10+ - Na de zomervakantie, de school is net begonnen,
nemen Björk, haar puberbroer Ingó, hun ouderse en hun hondje Kappi nog wat
extra vakantie. Met de veerboot varen ze naar een afgelegen eiland om oma na
een ongelukkige val te gaan helpen. Papa vertrok er tweeëntwintig jaar geleden en
is nadien nooit meer teruggekeerd. Björk kijkt er erg naar uit om haar oma voor
de eerste keer in levende lijve te ontmoeten.
De eerste confrontatie met het
eiland is een hele schok. Alle honderdzevenennegentig eilandbewoners leven er
samen in één flatgebouw van twaalf verdiepingen. Het volledige dorpsleven
speelt zich binnen de flat af. Met energie wordt bijzonder zuinig omgesprongen.
Zo eet iedereen in de kantine, zodat niet elke woning een koelkast en een
fornuis nodig heeft. Elke bewoner wekt zelf de elektriciteit op die hij verbruikt,
gsm-bereik is er amper. Isolement en wederzijdse controle zijn sleutelwoorden
in deze gemeenschap.
Oma is huisbewaarster, vergelijkbaar met een burgemeester. Ze is een
norse, stugge vrouw die absoluut niet van plan is het gezin van haar zoon
zomaar onderdak te verschaffen. De flat is immers enkel bestemd voor wie zich
nuttig maakt in de gemeenschap. Ook de andere eilandbewoners lijken niet erg
opgezet met de nieuwkomers en hun moderne leefgewoonten van het vasteland. Helemaal
wanhopig wordt Björk wanneer ze ontdekt dat de volgende veerboot pas in mei zal
terugkeren vanwege de steeds zwaardere, onvoorspelbare winters die het eiland
teisteren. Daar komt nog bij dat Björks ouders dit op voorhand wisten. Ze beschouwden
de lange periode op het eiland als een nieuwe start nadat ze allebei ontslagen
werden op hun werk.
De flatvergadering kent de drie oudsten een taak toe, waardoor het gezin
een verblijfsvergunning krijgt. Papa wordt parasietenmanager, mama wordt assistent
in de stal, mestruimer dus. Ingó moet helpen in de keuken. Hun woning bestaat
uit één kamer in de kelder, zonder toilet. Ze moeten overduidelijk onderaan de
maatschappelijke ladder starten.
De hoofdpersonages evolueren snel in het verhaal. Al gauw
ervaart mama dat ze is ‘thuisgekomen’. Het eenvoudige, sobere leven op het
eiland heeft haar bevrijd van haar jachtige leven op het vasteland. Björk maakt
vlotter contact met leeftijdsgenoten en presteert beter op school en Ingó
groeit uit van een nukkige puber tot een behulpzame jongen, maar eigenzinnig
blijft hij. Hij bouwt een schuilhut op de landtong, waar toch een beetje gsm-bereik
is en werkt er aan Ingóland, zijn persoonlijk youtube kanaal. Ook oma wordt
langzaamaan milder. Alleen papa blijft zich ongelukkig voelen.
Ondertussen ontrolt
zich een soort detectiveverhaal. Er gebeuren allerlei mysterieuze dingen, die
een steeds grimmiger karakter krijgen. Zo verdwijnen de tweehonderdvijftig
lepels uit de kantine, worden de stroomkabels van de lift gesaboteerd en
explodeert het waterbedrijf. Björk wordt als eerste met de vinger gewezen, het
onvermijdelijke lot van een nieuwkomer. Maar ze ontdekt dat Valur de dader is. Hij
rebelleert hiermee tegen het verstikkende isolement op het eiland. Papa kende de
dader al lang, maar hield de jongen een hand boven het hoofd omdat hij zijn
eigen frustratie van tweeëntwintig jaar geleden herkende.
Dit verhaal, dat in 2020 de
Icelandic Literary Award won, zet op een originele manier aan het denken over
grote, maatschappelijke thema’s zoals de moeilijke positie van vluchtelingen,
de druk die een gemeenschap op een individu kan leggen en de zorg die onze aarde
nodig heeft. Na de ontmaskering van Valur komt je echter in een ontregelende stroomversnelling
van gebeurtenissen terecht. Papa en oma praten hun geschil van jaren geleden
uit en het gezin blijft op het eiland. Valur krijgt toestemming om naar school
te gaan op het vasteland. De langverwachte eerste veerboot in mei overspoelt
het eiland met toeristen, gelokt door de filmpjes op Ingóland en de
eilandbewoners lijken hier helemaal klaar voor te zijn. Oma is stiekem getrouwd
met de tandarts en wil met hem op wereldreis. Die algehele openheid ontstaat
plots en vrijwel helemaal uit het niets, wat afdoet aan het verhaal.
Arndís
Pórarinsdóttir, Hulda Sigrún Bjarnadóttir en Linde Faas: De flat aan het einde
van de wereld, Volt, Amsterdam 2022, 320 p. : ill. ISBN 9789021468259.
Vertaling van Blokkin á heimsenda door Willemien Werkman. Distributie L&M
books
deze pagina printen of opslaan