarom we geen zeventigduizend letters hebben, dat 'weten wist wordt, maar
meten niet mist', wat een ezelsbruggetje is, dat Middelnederlands nogal
verschilt van het huidige Nederlands en hoe letters proeven en hun klanken
klinken. De karakteristiek van de letterklanken beschrijft en illustreert Van
Leeuwen doeltreffend: de letter-illustraties weerspiegelen de daaronder
geschreven uitleg zodanig dat je automatisch hardop alle klanken uitprobeert.
Zoals in veel boeken van Van
Leeuwen is het samenspel tussen tekst, beeld en typografie fascinerend,
doordacht en doeltreffend. Alle voorbeelden in Van Leeuwens tekst zijn
verhelderend blauw gedrukt. En typische 'Van Leeuwen tekeningen' van
gepersonifieerde cijfers verduidelijken bijvoorbeeld de uitleg van gekruist-,
gebroken en -gepaard rijm. (Een rode Één en Twee lopen hand in hand, gevolgd
door een groene Drie en Vier. Tezamen beelden zij het rijmschema aabb uit.) De
woorden kunnen niet zonder de illustraties die op hun beurt niet zonder de
tekst kunnen.
Een aantal hoofdstukken hebben
buitengewoon intrigerende, prikkelende titels: 'Waarom hagelslag vroeger niet
lekker was', 'Hoe een mannetje een vrouwtje kan worden' en 'Waarom macht mag en
magt niet'. Laatstgenoemde vertelt over de vele spellingshervormingen. Over
veranderingen en regels die niet altijd even logisch zijn, maar toch wel erg
handig. "Want as idereen opsreef wattimaar wauw opsreiven, zouw huttun
inchuwwikkuldu toestant wordun". Kan je kinderen nog makkelijker
overtuigen van de noodzaak van een juiste spelling?
Het
meest intrigerend is echter de titel van het boek. Wie wil er nu niet weten
waarom een buitenboordmotor eenzaam is? Van Leeuwens originele beschrijving van
de treurige lotsbestemming van de buitenboordmotor maakt haar boekje alleen al
de moeite waard en uniek in zijn soort.
"Ik
kan op 96 bladzijden natuurlijk lang niet alles vertellen over het
Nederlands", schrijft Van Leeuwen verontschuldigend in haar
verantwoording. Toch slaagt ze erin een heleboel wél te vertellen en toont ze
prachtig middels tekst en beeld hoe de Nederlandse taal leeft en voortdurend
verandert: Hoe jammer het is dat het 17de-eeuwse 'opbobberen' (tevoorschijn
komen), 'hoddebakkis' (praatjesmaker) en 'neskebollig' (gek) zijn verdwenen,
hoe mooi het is dat Vlamingen nog 'wenen' en in de gymzaal op 'turnpantoffels'
lopen, hoe noorderlingen vreselijk kunnen emmeren en hoe 'Nelli plaatst op 'n
parterretrap 'n pot staalpillen' in zijn geheel van voren naar achteren kan
worden gelezen.
Joke van Leeuwen is erin geslaagd
een buitengewoon boeiend boek te concipiëren over de schoonheid en complexiteit
van de Nederlandse taal. Dit boek hoort thuis in elke bibliotheek.
Joke Van Leeuwen: Waarom een buitenboordmotor eenzaam is,
Ons Erfdeel, Rekkem 20014, 94 p. ISBN 9789079705207
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswelp 2004
deze pagina printen of opslaan