5+ - Kabouterheks Hazel staat altijd klaar om iedereen in
het bos te helpen. Phoebe Wahl geeft de lezer een inkijk in haar dagelijkse
bezigheden doorheen vier verhalen, één in elk seizoen. We lezen hoe Hazel zich
in de lente bekommert om een achtergelaten uilenei. Dankzij haar goede zorgen
groeit de jonge uil, die ze Otis noemt, als kool en Hazel beseft dat hij
uiteindelijk zal moeten vertrekken. In de zomer ervaart Hazel dat de boog niet
altijd gespannen kan staan. Haar vrienden helpen haar om te leren genieten van
het mooie weer en een dagje lekker niets te doen. Wanneer ze in de herfst samen
met de zusjes Mol, de familie Muis en Newt de salamander op zoek gaat naar de
oorzaak van akelig gehuil dat uit een boomstronk komt, stuit Hazel op een
piepkleine trol. Die huilt hartstochtelijk omdat hij niemand heeft om samen mee
te eten. Het gezelschap schuift welwillend bij hem aan tafel en het verdriet is
snel vergeten. Tot slot volgen we Hazel in haar functie als dokter tijdens haar
huisbezoeken op een prachtige winterse dag. Op de terugweg naar huis wordt ze
overvallen door een zware sneeuwstorm. Wanneer ze uitgeput in de sneeuw gaat
liggen, is Otis plots daar om haar naar huis te brengen en knus in bed te
stoppen.
De
indeling per seizoen voelt aanvankelijk een tikkeltje kunstmatig en belerend
aan, alsof Wahl de kleuters vooral de belangrijke kenmerken van elk seizoen wil
bijbrengen. Maar al snel voel je de warme betrokkenheid tussen de bosbewoners en
hun vanzelfsprekende eenheid met de natuur. Zo heeft Hazel er vrede mee dat
Otis bij de andere uilen gaat leven: ‘Dus wierp Heksje Hazel een kushandje naar
de maan, en wenste dat Otis en zij elkaar ooit weer terug zouden zien.’ De
cirkel sluit zich iets te mooi wanneer Otis aan het eind van het boek opduikt
als redder in nood, precies op het juiste moment. Maar Wahls boodschap mag
duidelijk zijn: Heksje Hazel schonk Otis zijn vrijheid en juist hierdoor werd
hij een vriend op wie ze altijd kan rekenen.
Phoebe Wahl kleurt haar
illustraties erg nadrukkelijk in. Als basis kiest ze uiteenlopende groen- en bruintinten,
met hier en daar een beetje zwart ertussen, die haar affiniteit met bos en
natuur duidelijk zichtbaar maken. Daarnaast gebruikt ze rood, hemelsblauw,
zachtgeel en wit, kleuren die prachtig contrasteren bij de sobere basis en elke
illustratie uitnodigend laten sprankelen.
Wahl besteed veel aandacht aan
de uitwerking van de motieven in stoffen en de textuur van materialen. Het
interieur in Hazels huisje is een prachtig voorbeeld hiervan. Zo zijn de slijtageplekken
in het hemelsblauwe kussen van haar luie stoel haast voelbaar evenals de zachte,
warrige krullen van de schapenvacht die over de rugleuning hangt. Voor die
stoel ligt een stug gevlochten tapijt, dat je met een beetje verbeelding kan voelen
prikken onder je blote voeten. Het meest fascinerend vond ik de dubbelbladige
illustratie waar Heksje Hazel samen met vrienden op een vlot in het meer geniet
van de mooie zomeravond. Er ligt een donkerblauw waas over de illustratie die
kleuren dempt, alleen de lampjesslingers en lampions stralen er in volle
helderheid doorheen. Op een eilandje tussen het riet, speelt een orkestje. De
kabouter met de panfluit zit in een rolstoel van gevlochten twijgen. De wielen
zijn schijfjes van een boomtak, de jaarringen mooi zichtbaar. Het meer is
gevuld met bootjes, vlotten en bloembladeren vol enthousiaste luisteraars. Een
groene trol slurpt zijn cocktail uit een uitgeholde framboos, een elfenmeisje
danst met haar liefje, haar ogen gelukzalig gesloten. Op haar hoofd staat een
omgekeerde bloem als hoedje. Het is slechts een greep uit alle wonderlijke
details op deze illustratie. Je kan ernaar blijven kijken en je zal steeds
nieuwe verhalen ontdekken.
Phoebe Wahl: Heksje Hazel. Een jaar in het bos, Boycott,
Amsterdam 2022, 96 p. : ill. ISBN 9789492986481. Vertaling van Little Witch
Hazel: A Year in the Forest door Nicolette Hoekmeijer
deze pagina printen of opslaan