8+ - Raf (8) en Robbie (5) beginnen aan een nieuw avontuur. Ze
verhuizen van de drukke stad naar de boerderij van hun opa en oma op het
platteland. De moeder van de broertjes heeft namelijk een nieuwe baan in het
ziekenhuis daar in de buurt. Hun vader is recentelijk ontslagen en probeert er
achter te komen wat hij nu eigenlijk wil met zijn leven. Dat zorgt voor veel
spanningen in het gezin.
Jowi Schmitz weet in Beste broers karakteristieke personages
en beeldende omgevingen neer te zetten. Zo schrijft ze over een jolige vader
die constant push ups aan het doen is en te vaak dezelfde grapjes maakt, een
moeder die te druk met haar werk is en nog steeds niet weet dat Raf niet van
boter op zijn brood houdt en een opa die niet veel lacht, een beetje stug is en
alleen maar aan zijn toren in het bos wil bouwen.
Oma omschrijft de familie als erg eigenzinnige types: ‘Dat
je zelf bedenkt wat je wil, maar niet altijd bedenkt wat iemand anders wil’.
Deze eigenschap is bij elk volwassen personage, behalve oma, opvallend aanwezig
en zorgt voor veel pijnlijke situaties die voor de broertjes niet prettig zijn.
Robbie is nog iets te jong om daarop te reflecteren, maar Raf niet. Hierdoor
zit hij met vragen in zijn hoofd als: ‘Hoe zorg je ervoor dat je opa en oma
niet doodgaan. Hoe maak je je moeder weer blij. Of, nog beter, hoe zorg je dat
je ouders weer verliefd op elkaar worden’. Deze vragen zijn nog enigszins
geloofwaardig voor een kind van acht. In de rest van het verhaal staan echter
onrealistische overdenkingen van Raf. De toch al zware onderwerpen worden hier
nog eens extra door aangedikt.
Aan het begin van het
verhaal bieden de illustraties van Chuck Groenink afleiding van de wat
moeilijke thema’s. De tekeningen geven de emoties mooi weer. Vooral de
illustraties die een hele pagina beslaan, slokken de lezer even op. Naarmate
het verhaal vordert maken de familieleden een ontwikkeling door: vader vindt
zijn passie in bakken, moeder geeft de kinderen meer aandacht, opa keert terug
uit het ziekenhuis, oma’s hartoperatie is goed verlopen en de broertjes zijn
enorm dapper geweest. Ontboezemingen tussen personages en filmisch beschreven
passages zorgen voor veel ontroering. Met name de momenten waarop blijkt
hoeveel opa van zijn vrouw houdt en de oprechte verontschuldiging van moeder
aan Raf zijn erg meeslepend.
Schmitz weet veel te
zeggen in weinig woorden:
“Eerst waren we
gewoon broers, omdat dat nou eenmaal zo was. Nu zijn we …” hij pauzeert even
omdat hij het woord anders gaat uitspreken - “Broers.” “Beste broers,” zeg ik.
Het zijn zulke passages die
ervoor zorgen dat het verhaal ondanks de pittige thema’s toch prettig leesbaar
is.
Jowi
Schmitz: Beste broers, Hoogland & Van Klaveren, Hoorn 2020, 228 p. ISBN
9789089673169
deze pagina printen of opslaan