10+ - Elizabeth Somers is een intelligente,
11-jarige veellezer. Vrienden heeft ze eigenlijk niet, ze zit altijd met haar
neus in de boeken, de bibliotheek is haar lievelingsruimte. Geld voor boeken is
er ook niet, want de zure oom en tante bij wie ze woont (haar ouders zijn
verongelukt toen ze vier jaar was), zijn vrij arm. Het is dus best raar dat ze
in de kerstvakantie een dure reis mag maken naar het peperdure Winterhuis Hotel.
Drie weken maar liefst mag ze er blijven.
Lang hoeven we niet te wachten op de eerste tekenen van
onheil. In de bus zit een in het zwart gekleed eng echtpaar, dat haar lijkt te
kennen. De man en de vrouw hebben ook nog eens een enorme kist bij zich, gevuld
met boeken, alhoewel ze eerder op een
doodskist lijkt. Ook zij stappen uit bij het hotel, dat, geheel volgens de
wetten van het genre, de eindhalte is van de bus.
De rest van het verhaal voltrekt zich eveneens via aloude
regels. Het hotel is groot met veel ontspanningsruimtes, een snoepfabriekje,
een enorme bibliotheek met verschillende verdiepingen, met bovenin een vrij
duistere, enge zolderachtige ruimte. Ook de kamer die nooit open gaat,
ontbreekt niet, evenals het slimme vriendje (Freddy) met wie Elizabeth een
familiegeheim zal ontrafelen en een dreiging zal afwenden. Dankzij soms
geraffineerde vooruitwijzingen wordt de lezer erop voorbereid dat Elizabeth de
gezinswarmte zal gaan vinden waarop ze al jaren gehoopt heeft. Hier stuiten we
uiteindelijk op het cliché van het teruggevonden familielid.
De auteur heeft goed gekeken
naar andere fantasyverhalen die spelen
in een afgezonderde, kasteelachtige ruimte. Verder moet er een code gekraakt en
wordt het kwaad, in de persoon van Gracella, de tweelingzuster van
hoteleigenaar Norbridge, door het goede verslagen. Veel draait om een verloren
gewaand boek. En passant jat Guterson wat elementen uit Roald Dahls werk, zoals
de verongelukte ouders, misschien ook de snoepjesfabricage. Maar hij vond vooral
inspiratie in Matilda: het veellezertje,
bibliotheekfan, opvoeders die a-cultureel zijn (en tv-verslaafd), een meisje
dat met haar ogen voorwerpen kan laten bewegen, het verlangen naar en vinden
van een warm gezin.
Dit alles zegt niets over de aantrekkelijkheid van dit vlot geschreven boek
voor 10+’ers, immers, een verhaal bestaat juist ook dankzij herkenbare
motieven. Maar het is een beetje onzin om op het achterplat Tonke Dragt reclame
te laten maken met de zin ‘Echt anders - heel bijzonder en origineel’. Die
originele elementen ontbreken overigens niet helemaal. Elizabeth en Freddy
vinden elkaar bij voorbeeld in hun liefde voor puzzels, codes, anagrammen en
woordladders. Met een woordladder opent elk hoofdstuk. De mooiste is uiteraard
die van Fred naar Lies, hun verkorte voornamen: Fred-Fret-Pret-Peet-Pees-Lees-Lies.
Elizabeth is wat codes kraken en woordladders betreft, de beste van de twee.
Het boek heeft een fraai stofomslag, met uitgesneden
doorkijkjes naar het voorplat. Het is het werk van de Nederlandse vormgeefster
Caren Limpens. Over de aantrekkelijkheid van Chloe Bristols illustraties valt
te twisten. De ruimtes worden soms wel fraai weergeven, zonder dat de
illustratrice zich veel aantrekt van de tekst overigens. De personages zijn echter
een en al stijvigheid, de enige die spannend wordt getekend, is Gracella, die
er dynamisch en best aantrekkelijk uitziet, maar helemaal niet ‘stokoud’ zoals
de tekst zegt.
November van dit jaar verschijnt het
vervolg op dit debuut: Geheimen van Winterhuis Hotel (The
Secrets of Winterhouse). Ik verwacht dat in dat boek de duistere kant van Elizabeth
wat meer aandacht gaat krijgen. Op een paar plaatsten in dit eerste deel wordt
die al aangestipt, als een aantrekkelijke mogelijkheid.
Ben Guterson:
Winterhuis Hotel, Leopold, Amsterdam 2018, 319 p. ISBN 9789025876074. Vertaling
van Winterhouse door Imme Dros. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan