9+ - In 1894 schreef
Maurice Maeterlinck, de enige Belg die ooit bekroond werd met de Nobelprijs
Literatuur, het meesterlijke La Mort du Tintagiles. De toneeltekst is
sterk symbolistisch gekleurd (eigen aan de tijd waarin hij geschreven werd...)
maar is toch een uiterst helder en compact verhaal -- een sprookje eigenlijk --
dat de jeugdigheid bezingt maar tegelijkertijd het zware verlies van die
jeugdigheid verbeeldt.
In
het verhaal wordt het jongetje Tintagiles om een duistere reden per schip naar
het verlaten eiland gebracht waar zijn zussen -- Ygraine en Belangère -- en hun
oude metgezel Aglovale verblijven. Ze leven er eenzaam, opgejaagd als groot
wild en vooral erg ongelukkig over de heersende koningin -- de moeder van hun
moeder – die zich
verschanst in een diepduister, vervallen kasteel. De oude koningin wordt in de
tekst als een niet te benoemen of te beschrijven kwaad geschetst. De figuur is
eerder een dreigende sfeer die Tintagiles en zijn zussen constant op de hielen
zit. De ouderdom, de koningin, aast op de frisse jeugdigheid, Tintagiles. Ze
zal de jongen uiteindelijk ook in haar wurgende handen krijgen.
Het jeugdtheatergezelschap Laika --
en met name regisseur Bart Van den Eynde -- besloot om dit even mooie als
gruwelijke verhaal voor negenjarigen te ensceneren. Men wilde het stuk opvoeren
voor de zieltjes waar de oude koningin op jaagt: kinderlijke zielen gretig naar
leven en weten, met harten vol verlangen. Onder het motto "goed begonnen,
is half gewonnen" werd Bart Moeyaert, die zich op vele literaire terreinen
in positieve zin te onderscheidt, uitgenodigd om Maeterlincks stuk te vertalen
én tevens helder verstaanbaar te maken voor alle mensen vanaf negen jaar.
Moeyaert deed zijn reputatie alle
eer aan. Meer zelfs, met dit pareltje vertaalwerk verruimt hij doodleuk de
definitie van "vertalen". Vertalen is acteren met een pen, zo blijkt
uit Slot, een titel die verwijst naar het duistere kasteel waar de ramp
plaatsvindt maar evengoed naar het afwezige sleutelgat in de deur die de
gevangen Tintagiles van Ygraine scheidt.
Vertalen is de woorden van iemand anders zo integer mogelijk vertolken . Het is
niet, zoals acteurs dit doen, vertolken met een stem en een lichaam maar het is
een rol vertolken met een pen en de woorden van een andere taal. Vertalen is
zoeken naar de juiste woorden die het oorspronkelijke gevoel, de intentie van
de vertaalde auteur, zo oprecht mogelijk communiceren naar een publiek. Zo
beschouwd blijkt Moeyaert een meesterlijke acteur. Hij verandert Maeterlincks
woorden niet maar interpreteert en actualiseert ze. Zijn interpretatie, zijn
licht bijkleuren en bijschaven van de woorden, verleent Maeterlincks tekst een
onovertroffen, herkenbare helderheid in vorm én inhoud. Moeyaert gaf de tekst
een directheid en ernst mee die eigen zijn aan onze tijd maar ook typisch zijn
voor het werk van Moeyaert.
Moeyaert speelt niet met
adjectieven, verkleinwoorden en andere vocabulaire tierlantijnen maar zoekt
telkens -- ook in zijn vertaalwerk -- naar krachtige en bondige formuleringen.
En dat was ook het streven van Maeterlinck. De stilistische verbondenheid
tussen beide auteurs, verklaart (gedeeltelijk) de sublieme kwaliteit van deze
vertaling.
Zo'n tekst schept hoge
verwachtingen. Hoe gaan regisseur en acteurs hier mee om? De voorstelling viel
buiten verwachting flink tegen. Men koos ervoor om de oude man tot een
grootvader te maken (zonder in de voorstelling verder iets mee te doen) en om
Ygraine en Tintagiles door twee zeer jonge aspirant-acteurs te laten vertolken:
Anna Vercammen en Tim David. Het resultaat was een voorstelling veel sfeer had
maar er niet in slaagde om de diepere verhaalinhoud op te roepen.
De scenografie (Geert Peymen) en
bijzondere lichtregie (Arne Lievens) maakten samen met de muziek van Charo
Calvo de oude Thierry-liftenfabriek (waar de voorstelling speelde) tot een
bijzonder mysterieus decor. Een dergelijke portie scenografische mysteriositeit
vereist echter een heldere, concrete verhaalinterpretatie, maar die ontbrak.
De acteurs slaagden er niet in om
het gevoel en de intentie van het verhaal communiceren naar het publiek, iets
waar Moeyaert in zijn tekst wel feilloos in slaagde. Het was alsof de acteurs
woorden uitspraken waarvan de betekenis hun volkomen vreemd was. Het lijkt
alsof de theatermakers trachtten een andere, abstracte sfeer te creëren om zo
alle inhoudelijke lagen van dit symbolistische verhaal aan te raken. Maar
daardoor verzoop men in abstractie, en werd het geheel bijna onverstaanbaar.
Als je de tekst leest, speelt
zich in je hoofd een veel rijkere en mooiere voorstelling af; een voorstelling
die aanzet tot nadenken over graag zien en bang zijn; over jong zijn en zich
oud voelen. Slot is meer dan het begin van een herwaardering van Maeterlincks
stuk. Deze tekst stimuleert ook de waardering van de theatertekst als autonoom
literair genre.
Maurice Maeterlinck: Slot,
Bebuquin, Antwerpen 2005, 43 p. ISBN 9789075175271. Vertaling van La mort de Tintagiles door Bart Moeyaert. Distributie
EPO
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp
deze pagina printen of opslaan