Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2022

Toon Tellegen, Marc Boutavant (ill.): Echt boos is wel wat anders

door Jan Van Coillie

6+ - Echt boos is wel wat anders. Dit is echt een Toon-Tellegen-Titel, zo’n titel die je meteen aan het denken zet. Hoezo ‘wat anders’? Anders dan wat? En dan dat kleine woordje ‘wel’, dat de uitspraak sterker maakt en tegelijk een echo is van het woordje ‘echt’. Want daar gaat het om, niet zomaar boos zijn, maar ECHT boos.  

De titel komt uit de mond van de vuurpad in het openingsverhaal. Hij rukt de stekels uit de rug van de egel, draait de steeltjes van de slak om, legt een onontwarbare knoop in de slurf van de olifant en legt nog enkele andere dieren het vuur aan de schenen. Ze huilen, roepen, sissen en zijn woedend, maar echt boos zijn ze volgens de vuurpad niet. Uiteindelijk komen de dieren tot het besef dat ze niet  weten wat echt boos zijn inhoudt. Misschien komen ze er nog wel het dichtste bij met vergelijkingen: misschien lijkt wat zij waren meer op vrolijk of op iets heel zwaars, waarop iedereen zwijgend naar huis sjokt en ook de lezer met een onontwarbare knoop achterblijft.
 
‘Donker en koud’, zo is het bos op het einde. Maar tegelijk laat het verhaal bij de lezer ook een warm gevoel na. Alle onheil dat de pad aanrichtte, wordt immers hersteld doordat de dieren mekaar helpen. Die mix van warmte en ontreddering spreekt duidelijk uit de prent van Marc Boutavant: de krekel die de stekels van de egel terug plant, en de schildpad die de slak weer op weg zet, zijn hartverwarmend. Ook de felgele lucht straalt warmte uit, maar tegelijk ligt heel wat droefenis in de blik en de houding van de olifant, de eekhoorn en de reiger. Net daarin steekt de kracht van Boutavant: hoe hij met kleuren, blikken en houdingen gevoelens oproept.
 
Het zijn vooral de illustraties van Marc Boutavant die deze tien verhalen van Toon Tellegen opnieuw tot leven wekken. De verhalen verschenen eerder in de bundel Is er dan niemand boos? (Querido 2002) met tekeningen van Annemarie van Haeringen. In dat boek kreeg elk verhaal één of een paar illustraties, hier kon de illustrator zich helemaal uitleven en elke belangrijke scène in beeld brengen. Beide illustratoren leveren pracht werk in een heel eigen stijl die de dieren een unieke persoonlijkheid geeft.
 
Neem de vuurpad die op beide covers prijkt. Van Haeringen tekent hem aardebruin met oranje buik, stampend van woede tegen een bruingrijze achtergrond; Boutavant beeldt hem af als een kleine, zwarte schim die met de voorpoten in de lucht lijkt te brullen tegen het bos op de achtergrond onder een oranjeroze hemel. Of neem de olifant: bij Van Haeringen een gezellige babyolifant, bij Boutavant een volwassen exemplaar met afgebroken (afgezaagde?) slagtanden. Geregeld beelden beide illustratoren eenzelfde scène af. Het opvallendst is dat bij het verhaal van de sprinkhaan, die op het eind op zijn bed gaat liggen met alle jassen uit zijn winkel boven op zich. Beide prenten doen denken aan Andersens sprookje ‘De prinses op de erwt’. Het opvallendste verschil steekt in het kleurgebruik: Van Haeringen tekent de berg kleren in vrolijke, bonte kleuren tegen een witte achtergrond; bij Boutavant ziet de stapel kleren er somber en zwaar uit in de donkere kamer.
 
Deze afwisseling van donker en licht én van boosheid en vrolijkheid of gezelligheid kleurt overigens ook de verhalen van Tellegen. Maar vooral wordt daarin veel nagedacht, en niet alleen over boosheid. Opvallend is de aandacht voor kleine woorden die nuanceren of versterken zoals in de volgende zinnen uit ‘De eekhoorn en de mier’: ‘De eekhoorn dacht aan de mier en aan de verte en aan vrijwel zeker en aan nooit.’ Of ‘De eekhoorn wist dat sommige dingen soms echter lijken dat ze zijn. Maar hij wist ook dat vrijwel zeker nooit hetzelfde is als helemaal zeker.’ In ‘De slang’ staat het absolute ‘altijd’ centraal. In heerlijke kronkels vertelt Tellegen wat ‘altijd’ in dit geval betekent. In ‘De krekel’ duikt de eerste brief uit de bundel op, een vaak gebruikt communicatiemiddel in Tellegens dierenwereld. Zijn brief aan de beer waarom hij NIET welkom is op zijn verjaardagsfeestje eindigt compleet anders dan je verwacht. Een vergelijking van de openings- en slotprent bij dit verhaal maakt duidelijk hoe Boutavant ook in het donker zowel verdriet als tevredenheid weet op te roepen.
 
Bij ‘De eekhoorn en de olifant’ had ik het sterkste gevoel van herkenning, ik kon me dit verhaal uit de bundel van 2002 nog helemaal voor de geest halen. Zonder twijfel komt dat door de ijzersterke dialogen, met een onvergetelijke mix van humor en tederheid die een rijkdom aan gedachten oproept over vriendschap en liefde, verdraagzaamheid en geduld, maar vooral over geluk. Uiteindelijk is het dit prikkelen van gedachten over wat wezenlijk is in het leven dat deze verhalen zo bijzonder maakt. In ‘De bidsprinkhaan’ gaat het over trots, schaamte en spijt. In ‘De mier’ wordt de boosheid een levend iets dat niet op kan tegen de vriendschap. ‘De zwaan, de kikker en de egel’ relativeert zowel boos als vrolijk zijn en het laatste verhaal, ‘De tor’ is zo open als een verhaal maar open kan zijn. Ook in dat verhaal staan brieven centraal, alleen krijg je die niet te lezen, wat voor een heerlijk ontregelende leeservaring zorgt.
 
Het blijft een wonder hoe Tellegen zijn lezers, hoe jong of oud ze zijn, telkens opnieuw een betoverende leeservaring weet te bieden binnen zijn dierenwereld die even fantasierijk als herkenbaar is, even lichtvoetig als diepgaand. En altijd doet hij dat in een taal die tegelijk helder en verrassend is, poëtisch en beeldend. Wat deze uitgave extra aantrekkelijk maakt is dat deze mix ook in de illustraties van Marc Boutavant steekt.
 
Toon Tellegen, Marc Boutavant: Echt boos is wel wat anders, Querido, Amsterdam 2022, 67 p. : ill. ISBN 9789045126302. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri