Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 10, NOVEMBER 2020

Wouter Deprez, Randall Casaer (ill.): De Baron von Münchhausen

door Sofie Brants

8+ - De onwaarschijnlijke verhalen van de baron von Münchhausen zijn de voorbije tweehonderd jaar wereldwijd verteld, vertaald én verdraaid. De echte baron Karl Friedrich Hieronymus von Münchhausen (1720-1797) stond erom bekend de gasten op zijn landgoed te trakteren op sterke verhalen. Rudolf Erich Raspe (1737-1794) was de eerste die deze verhalen neerschreef als De merkwaardige reizen, avonturen en veldtochten van Baron Munchausen. Het boek verscheen in 1785 in het Engels en bevatte toen al uitvergrote verhalen. Gottfried August Bürger (1747-1794) deed er nog een schepje bovenop: in een vrije Duitse vertaling gaf hij de baron zijn volledige naam terug en voegde hij heel wat verhalen toe (Avonturen van de Baron von Münchhausen, 1786). De bewerking van Wouter Deprez volgt de verhalen uit de eerste editie van Raspe en focust op de jachtgeschiedenissen en de Russisch-Turkse veldslagen.
 
In de eerste hoofdstukken staan de reisverhalen van de baron centraal. Zo beschrijft hij meermaals hoe hij ternauwernood ontsnapt uit de klauwen van een hongerig dier. Tijdens een diner bij een oude generaal besluit hij dan weer een grapje uit te halen door de alcoholgassen die uit het hoofd van de generaal komen te vermengen met de rook van zijn sigaar waarop een heuse steekvlam ontstaat. 
Het contrast met de eerste vertellingen van Raspe wordt hier duidelijk. De baron van Raspe komt eerder kortaf en elitair over. In de interpretatie van Deprez vertelt hij, net zoals ook bij Bürger, met veel meer animo en enthousiasme. Dit wordt aangesterkt door de levendige taal en het veelvuldig gebruik van uitroeptekens in de tekst, maar evengoed door de geluidseffecten, muziek en de intonatie van Deprez op de audio-CD bij het boek.  
Hoewel de oorspronkelijke vertelsels van de baron vermoedelijk niet bedoeld waren voor kinderen en de jacht een thema is dat vandaag gelukkig geen plaats meer heeft in kinderboeken is het ook belangrijk om dit onderwerp in zijn tijd te zien: het jagen op dieren is onlosmakelijk verbonden met wat er die avond op tafel staat. Een uitzondering hierop vormt het verhaal over een blinde zwijnenmoeder die zich laat leiden door het krulstaartje van haar zoon. De baron schiet dit staartje af en leidt de nietsvermoedende moeder zo mee naar zijn huis. Het schijnbaar macabere plezier dat de baron heeft in deze gebeurtenis laat de lezer achter met een onbehaaglijk gevoel en doet de vraag rijzen of dit verhaal in de huidige tijdsgeest een toegevoegde humoristische waarde biedt aan het aanvankelijke doel van vermaak. Deprez weet de jachtverhalen wel te contrasteren met verhalen over de liefdevolle band tussen de baron en zijn honden en paarden, en geeft de baron hiermee een stukje menselijkheid terug waarvan de lezer misschien dacht dat hij het niet bezat.
 
Willem Frederik Hermans schrijft in zijn boek Het sadistische universum (1974) dat de baron in de verhalen van Raspe wordt neergezet als een soort ‘heerser over leven en dood’, misschien wel omdat Raspe zo het gevoel had de controle over zijn eigen turbulente leven te behouden. Het staat vast dat ook in hervertellingen, waaronder deze, die bovenmenselijke eigenschap blijvend aan de baron wordt toegeschreven. Vooral zijn eigen dieren overleven de meest benarde situaties: het paard Hinnik wordt in tweeën gehakt door een neervallend hek maar is na hereniging met zijn achterlijf weer snel als vanouds.
 
De overdrijvingen in de tekst worden door illustrator Randall Casaer sterk in de (water)verf gezet: landschappen overheersen de baron in potloodtekening en gevaarlijke dieren worden uitvergroot. De illustrator beperkt zich veelal tot grijstinten. Mooi is ook hoe hij alle dieren die sneuvelden tijdens de jacht op de laatste pagina levend en vredig bij elkaar brengt.
 
Zoals dat gaat in de folklore is het nog maar de vraag wat er overeind blijft van de verhalen die de baron écht aan zijn gezelschap vertelde en of zijn naam dan wel niet het enige overblijfsel is van die vertellingen. De baron ziet het als zijn plicht om zijn verhalen in dit boek te ontdoen van elk verzinsel dat er de afgelopen jaren aan werd toegevoegd. Deprez geeft de ‘leugenbaron’ dus een stem, want volgens hem moet overdrijven niet verward worden met liegen. ‘Overdrijven is een cadeautje dat de verteller aan de luisteraar geeft. Een bezoeker komt niet bij je langs om de saaie waarheid te horen, die kent hij al!’. Toch verliest hij zich onvermijdelijk in het moeilijke onderscheid tussen de ‘originele’ vertellingen van Raspe en de daarna verschenen bewerkingen. Zo zijn de verhalen waarin de baron zich verplaatst op een afgevuurde kanonskogel of waarin hij zich aan zijn pruik eigenhandig uit een moeras weet te trekken toevoegingen van Bürger.
 
De rol die de baron speelt in de ontwikkeling van zijn verhalen is tot op de dag van vandaag onmiskenbaar: als hij de hervertellers iets heeft bijgebracht is het wel de kunst van het overdrijven. De Baron von Münchhausen is een pleidooi voor dat overdrijven, het tarten van verbeelding en met dit in gedachten de verhalen van de baron in al hun absurditeit weer verder te vertellen ‘want avonturen verder vertellen is de beste manier om ze opnieuw een beetje mee te maken’.  
 
Wouter Deprez, Randall Casaer: De Baron von Münchhausen, De Eenhoorn, Wielsbeke 2020, 74 p. : ill. ISBN 9789462914803

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri