Ommuurd
paradijs
9+ - Jef Aerts verdiende al ruimschoots zijn sporen als auteur van vier
romans voor volwassenen (De Bezige Bij), dichter, toneelauteur (voor producties
van ondere andere De Roovers, Toneelgroep Amsterdam en ZTHollandia) en
muzikant-componist in verschillende bands. Het maakt meteen erg nieuwsgierig
naar zijn jeugdliteraire debuut, dat volgens de achterflap ‘als een sprookje’
leest. De aanlokkelijke cover, met een bijzonder fraaie illustratie van Korneel
Detailleur (zie omslagillustratie), vormt een eyecatcher van formaat en houdt
beloftes in voor het eigenlijke verhaal.
Vanaf de allereerste bladzijde
ontpopt Aerts zich als een gedreven verteller, en maakt hij het levensverhaal
van zijn schrandere hoofdpersonage Lilita sterk aanschouwelijk. Lilita verhaalt
hoe ze twaalf jaar lang opgroeide als een ‘geheim’, wat ze meteen linkt aan de
ontstaansgeschiedenis van het fictieve plaatsje Barnstad. Het levert een rijke,
gelaagde geschiedenis op, over Lilita’s vader die een levensboom plant, en een
‘klein paradijs’ ontwerpt voor zichzelf en zijn geliefde. Wanneer hij de
vrijheidsdrang van zijn echtgenote echter genadeloos tracht in te perken,
verlaat zij Barnstad gedesillusioneerd, en worden de stadspoorten voorgoed
gesloten. Lilita’s moeder trekt zich terug in de natuur, waar Lilita het
levenslicht ziet. De discrepantie tussen natuur en cultuur wordt haarfijn
beschreven, en getuigt van een opvallend zuivere, poëtische expressie. In een
sterk sensitieve stijl schept Aerts het Suikerbos als setting: ‘Ik kreeg melk
en stroop van honingdauw, die moeder maakte van de nectar die bladluizen op de
takken achterlieten. Ik groeide snel. Elke dag droeg moeder me naar een open
plek in het bos. Ze maakte een mengsel van zwarte aarde en bloed, en smeerde
mijn haren in. […] Maar mijn haar is niet zwart. Zelfs niet donkerbruin. Het
heeft de gloed van eikenhout, het pigment van herfstbladeren, geroosterde
hazelnootjes in de zon.’
Lilita identificeert zich met de oorspronkelijke bewoners,
waardoor ze dierlijke eigenschappen vertoont; op haar hoofd groeit bijvoorbeeld
een gewei waarin alle negatieve herinneringen gecondenseerd worden. Op haar
twaalfde maakt ze op de rug van een sprekende reuzenschildpad de overtocht
richting het kleine paradijs, op zoek naar haar vader. Hoewel Aerts behoorlijk
wat fantastische elementen in zijn verhaal integreert, maakt hij zijn relaas
perfect geloofwaardig, de sterke psychologische uitdieping draagt hier
ongetwijfeld toe bij.
Tijdens haar tocht wordt Lilita geconfronteerd met
mensonwaardige omstandigheden buiten de stadsmuren. Onder meer via aangrijpende
passages over mensen op een vuilnisbelt houdt de auteur de lezer een spiegel
voor, waarin de schaduwzijden van onze maatschappij impliciet bekritiseerd
worden. Met de schildpad als gids bereikt Lilita uiteindelijk Barnstad; de
confrontatie met deze besloten maatschappij en de keerzijden van het stadsleven
(milieuproblematiek, individualisme) betekent een heuse cultuurshock, wat ook
op het niveau van de taal weergegeven wordt: ‘In Barnstad werden al die stemmen
bovendien nog eens weerkaatst door de torenhoge muur. Ieder gesproken,
gefluisterd of geroepen woord werd tientallen keren heen en weer geëchood, tot
het moe en uitgeput op de grond viel of zoek raakte in een rioolputje. Soms
vingen mensen woorden en zinnen op die niet voor hen waren bedoeld. Ze bleven
in hun haren kleven of wurmden zich onder een hoedje, op zoek naar een
luisterend oor.’ Deze passages weten Lilita’s gevoel van ontheemding tot in de
kleinste finesses voelbaar te maken. Aerts toont zich een bedreven auteur die
een waaier aan uiteenlopende registers feilloos beheerst; van uitbundig,
expressief proza tot ingetogen beschouwingen en levensechte dialogen. Het maakt
Het kleine paradijs niet alleen interessant voor lezers vanaf een jaar
of tien, maar ook voor jongeren én volwassenen.
In de zogenaamd paradijselijke
enclave leert Lilita (ongewild) diverse facetten van haar vaders
persoonlijkheid kennen. Hoewel lang niet alles haar bevalt, luistert ze wel vol
overgave naar de flarden jeugdherinneringen van haar vader, die de levensboom
haar toefluistert. Ook de eerste ontmoeting met Adem en Speer, de bijdehante
zoontjes uit haar vaders tweede huwelijk, verloopt niet geheel van een leien
dakje. Adem komt zelfs lijnrecht tegenover zijn broer Speer te staan, wat
reminiscenties oproept aan de Bijbelse broedertwist tussen Kaïn en Abel. Vanaf
de allereerste bladzijden doorspekt Aerts zijn relaas met oude verhalen, vol
allusies en mythologische en Bijbelse verwijzingen, onder andere naar het
ontstaan van de mensheid. De symbolische namen (Adem, Speer, Eva) versterken
die indruk; de getallensymboliek verwijst dan weer naar volks- en
cultuursprookjes. Het kleine paradijs laat zich dan ook als eigenzinnig,
alternatief paradijsverhaal lezen, maar Aerts’ debuut enkelvoudig een ‘modern
sprookje’ of ‘allegorie’ noemen, zou afbreuk doen aan dit bijzonder rijke
verhaal, dat erg uiteenlopende thema’s aansnijdt. Zelfs de benadering van
klassieke issues als verdraagzaamheid, de kunst van het afscheid nemen, heimwee
en de verbeeldende kracht van dromen, levert origineel, verrassend proza op.
Tijdens een
nachtelijke expeditie ontdekken Adem en Lilita nog meer barsten in de zogenaamd
paradijselijke samenleving. Een ontsnappingspoging mislukt, maar brengt Lilita
wel in het kantoor van haar vader. Een vader wiens onwrikbare geloof in zijn
schepping voor het eerst stevig aan het wankelen wordt gebracht door het
onverwachte contact met zijn dochter. Het optreden van Lilita’s inderhaast
opgedoken moeder fnuikt echter de natuurlijke ontwikkeling van het verhaal en
ook de verhaallijn rond de ontsnapte Adem komt op een zijspoor. Dat Lilita haar
vaders zogenaamd paradijselijke omgeving kritisch in vraag stelt, en de
beschermende barrière van de muur wil doorbreken, is nogal voorspelbaar en had
een diepgaandere uitwerking verdiend. Aerts zorgt dan weer wel voor een
filosofisch geladen einde met weerhaakjes, dat oprecht beklijft en aan het
denken zet.
Dit debuut voor jonge lezers
doet me uitkijken naar Aerts’ volgende project, het prentenboek Groter dan
een droom, met illustraties van de veel gelauwerde illustratrice Marit
Törnqvist, dat begin 2013 bij Querido verschijnt. Een puntgaaf geheel is Het
kleine paradijs weliswaar niet helemaal geworden, het lijkt
alsof Aerts de verschillende verhaallijnen gaandeweg wat uit het oog
verloor. Maar verder niets dan lof voor Het kleine paradijs, dat alles
in zich heeft om een moderne klassieker te worden.
Jef Aerts: Het kleine
paradijs, Querido Amsterdam, 2012, 166 p.ISBN 9789045113609. Distributie
L&M Books
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2012
deze pagina printen of opslaan