7+ -
Het volkssprookje Sneeuwwitje werd reeds in 1812 voor de eerste keer opgetekend
door de gebroeders Jacob en Wilhelm Grimm in hun Sprookjes voor kind
en gezin. Het oorspronkelijke Sneeuwwitje was eigenlijk helemaal niet voor
kinderen bedoeld. De aanpassingen van Wilhelm Grimm in de tweede druk (1819)
zorgden voor een meer ‘kindvriendelijke’ versie, met een versterkte educatieve
boodschap en de introductie van enkele archetypen.
Hoewel veel kinderen vooral
bekend zijn met de interpretatie van Walt Disney worden nog regelmatig nieuwe
bewerkingen uitgebracht, gaande van romantische literaliseringen zoals bij
Disney en sterk vereenvoudigde voorstellingen voor peuters (Sneeuwwitje
van Dick Bruna, 1966) tot psychologische herschrijvingen (Zwart als inkt
van Wim Hofman, 1998). Daan Remmerts de Vries waagt zich met Sneeuwwit
aan een vernieuwende adaptatie met het persoonlijke ontwikkelingsproces van
Sneeuwwitje als uitgangspunt. Het is zijn tweede gezamenlijke
sprookjesbewerking met Mark Janssen, eerder deden ze al hetzelfde met Het Jungleboek van Rudyard Kipling.
Prinses Sneeuwwitje
woont in een torenkamertje van een statig kasteel. Ze vult haar dagen met
wandelen in de tuin, uitstapjes naar de keuken en praten tegen een ietwat
klunzige kater die ze Karel de Stoute noemt. Sneeuwwitjes vader, koning Alfred,
is behekst door diens nieuwe vrouw Zilla Tarantel en zit daardoor al jaren
wezenloos op zijn troon. Wanneer Zilla erachter komt dat niet zij maar wel
Sneeuwwitje de mooiste van het land is, draagt ze de jager op om haar
stiefdochter te doden tijdens een wandeling in het bos.
Sneeuwwitjes actieve rol is al
merkbaar op de eerste pagina. De meeste bewerkingen volgen de inleiding van de
gebroeders Grimm die beschrijft hoe een kinderloze koningin droomt van een
‘kindje zo wit als sneeuw, zo rood als bloed en zo zwart als het hout van het
raamkozijn’. In deze versie vraagt een nuchtere Sneeuwwitje zich echter luidop
af waarom haar overleden moeder haar zo genoemd heeft ‘want ze is toch roze’.
Tegelijkertijd komt het meisje nog heel naïef over, wanneer ze in de wolven in
het bos lieve honden ziet of geen vermoeden heeft van kwaad opzet als de
koningin haar man dwingt om een vergiftigd drankje te drinken.
De afvlakking of het zelfs volledig
weglaten van persoonlijkheidskenmerken is typerend voor het karakter van (oude)
sprookjes. Remmerts de Vries maakt maar al te graag komaf met deze trend en
beschrijft zijn personages uitgebreid. Zo wordt duidelijk waarom schoonheid
belangrijk is voor Zilla en dat de jager helemaal niets van vrouwen begrijpt
(‘Met hun eeuwige gezwets over glazen muiltjes of de laatste hit van de een of
andere minstreel.’). Zelfs de spiegel krijgt een koppige en gevatte
persoonlijkheid. Deze vermenselijking zorgt voor meer inlevingsvermogen bij de
lezer.
De jager stuurt Sneeuwwitje
ver het bos in, waar ze na een lange tocht onderdak vindt bij zeven dwergen.
Anders dan in de originele versie van de Grimms ontwikkelen de dwergen een
innige band met het meisje. Die band wordt danig op de proef gesteld op het
moment dat haar goedgelovigheid ervoor zorgt dat de heks haar twee keer bijna
kan doden. Een derde poging met een vergiftigde appel lijkt effectief te zijn
en Sneeuwwitje wordt door de ontroostbare dwergen opgebaard in een glazen kist.
Wanneer prins Sander op de proppen komt en haar wil meenemen gebeurt het
ondenkbare: het meisje valt en de schok wekt haar weer tot leven. Niet geheel
toevallig is het de wolf die eerder in het verhaal het meisje naar het huis van
de dwergen leidde ook het dier dat de val veroorzaakt.
Ook de visuele voorstelling van
Sneeuwwitje en haar nevenpersonages werd al meermaals onder handen genomen.
Janssen schetst een vrij klassiek beeld van Sneeuwwitje dat ongetwijfeld dicht
aanleunt bij wat de Grimms in gedachten hadden: een frêle meisje met lang zwart
haar en rode lippen. De donkere passages van Zilla zijn maatgevend voor haar
dreigende karakter. Dromerige landschappen op een dubbele bladzijde scheppen
sfeer en rust, de kleine tekeningen op de tekstpagina’s zorgen voor een leuke
toevoeging.
Remmerts de Vries bevestigt in Sneeuwwit
zijn talent als meesterverteller: inventieve zinsnedes wisselen af met spitse
dialogen. De scherpzinnige humor maakt de tekst levendiger en geeft deze
bewerking een grote meerwaarde. Verkleinwoorden worden veelal achterwege
gelaten. Dit is reeds merkbaar in de titel en lijkt een bewuste keuze te zijn
van de auteur: door Sneeuwwit niet te reduceren tot een verkleinwoord bevestigt
hij haar zelfontplooiing naar een sterk(er) persoon.
Een aanvulling van Remmerts de Vries is het stuk waarbij
Sneeuwwitje en Sander met hun ridders terugkeren naar het kasteel om haar vader
te bevrijden. Dit kan enkel door de toverspiegel te breken die Zilla macht
geeft, al blijkt dat geen eenvoudige opdracht te zijn. Het is door een nogal
onbeholpen tussenkomst van, hoe kan het ook anders, Karel de Stoute dat de heks
haar eigen spiegel breekt en nadien in flarden as neervalt.
De emancipatie van Sneeuwwitje
is opmerkelijk: het onschuldige en lieflijke meisje van weleer commandeert nu
een leger ridders. Door haar tijd bij de dwergen heeft ze een sterke wil
gekregen en neemt ze het heft in eigen handen, met haar onvoorwaardelijke
empathie als drijfveer. Hoewel ze smoorverliefd zijn, beslist Sneeuwwitje om
niet meteen met Sander te trouwen en elkaar eerst wat beter te leren kennen. De
rooskleurige lucht op het einde staat alvast symbool voor een hoopvolle
toekomst, ver van letterlijke clichés als ‘ze leefden nog lang en gelukkig…’.
Over nieuwe bewerkingen van traditionele sprookjes is al
heel wat inkt gevloeid. Tegenstanders menen dat de vertelsels in hun
oorspronkelijke staat behouden moeten blijven en elke herschrijving nefast is
voor de boodschap van het origineel. In een interview in de Grote Vriendelijke
Podcast zei Remmerts de Vries zich bijzonder goed thuis te voelen in een wereld
van kastelen en prinsessen, waar er nog geen sprake is van technologische
revolutie. Maar hij zet ook geslaagd in op het hand in hand gaan van vroeger en
nu en de afwisseling tussen realiteit en magie. Zo combineert hij in Sneeuwwit
de donkere tovenarij van Zilla met haar obsessie voor eigentijdse
schoonheidsidealen zoals volle lippen en weelderige wimpers. Een fantasiewereld
waarin alles mogelijk is en de verbeelding vrij spel heeft, is dat niet net wat
een goed sprookje behoeft?
Sneeuwwit is het ultieme bewijs van hoe een klassiek
sprookje prima herschreven kan worden met een moderne twist, zonder daarbij de
kernelementen uit het oog te verliezen.
Daan Remmerts de Vries, Mark Janssen: Sneeuwwit, Volt,
Amsterdam 2022, 112 p. : ill. ISBN 9789021435848. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan