6+ - De reeks Tijgerlezen
breidt steeds maar uit. Hoe word je grappig als je niet leuk bent? is
naast de titel ook de centrale vraag in dit boekje voor eerste lezers. Herbert
Droog, professor, doet onderzoek naar lachen. ‘Lachen is het antwoord op bijna
elk probleem’, klinkt het. Maar hoe maak je grappen? Professor Droog heeft naar
eigen zeggen nog nooit een grap gemaakt. Hoe kan hij grappig worden als hij
niet leuk is? De onderzoekstocht kan beginnen…
Jan Paul Schutten, bekend van en
bekroond voor zijn informatieve boeken, neemt in dit dunne boekje de lezer mee
op een bescheiden ontdekkingstocht langs verschillende soorten humor. Absurde
humor, taalhumor en flauwe humor passeren onder meer de revue. Best leuk, dit
onderwerp en de aanpak ervan bij beginnende lezers. Het zet aan het denken: wat
maakt ons aan het lachen? Werkt een grapje voor iedereen? Wat zijn de
mechanismen achter humor? Is geestigheid aangeboren of kan je het leren?
De vorm en de taal
zitten wel goed, met kort afgebakende hoofdstukjes, een afwisselende
bladspiegel en eenvoudige taal. Alleen: het hoofdpersonage, professor Droog, is
écht niet leuk. Maar echt niet. En blijven kleven doet het onderzoek niet, het
gaat erg vluchtig. Het boekje moet het vooral hebben van grolletjes van andere
personages, zoals Klaas De Feuter, die van een wonderkind een winderkond maakt
en van een wetenschapper een schetenwapper.
Maar het grappigst zijn
eigenlijk nog de tekeningen van Jeroen Funke, die zonder dat het in de tekst
benoemd wordt beeldhumor laat spreken. Wie naar de illustraties kijkt, herkent
slapstick (een blok zeep dat op de grond rondslingert met een hark en een
valstrik erachteraan) of kan glimlachen met de wisselwerking tussen woorden en
beeld. Zo staat Professor Droog te dijenkletsen met het idee van een eend in
een spijkerbroek, terwijl hij natuurlijk zelf een eend in een doktersjas is. De
pootjes van insect Klaas komen vervaarlijk dicht kriebelen bij de zwemvliezen
van Droog, en op de deurmat van de woordgrapper staat Nietkom in plaats van
Welkom. Leuk is ook het blikje vis dat enkel in de prenten voorkomt, en dat
klaagt dat hij zijn zonnebrand vergeten heeft. Je denkt er zelf zo bij dat hij
Ton IJn heet en anders wel olie bij zich heeft.
Kortom, daar zijn een
onderzoekende schrijver en een grappige illustrator aan de slag gegaan, maar
met een beetje een melig resultaat.
Jan Paul Schutten, Jeroen Funke: Hoe word je grappig als je
niet leuk bent?, Querido, Amsterdam 2020, 39 p. : ill. ISBN 9789045125107. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan