9+ - Een dichtbundel met één… twee… enkele
gedichten. Een revolte van woorden. Een typografisch spektakel. Een
zelfportret. Een oorlogsverhaal. Het wordt steeds moeilijker om de vinger te
leggen op het werk van Ted van Lieshout. Ook Ze gaan er met je neus vandoor glipt je tussen de vingers.
Na één
gedicht haakt de (onbenoemde) dichter af wegens liefdesverdriet en nemen de
woorden het noodgedwongen van hem over. Alleen loopt dat niet van een leien
dakje, want
‘[w]ij zijn goed in woorden
maken, maar niet in verwoorden. Wij kunnen goed in zinnen staan, maar we zijn
niet goed in verzinnen. Daar hebben we nu juist onze dichter voor!’
Die sterke toe-eigening van de dichter leidt tot grappige
en lichtjes schrijnende toestanden, waarbij de woorden op zoek gaan naar een
nieuwe partner in de hoop dat de dichter zo weer gelukkig wordt en aan het werk
gaat. Onbedoeld halen ze zo de woorden van een andere dichter binnen, ‘Hilda
Steenvoet’, die over de Ieperse oorlogsgraven blijkt te dichten. Die woorden
weer uit de bundel weren, leidt tot een ‘bloedige’ typografische strijd,
waarbij enkele letters sneuvelen of gewond geraken.
Wie vertrouwd is met het werk
van Ted van Lieshout en het beeld dat hij van zichzelf ophangt in interviews,
zal ongetwijfeld hier en daar wat menen te herkennen: de strak geblokte
bladspiegel, de rebelse standpunten, de verwijzingen naar hovaardigheid en
homoseksualiteit, de zelfspot, de aandacht voor typografie, het spel met
taalregisters… Genadeloos legt Ze gaan er
met je neus vandoor bloot hoe elke tekst en elk boek een constructie is.
Maar nog meer dan dat legt het bloot hoe makkelijk wij ten prooi vallen aan
stereotiep denken. Dat is grappig en confronterend tegelijk:
‘Wíj zijn toch niet homo? Bovendien is ze jong en onze
dichter is oud! Daar moeten we gebruik van maken! Hoezo? Onze dichter kan dood
neervallen en dan hebben we alvast een jonge vervanger! (…) We mogen toch ook
wel zoeken naar ons eigen geluk? Laten we dan éérst proberen om trouw te
blijven! Verraad kan altijd nog.’
Ook typografisch wordt Ze
gaan er met je neus vandoor steeds radicaler. In de strijd tussen zwarte en
rode letters, horizontale, verticale en diagonale schrijfrichtingen en
witruimte spat niet alleen de agressie, maar vooral ook het scheppingsplezier
van de pagina. Ted van Lieshout doet geen toegevingen: in consequente
volharding blijft de letter ‘i’ – die in de strijd haar punt verloor – ook
gehavend in het nawoord, dat de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog en de
Ieperse begraafplaatsen schetst. Zelden lag zoveel leed verscholen in een
ontbrekende punt. Hoewel van een heel andere aard doet Ze gaan er met je neus vandoor denken aan Het boek zonder tekeningen van B.J. Novak (Lannoo 2015) en De vijand van Davide Cali & Serge
Bloch,
het eerste omwille van zijn typografie en humor, het tweede om het uitgepuurde
oorlogsverhaal. Op de allereerste plaats is het boek natuurlijk gewoon
onmiskenbaar en ongegeneerd zichzelf en zo sterk dat ik voorstel de uitdrukking
‘iemands neus afbijten’ afvallig te zijn en in de plaats daarvan ‘ze gaan er
met je neus vandoor’ te adopteren. O, wat heerlijk kan liefdesverdriet zijn.
Ted van
Lieshout: Ze gaan er met je neus vandoor, Leopold, Amsterdam 2018. : Ill. ISBN
9789025875299. Distributie Standaard Uitgeverij
Meer over het werk van Ted van
Lieshout lees je hier
deze pagina printen of opslaan