12+ -
‘Je wilt toch niet dat ze van je
denken dat jij ook homo bent?’
Deze intimiderende zin komt uit de mond van Khalid, de
oudere broer van het 12-jarige hoofdpersonage King. Toen leefde Khalid nog, en
was hij nog niet zomaar dood neergeploft op het voetbalveld. Evengoed blijft de
tekst staan als een huis voor King, die zijn broer adoreert, en hem nog
regelmatig ontmoet en spreekt in zijn dromen. Jammer is wel dat het zijn beste
vriend Sandy ‘Charles’ Sanders betreft, die hem in vertrouwen heeft meegedeeld
dat hij homo is. Tot zijn eigen verbazing, maar ook weer niet, antwoordde King
dat hij soms denkt dat hij dat ook van zichzelf denkt… Na die uitspraak van
zijn broer heeft hij Sandy al een paar maanden niet gesproken.
Ook bij zijn vader
hoeft King hier niet mee aan te komen. Ze zijn zwart, en dat geeft al problemen
genoeg. De plaatselijke sheriff, de vader van Sandy, heeft moeite met zwarte
mensen, net als zijn zoon Mikey, om maar te zwijgen van hun vader en opa, die
lid was van de Ku Klux Klan. Zwarte mensen kunnen geen homo zijn, is vaders standpunt,
dat kunnen ze alleen maar ‘opgelopen’ hebben als ze te veel met witte lui
omgaan. En nu zit het gezin nog volop in het rouwproces ook, waarbij het tot nu
toe ieder voor zich is.
Enfin, deze motieven zijn geramd geïntroduceerd. Het
vriendengroepje van King, zwart en wit door elkaar zonder problemen, is
verdeeld over het homo-zijn. Ze vertegenwoordigen de volwassen standpunten:
gedogen, in orde vinden, afwijzen, er grappen over maken. Een van hen, Jasmine,
vraagt verkering (er is qua taal weinig veranderd) met King en die gaat min of
meer akkoord. Hij voelt namelijk niet de kriebels, die hij wel bij Sandy heeft.
Dan verdwijnt
Sandy. Dat brengt de twee jongens wel weer bij elkaar, maar veroorzaakt nieuwe
problemen. King, die al een paar leugens op z’n geweten heeft richting ouders
en medeleerlingen, moet nu ook liegen over zijn geaardheid en over het feit dat
hij weet waar Sandy is. Dat laatste vertelt hij echt niet: dan moet die terug naar
zijn gewelddadige vader. Ja, de sheriff is een echte schurk.
Er valt voor verschillende personages een heleboel te
leren, niet alleen voor King. Die groeit langzaam naar zijn comingout en naar
een eerlijker iemand. Helaas krijgen we als samenvatting een daverend cliché:
‘We mogen zijn wie we zijn en houden van wie we houden, zeg ik. ‘Het doet er
niet toe wat anderen van je vinden.’
Vader maakt verhoudingsgewijs de sterkste veranderingen
door. Een echte man (zoals dat heette) is hij, die doet wat gewoon is en zo
hoort. Echte mannen huilen niet, spreken hun gevoelens niet uit, haten homo’s
en koken niet. Dat verandert voor hem allemaal. Voor een deel is dat te danken
aan Kings tante Idris, een wijze vrouw, die vader tegenwicht biedt. Maar ook
aan de liefde voor zijn zoon King. Vaders veranderingen leiden als vanzelf tot
het nieuwe normaal, dat het in beton gebeitelde oude, zogenaamd gewone normaal
weet te vervangen.
We vermoedden eigenlijk al
meteen wel, dankzij het optimisme van opdracht en motto (‘Voor iedereen die
lief heeft, wie of wat dan ook. Het komt goed met ons’) dat er een happy end zou
zijn. Er wordt, heel Amerikaans, heel wat ‘ik hou van je’ uitgewisseld tussen
ouders en kinderen, een relatie die graag aangezet wordt in romans en films.
Het is kennelijk ook nog erg nodig dat kinderen leren over het moeten kunnen
van homoseksueel zijn. Al kan hier de aantekening gemaakt worden, dat dit het
eerste jeugdboek voor jongere kinderen schijnt te zijn met een zwárt
hoofdpersonage dat homoseksueel is.
En ook dat huilen voor mannen en jongens mág. Er wordt wat
afgehuild, tranenmeren worden er vergoten door King en Sandy, en ook vader
begint het te leren. In deze opzichten is de roman al bijna ouderwets te
noemen, zeker vergeleken met Callenders vorige boek, Dit is best
wel een episch liefdesverhaal, dat veel
diversere (qua gender) personages heeft, en daardoor ook een plek kreeg in de
door Edward van de Vendel en Querido gestarte Glow-reeks. De, zwarte, auteur overigens
is iemand die zich niet wil vastpinnen op hij of zij. Desondanks zullen bibliotheken
in de wat conservatievere staten van de VS ook met dit nieuwe boek wel weer
enige moeite hebben…
Ook qua structuur zitten we helemaal op de Amerikaanse toer. Een vette
crisis, de climax op een dynamische locatie, in dit geval New Orleans tijdens
een carnavalsoptocht, je ziet de film al voor je. Met daarna een volbloed
catharsis, waarin een hoofdrol voor het gezin. Eindelijk, en dat wordt fraai
beschreven, kunnen vader, moeder en zoon samen rouwen. Ook mooi zijn de
schuingedrukte passages waarin King nog communiceert met zijn dode broer, die
meer is dan alleen homofoob en over een breed spiritueel en filosofisch
denkkader beschikt. Het meest beklijft diens statement: ‘je bent je lichaam
niet’, een zin die heel geestig terugkomt als King ‘m spontaan gevarieerd
herhaalt tegen een klasgenoot.
Aan de taal valt weinig te beleven, die is bijna
kroniekerig saai. Het lijkt me dat dat niet komt door de ervaren vertaalster,
want Callenders eerste naar het Nederlands vertaalde jongerenroman, Dit is
best wel een episch liefdesverhaal, had in dit opzicht meer te bieden.
Kennelijk lag de jongerentaal de auteur beter dan die van oudere kinderen. Of
ze heeft ervoor gekozen vol voor de boodschap te gaan en de taal eenvoudig te
houden. Annelies Jorna’s vertaling van ‘dragonfly’ naar ‘drakenvlinder’ lijkt
logisch: ‘King en de libelles’ klinkt niet erg cool.
Het voorplat is overgenomen van
de oorspronkelijke hardcover. Op die van de Amerikaanse pocket staat een
illustratie met King aan een bayou, een moeraskreek of -meertje. Dat is
de plek, in Louisiana, waar het verhaal begint en eindigt, waar King in het
gezelschap van vele drakenvlinders vooral aan zijn broer denkt.
Kacen Callender: King
en de drakenvlinders, Querido, Amsterdam 2022, 207 p. ISBN 9789045126760. Vertaling
van King and the Dragonflies door Annelies Jorna. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan