10+ - Henry Lloyd is ontmaskerd. De meermaals bekroonde Daan
Remmerts de Vries, die in 2021 de Theo Thijssen-prijs voor zijn ganse oeuvre
ontving, blijkt zowel het brein te zijn achter deze mysterieuze auteur als
achter illustrator Laurens Rawie.
Na Flin, of de verloren liefde van een eenhoorn
en Prinses Nola en haar waardeloze prins
neemt Lloyd zijn lezers voor de derde keer mee naar de middeleeuwse wereld
rondom het magische Doolwoud. Daar zitten Prinses Nola en Prins Clemens met de
handen in het haar. Tot hun afschuw wil hun zoon Fons, dapper maar klein van
stuk, ridder worden. ‘Ik wil het slechte bestrijden. Ik zal opkomen voor de
mensen die zichzelf niet kunnen verdedigen!’ Na zijn zestiende verjaardag trekt
Fons, ondanks zijn tegensputterende ouders, de wijde wereld in. Aanvankelijk
vinden de mensen op zijn pad het moeilijk om zo’n kleine ridder voor vol aan te
zien en lachen ze hem uit. Maar gaandeweg weet hij struikroverbendes op de
knieën te dwingen en zo het respect van de plaatselijke bevolking te winnen.
Kleine Fons
heeft de bijzondere gewoonte om hoogdravende, belerende toespraken voor de
schurken te houden: ‘Wee deze dag, dat je mijn pad hebt gekruist! Maar ik kan
je nu verzekeren: de weg die je bewandelt is er één van misère, jij gauwdief!’
Een speelse twist is dat die schurken toch vooral lijken te capituleren door
zijn hooghartig gewauwel. ‘”Stop!” brult de man. “Alsjeblieft! Doe wat je wilt!
Maak me af voor mijn part…. Maar hou óp met dat verschrikkelijke gezever!”’ Na
de struikroverbendes wordt pas het bittere ernst. Hij gaat de slechte heks uit
het Doolwoud verjagen. Dat moet de kroon op zijn werk worden.
Lloyd neemt de nodige ruimte om
zijn lezers een inkijk te geven in het levensverhaal van die heks. Tara heeft
altijd al op haar hoede moeten zijn voor mensen. Als klein kind werd ze
getreiterd en als heks beschouwd omdat ze spierwit haar, één bruin en één groen
oog had. Wanneer haar ouders overlijden, vindt Tara onderdak en bescherming bij
de dubieuze kruidendokter Mint. Hier doet ze veel kruidenkennis op, maar ze
komt ook in aanraking met de beginselen van zwarte kunst. Wanneer één van Mints
medicijnen veel doden maakt onder de plaatselijke bevolking, moet Tara een tweede
keer de razernij van de mensen ontvluchten. Zo komt ze na een poos rondzwerven
terecht in het Doolwoud en bouwt er een hut om voor altijd te blijven. Wie aan
haar hut of haar tuin raakt wordt zonder pardon betoverd. Grappig is de scene
waar Tara de eenhoorn Juniper betovert in een ‘zee-eenhoorntje’en hem met een
grote boog in het meer smijt omdat hij haar met zijn grote mond het woud uit wilde
zetten. Maar de betoveringen verdwijnen na een paar dagen spontaan en zijn
enkel bedoeld als ‘een lesje in beleefdheid’.
De confrontatie tussen Fons en
Tara in het Doolwoud is een turbulente aaneenschakeling van krachtmetingen, maar
heeft ook iets liefs en sprankelends. Aanvankelijk willen ze elkaar alleen maar
sarren en overtroeven, maar al snel worden hun gevoelens complexer. Zo tovert
Tara Fons terug naar het kasteel van zijn ouders, maar meteen daarna gaat ze
zijn knuffeldraak stelen om hem, notabene een mens, terug naar zich toe te
lokken. Tegelijkertijd smeedt ook Fons, samen met Mono de tweehoofdige dwerg,
Juniper en de andere dieren, plannen om Tara uit het woud te verdrijven.
Maar je voelt hem
veranderen. Fons, die een heel verhaal lang zo vol was van zichzelf, die zo
duidelijk meende te weten wat goed was en wat slecht, durft te twijfelen. Het
verwart hem dat hij Tara grappig vindt. En hij vraagt hij zich af of je ook
medelijden mag hebben met je vijand en waarom hij altijd tegen alles wilde
vechten. Prachtig is het stukje over het theefeestje dat Mono beraamd heeft.
Fons zal, zoals afgesproken, het slaapmiddel in Tara ‘s thee doen. Toch voelt
dit helemaal niet aan als een snood plan. Hier hangt duidelijk de sfeer van een
eerste afspraakje tussen een verliefd koppeltje. En hoe Fons daar met een
margriet in zijn knoopsgat staat te stuntelen... Moe gevochten staakt het
tweetal uiteindelijk de strijd. Fons verklaart Tara zijn liefde en wil haar
meenemen naar het kasteel van zijn ouders, een suikerzoet einde dat net een
tikkeltje te gepolijst aanvoelt.
Lloyd brengt opnieuw een humoristische, poëtische ode aan
de liefde, die de kracht bezit om mensen boven zichzelf te laten uitstijgen. Ik
kijk al uit naar het vierde deel.
Henry Lloyd, Laurens Rawie: Het grote leven van kleine
Fons, Querido, Amsterdam 2022, 328 p. : ill. ISBN 9789045127057. Distributie
L&M books
deze pagina printen of opslaan