Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 8, OKTOBER 2022

Arndís Pórarinsdóttir, Hulda Sigrún Bjarnadóttir, Linde Faas (ill.): De flat aan het einde van de wereld

door Katrien Maris

10+ - Na de zomervakantie, de school is net begonnen, nemen Björk, haar puberbroer Ingó, hun ouderse en hun hondje Kappi nog wat extra vakantie. Met de veerboot varen ze naar een afgelegen eiland om oma na een ongelukkige val te gaan helpen. Papa vertrok er tweeëntwintig jaar geleden en is nadien nooit meer teruggekeerd. Björk kijkt er erg naar uit om haar oma voor de eerste keer in levende lijve te ontmoeten.
 
De eerste confrontatie met het eiland is een hele schok. Alle honderdzevenennegentig eilandbewoners leven er samen in één flatgebouw van twaalf verdiepingen. Het volledige dorpsleven speelt zich binnen de flat af. Met energie wordt bijzonder zuinig omgesprongen. Zo eet iedereen in de kantine, zodat niet elke woning een koelkast en een fornuis nodig heeft. Elke bewoner wekt zelf de elektriciteit op die hij verbruikt, gsm-bereik is er amper. Isolement en wederzijdse controle zijn sleutelwoorden in deze gemeenschap.
 
Oma is huisbewaarster, vergelijkbaar met een burgemeester. Ze is een norse, stugge vrouw die absoluut niet van plan is het gezin van haar zoon zomaar onderdak te verschaffen. De flat is immers enkel bestemd voor wie zich nuttig maakt in de gemeenschap. Ook de andere eilandbewoners lijken niet erg opgezet met de nieuwkomers en hun moderne leefgewoonten van het vasteland. Helemaal wanhopig wordt Björk wanneer ze ontdekt dat de volgende veerboot pas in mei zal terugkeren vanwege de steeds zwaardere, onvoorspelbare winters die het eiland teisteren. Daar komt nog bij dat Björks ouders dit op voorhand wisten. Ze beschouwden de lange periode op het eiland als een nieuwe start nadat ze allebei ontslagen werden op hun werk.
 
De flatvergadering kent de drie oudsten een taak toe, waardoor het gezin een verblijfsvergunning krijgt. Papa wordt parasietenmanager, mama wordt assistent in de stal, mestruimer dus. Ingó moet helpen in de keuken. Hun woning bestaat uit één kamer in de kelder, zonder toilet. Ze moeten overduidelijk onderaan de maatschappelijke ladder starten.
 
De hoofdpersonages evolueren snel in het verhaal. Al gauw ervaart mama dat ze is ‘thuisgekomen’. Het eenvoudige, sobere leven op het eiland heeft haar bevrijd van haar jachtige leven op het vasteland. Björk maakt vlotter contact met leeftijdsgenoten en presteert beter op school en Ingó groeit uit van een nukkige puber tot een behulpzame jongen, maar eigenzinnig blijft hij. Hij bouwt een schuilhut op de landtong, waar toch een beetje gsm-bereik is en werkt er aan Ingóland, zijn persoonlijk youtube kanaal. Ook oma wordt langzaamaan milder. Alleen papa blijft zich ongelukkig voelen.
 
Ondertussen ontrolt zich een soort detectiveverhaal. Er gebeuren allerlei mysterieuze dingen, die een steeds grimmiger karakter krijgen. Zo verdwijnen de tweehonderdvijftig lepels uit de kantine, worden de stroomkabels van de lift gesaboteerd en explodeert het waterbedrijf. Björk wordt als eerste met de vinger gewezen, het onvermijdelijke lot van een nieuwkomer. Maar ze ontdekt dat Valur de dader is. Hij rebelleert hiermee tegen het verstikkende isolement op het eiland. Papa kende de dader al lang, maar hield de jongen een hand boven het hoofd omdat hij zijn eigen frustratie van tweeëntwintig jaar geleden herkende.
 
Dit verhaal, dat in 2020 de Icelandic Literary Award won, zet op een originele manier aan het denken over grote, maatschappelijke thema’s zoals de moeilijke positie van vluchtelingen, de druk die een gemeenschap op een individu kan leggen en de zorg die onze aarde nodig heeft. Na de ontmaskering van Valur komt je echter in een ontregelende stroomversnelling van gebeurtenissen terecht. Papa en oma praten hun geschil van jaren geleden uit en het gezin blijft op het eiland. Valur krijgt toestemming om naar school te gaan op het vasteland. De langverwachte eerste veerboot in mei overspoelt het eiland met toeristen, gelokt door de filmpjes op Ingóland en de eilandbewoners lijken hier helemaal klaar voor te zijn. Oma is stiekem getrouwd met de tandarts en wil met hem op wereldreis. Die algehele openheid ontstaat plots en vrijwel helemaal uit het niets, wat afdoet aan het verhaal.
 
Arndís Pórarinsdóttir, Hulda Sigrún Bjarnadóttir en Linde Faas: De flat aan het einde van de wereld, Volt, Amsterdam 2022, 320 p. : ill. ISBN 9789021468259. Vertaling van Blokkin á heimsenda door Willemien Werkman. Distributie L&M books


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri