Deze vierde roman, de derde in vertaling, van crossoverauteur Ruta Sepetys brengt ons naar het Spanje onder Generaal Franco, een jaar of twintig na het eind van de burgeroorlog (1936-1939). Om de een of andere reden is er de laatste jaren veel aandacht voor deze oorlog en de jaren erna in de (jeugd)literatuur.Vorig jaar was er Cornelia Funkes bewerking van Guillermo del Toro ’s film, Pans Labyrint. Het
labyrint van de faun (spelend in
1944, met aandacht voor een van de laatste republikeinse verzetsgroepen); de
laatste roman van Isabel Allende Bloemblad van zee begint in de
jaren van Spanjes burgeroorlog, en verplaatst zich dan naar Frankrijk en Chili.
Ook in de net vertaalde roman De
dwalingen van het vlees 5Atlas:Contact) van de Zweedse Lina Wolff spelen de
wreedheden van het Franco-regime een belangrijke rol.
Dat die oorlog nog vers in het
geheugen ligt, wordt de lezer meteen onder de neus gewreven, in een scène vol
bloed. Het personage Rafa levert het bloed voor de bloedworst en ziet
tegelijkertijd voor de zoveelste keer zijn vader voor zijn ogen doodgeschoten
worden, twintig jaar terug. Daarna volgt een goed geconstrueerd verhaal dat
niet alleen aandacht vraagt voor de van beide kanten opportunistische
vriendschap tussen Spanje en de Verenigde Staten, maar vooral voor een tot vrij
recent diep geheim gebleven schandaal: dat van verhandelde ‘wees’kinderen. Een
samenwerkingsverband tussen het bewind en de katholieke kerk. Kinderen waren
zogenaamd dood geboren, de ouders werden naar huis gestuurd, het kind werd
verkocht aan een buitenlands gezin of aan goed-katholieke Franco-aanhangers.
Het is 1957. Franco verwelkomt eindelijk de toeristen. De
Amerikaan Daniel Matheson denkt met zijn ouders vooral op kennismakingsreis te
zijn in het geboorteland van zijn moeder. Zijn ouders blijken echter heel wat
meer aan hun hoofd te hebben. Zijn vader is er voor het sluiten van een
oliecontract, waarbij hij ook Franco zal ontmoeten. Moeder heeft een geheime
agenda: een adoptiekind ophalen. Daniel, groot fan van Robert Capa, is van plan
vooral veel te fotograferen. Hij wil er in doorgaan, tegen de wens van zijn
vader in. Het gezin verblijft in een zeer chique hotel en krijgt zelfs een eigen
bediende, Ana, toegewezen. Het klikt nagenoeg meteen tussen Ana en Daniel, na
enige tijd gaan ze al wat samenwerken op het punt van de fotografie. Zo brengt
Ana hem in contact met een fotografiewinkel en levert ze commentaar op zijn
afdrukken of hoe hij ze als reeks kan inzetten. Daniel kan, dankzij de
perskaart van de plaatselijke reporter Ben, de handdruk van Franco met zijn
vader vastleggen, maar zelfs dat kan zijn vader niet overtuigen.
Op dubieus advies van de flierefluitende zoon van de
Amerikaanse ambassadeur zoekt Daniel Ana op in haar armoedige wijk Vallecas,
waar veel op een zijspoor gezette republikeinen terecht gekomen zijn, zoals
oud-onderwijsmensen en andere intellectuelen. Langzaam ontdekt Daniel dat het
gezin niet alleen gebroken uit de oorlog is gekomen, maar ook dat het volop te
maken heeft met de kwestie van de ‘dode’ kinderen. Maar Ana, haar broer Rafa
(en diens vriend Fuga), haar oudere zus Julia en haar nicht Puri, die werkt in
de katholiek kindertehuis, hebben besloten voorlopig de stilte (zie de titel)
te bewaren voor hun geheimen. Niet onverstandig, gelet op de intimiderende
aanwezigheid van de guardia civil (‘Lakleren mannen met lakleren zielen’
genoemd, een schuingedrukt leidmotiefje). De lezer weet wel wat ze weten. Puri
ontdekt in het archief het gerommel met de baby’s in allerlei adoptiedocumenten,
Rafa en Fuga moeten (ze verdienen wat bij als grafdelver) tot hun verbijstering
met enige regelmaat lege doodskistjes begraven. Ten slotte blijkt dat Daniels eigen
gezin er eveneens bij betrokken is, zeer
close zelfs.
Hoewel het tussen Daniel en Ana
echte liefde is, moeten ze elkaar, door de omstandigheden, loslaten. In het
tweede deel, dat speelt in 1975 en ’76, keert de vrijgezel gebleven Daniel samen
met zijn stiefzus terug naar het inmiddels nét vrijere Spanje. Het zal geen
verbazing wekken dat er veel opgehelderd wordt. En omhelsd.
Het is Sepety gelukt een meeslepend verhaal te vertellen
over Spanjes ‘wezen’schandaal, aan de hand van twee families die intiem
verweven blijken. En passant laat ze, aan de hand van tussen de hoofdstukken
opgenomen memo’s en krantenberichten, zien dat haar land, de VS, duidelijk met Franco’s
Spanje in zijn maag zat, maar de handelsbelangen toch liet prevaleren. Ook pakt
ze nog even de actuele kwestie mee van de Vallei der Gevallenen, een enorm
mausoleum waar Franco-volgelingen eervol, en republikeinen eerloos hun laatste
rustplaats vonden – een kwestie waar Spanje dan weer mee in z’n maag zit. Ook
Franco lag er, tot vreugde van zijn fans die hem daar kwamen opzoeken. Zeer
recent zijn Franco’s resten ergens anders neergelegd.
Het verhaal wordt vlot verteld, met een paar enigszins
gemakkelijke wendingen, vooral in de eerste scènes van Daniel en Ana. Sepety
bezondigt zich nauwelijks aan effectbejag. Wellicht is de beginscène wat te
expliciet dramatisch om echt interessant te zijn. Klef romantisch is ineens na
twintig jaar de hereniging van Daniel en Ana op een stil pleintje. Heel erg Hollywood,
de slow motion dient zich vanzelf aan.
Van verschillende kanten, het dringendst en dwingends door
Miquel van de fotozaak, van Ben en van Fuga, krijgt Daniel het advies zich niet
te gedragen als drager van Spanjes geschiedenis, die de duistere geheimen wel
eens even zal ophelderen, bijvoorbeeld met zijn krachtige foto’s. Hij kan zijn
lens op het Spaanse volk richten, maar het is niet zijn land. Het is ook daarom
mooi dat zowel op het Nederlandse als op het Amerikaanse omslag ‘Daniel’
ontbreekt, maar dat er gekozen is voor het portret van een vrouw, in wie je Ana
kunt zien, en wellicht ook een beetje Puri.
Sepety heeft zich goed gedocumenteerd, zoals ook in haar
eerdere boeken. Haar uitgever, overtuigd van haar kracht op het gebied van
historische fictie, zette haar op het spoor van ‘de verdwenen kinderen van
Spanje’. Mijn inschatting is dat volwassenen dit boek interessanter zullen
vinden dan young adults. Achterin vinden we een indrukwekkende literatuurlijst,
een woordenlijst en een paar pagina’s met foto’s, waarvan er enkele ‘van Daniel’
geweest kunnen zijn, die worden namelijk beschreven in het verhaal.
Ruta Sepetys: Stilte heeft een eigen stem, Luitingh-Sijthoff,
Amsterdam, 2020, 553 p. ISBN 9789024588756. Vertaling van The Fountains of
Silence door Aleid van Eekelen-Benders. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan