8+ -
De onwaarschijnlijke verhalen van de baron von Münchhausen zijn de voorbije
tweehonderd jaar wereldwijd verteld, vertaald én verdraaid. De echte baron Karl
Friedrich Hieronymus von Münchhausen (1720-1797) stond erom bekend de gasten op
zijn landgoed te trakteren op sterke verhalen. Rudolf Erich Raspe (1737-1794) was
de eerste die deze verhalen neerschreef als De merkwaardige reizen,
avonturen en veldtochten van Baron Munchausen. Het boek verscheen in 1785
in het Engels en bevatte toen al uitvergrote verhalen. Gottfried August Bürger
(1747-1794) deed er nog een schepje bovenop: in een vrije Duitse vertaling gaf
hij de baron zijn volledige naam terug en voegde hij heel wat verhalen toe (Avonturen
van de Baron von Münchhausen, 1786). De bewerking van Wouter Deprez volgt
de verhalen uit de eerste editie van Raspe en focust op de jachtgeschiedenissen
en de Russisch-Turkse veldslagen.
In de eerste hoofdstukken staan de
reisverhalen van de baron centraal. Zo beschrijft hij meermaals hoe hij
ternauwernood ontsnapt uit de klauwen van een hongerig dier. Tijdens een diner
bij een oude generaal besluit hij dan weer een grapje uit te halen door de
alcoholgassen die uit het hoofd van de generaal komen te vermengen met de rook
van zijn sigaar waarop een heuse steekvlam ontstaat.
Het contrast met de eerste
vertellingen van Raspe wordt hier duidelijk. De baron van Raspe komt eerder
kortaf en elitair over. In de interpretatie van Deprez vertelt hij, net zoals
ook bij Bürger, met veel meer animo en enthousiasme. Dit wordt aangesterkt door
de levendige taal en het veelvuldig gebruik van uitroeptekens in de tekst, maar
evengoed door de geluidseffecten, muziek en de intonatie van Deprez op de
audio-CD bij het boek.
Hoewel de oorspronkelijke vertelsels
van de baron vermoedelijk niet bedoeld waren voor kinderen en de jacht een
thema is dat vandaag gelukkig geen plaats meer heeft in kinderboeken is het ook
belangrijk om dit onderwerp in zijn tijd te zien: het jagen op dieren is
onlosmakelijk verbonden met wat er die avond op tafel staat. Een uitzondering
hierop vormt het verhaal over een blinde zwijnenmoeder die zich laat leiden
door het krulstaartje van haar zoon. De baron schiet dit staartje af en leidt
de nietsvermoedende moeder zo mee naar zijn huis. Het schijnbaar macabere
plezier dat de baron heeft in deze gebeurtenis laat de lezer achter met een
onbehaaglijk gevoel en doet de vraag rijzen of dit verhaal in de huidige
tijdsgeest een toegevoegde humoristische waarde biedt aan het aanvankelijke
doel van vermaak. Deprez weet de jachtverhalen wel te contrasteren met verhalen
over de liefdevolle band tussen de baron en zijn honden en paarden, en geeft de
baron hiermee een stukje menselijkheid terug waarvan de lezer misschien dacht
dat hij het niet bezat.
Willem
Frederik Hermans schrijft in zijn boek Het sadistische universum (1974)
dat de baron in de verhalen van Raspe wordt neergezet als een soort ‘heerser
over leven en dood’, misschien wel omdat Raspe zo het gevoel had de controle
over zijn eigen turbulente leven te behouden. Het staat vast dat ook in
hervertellingen, waaronder deze, die bovenmenselijke eigenschap blijvend aan de
baron wordt toegeschreven. Vooral zijn eigen dieren overleven de meest benarde
situaties: het paard Hinnik wordt in tweeën gehakt door een neervallend hek maar
is na hereniging met zijn achterlijf weer snel als vanouds.
De overdrijvingen in de tekst
worden door illustrator Randall Casaer sterk in de (water)verf gezet:
landschappen overheersen de baron in potloodtekening en gevaarlijke dieren worden
uitvergroot. De illustrator beperkt zich veelal tot grijstinten. Mooi is ook
hoe hij alle dieren die sneuvelden tijdens de jacht op de laatste pagina levend
en vredig bij elkaar brengt.
Zoals
dat gaat in de folklore is het nog maar de vraag wat er overeind blijft van de
verhalen die de baron écht
aan zijn gezelschap vertelde en of zijn naam dan wel niet het enige
overblijfsel is van die vertellingen. De baron ziet het als zijn plicht om zijn
verhalen in dit boek te ontdoen van elk verzinsel dat er de afgelopen jaren aan
werd toegevoegd. Deprez geeft de ‘leugenbaron’ dus een stem, want volgens hem
moet overdrijven niet verward worden met liegen. ‘Overdrijven is een cadeautje
dat de verteller aan de luisteraar geeft. Een bezoeker komt niet bij je langs
om de saaie waarheid te horen, die kent hij al!’. Toch verliest hij zich
onvermijdelijk in het moeilijke onderscheid tussen de ‘originele’ vertellingen
van Raspe en de daarna verschenen bewerkingen. Zo zijn de verhalen waarin de
baron zich verplaatst op een afgevuurde kanonskogel of waarin hij zich aan zijn
pruik eigenhandig uit een moeras weet te trekken toevoegingen van Bürger.
De rol die de baron speelt in
de ontwikkeling van zijn verhalen is tot op de dag van vandaag onmiskenbaar:
als hij de hervertellers iets heeft bijgebracht is het wel de kunst van het
overdrijven. De Baron von Münchhausen is een pleidooi voor dat
overdrijven, het tarten van verbeelding en met dit in gedachten de verhalen van
de baron in al hun absurditeit weer verder te vertellen ‘want avonturen verder
vertellen is de beste manier om ze opnieuw een beetje mee te maken’.
Wouter
Deprez, Randall Casaer: De Baron von Münchhausen, De Eenhoorn, Wielsbeke 2020,
74 p. : ill. ISBN 9789462914803
deze pagina printen of opslaan