Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2021

Jet van Overeem, Annemarie van Haeringen (ill.): Victorine

door Henk van Viegen

6+ - Ik heb het ene boek over pesten nog maar net besproken (Vluchtweg van Goedele Ghijsen) of het volgende valt op de mat. Het is wel totaal anders, waardoor ook dit boek zich kan voegen in de immense hoeveelheid jeugdboeken over het onderwerp. Het woord ‘pesten’ zul je overigens niet aantreffen in de tekst, die tamelijk impliciet is. De jonge lezer zal z’n best moeten doen en voor volwassenen valt er voldoende te halen, ook in literair opzicht.
 
Op het voorplat van Victorine fietst het blije hoofdpersoontje van het boek je met losse handen tegemoet. Ze heeft een ontdekking gedaan, zelf en dankzij de geëigende helpers die in dit soort verhalen óók nodig zijn. Victorine is onbevangen en niet geïnteresseerd naar hoe ze eruit ziet. Tot ze op een dag merkt dat de andere kinderen daar anders over denken. Ze deelt dat met de lezer die ze een paar keer aanspreekt. Ja, nu ziet ze het ook, mooi is anders, raar lijf, te wild haar, rare schoenen. Een stomme naam heeft ze ook nog. Gym is aan haar niet besteed, de ballen vliegen haar om de oren. Was ze maar net zo ‘gebakken’ als de andere kinderen…
 
Allemaal bekende elementen van de pestverhalen, maar de aanpak is verfrissend. Victorine werkt als het ware samen met de pesters, ze begrijpt van hen dat het kennelijk aan haar zelf ligt en doet dus een stap in de richting van zelfverloochening. Inventief zijn verder de twee, ook prachtig in beeld gebrachte, dromen en het motief van de spiegel.
 
Ten slotte wordt het, heerlijk, grote vakantie. Languit ligt ze naast de boom in vlekjes zonlicht, ze is bevrijd en hoeft van niemand iets. Een leuke buurjongen vraagt haar mee, en oma (die is vaak een held) geeft haar in een droom het laatste zetje. Het boek eindigt op de eerste schooldag na de vakantie, maar die wordt niet beschreven.
 
Het is prettig dat het hierbij blijft, je slaat het boek dicht en wordt niet gehinderd door uitleg of informatie. Wil je meer weten over pesten of over de auteur en haar intenties, dan is er haar site. Daar vind je (ook) een lesbrief met bijvoorbeeld een opdracht over hoe het verhaal verder zou kunnen gaan.
 
Van Overeem had zelf de tekeningen kunnen verzorgen. Ze wéét ook erg veel van illustraties, zoals het duidelijkst blijkt uit het naar haar concept opgezette kinderkunstboekenproject in het Gemeentemuseum (ook wel: Kunstmuseum) Den Haag, in samenwerking met uitgeverij Leopold. Maar ze koos voor, en kreeg Annemarie van Haeringen. Haar illustraties zijn al even verfrissend als de aanpak van de schrijfster.  
 
Van Haeringen plaatst Victorine, die op nagenoeg alle plaatjes in zwartwit gekleed is, steeds op/in een groot kleurvlak. Het bed en het bureau in Victorines kamer zijn op de scheiding van de twee vlakken geplaatst en krijgen dus twee kleuren. De illustraties stimuleren niet alleen de verbeelding, ze zijn ook echt uitbreidend. Als de kinderen treiteren bijvoorbeeld, zijn hun gezichten die van dieren. Een keer vosachtigen, een andere keer, als ze schreeuwen, met scherpe snavels. De meester ziet niks van het gepest. Bruut snijdt Van Haeringen de helft van zijn hoofd eraf als de oubollige figuur, in een grijs kleurvlak, met de al even ouderwets geklede juf ‘rondjes’ loopt langs een streep van het schoolplein.  
 
Het zwart en het blauw van de nacht, het geel en oranje van de zomer (en het roze fietspad!), het is allemaal even mooi. De tekeningen houden het verhaal ook licht, waardoor het pesten niet te zwaar wordt aangezet. Het heeft voor de jongste lezers wel een tamelijk pittige en misschien vrij vroeg gebrachte boodschap: je mag jezelf zijn, ‘ik ben ik’.  
 
Jet van Overeem, Annemarie van Haeringen: Victorine, Hoogland & Van Klaveren 2021, 32 p. ill. ISBN 9789089673619

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri