4+ - Linde Faas begint al haar eigen verhalen tot nu toe met
iemand die er even alleen voor staat. Soms heeft haar hoofdpersonage daar helemaal
geen last van, zoals Sam in De jongen en
de walvis. Evengoed vindt hij onverwacht een fantastische nieuwe vriend. In
Waar is Grote Broer? (Lemniscaat 2021) gaat Kleine Broers grote boer erg
lang van huis, waardoor hij zelf maar eens uit z’n isolement treedt en op pad
gaat. Met verlies van allerlei angsten, en opening naar de wereld. Alleen haar
eerste prentenboek, eveneens positief van stemming, Ik neem je
mee, eindigt minder gesloten happy. Je moet het als lezer nog wat
afmaken.
Ergens
in de sneeuw gaat door op het pad van de laatste twee prentenboeken,
opnieuw uitgebracht in extra groot formaat (25 x 33 cm), zodat ze als reeks de
kast in kunnen. Het is een ultralief, traditioneel kerstverhaal met een
daverend happy end. De titel geeft meteen al een van de elementen daaruit:
sneeuw hoort erbij, niets mooiers dan een witte wereld met kerst.
Alleen ziet die kerst er aanvankelijk niet echt gezellig
uit voor het hoofdpersonage Sofie. In haar appartementenblok zie je achter alle
ramen lichtjes, kerstbomen, aandacht, interactie en geknuffel. Overal is wel
een elementje van kleur; zij zit alleen voor het raam, met één zielig lichtje.
Het raam naast haar heeft een iets sterkere lichtbron: vaders computer, hij is
er niet achter vandaan te krijgen. Sofie besluit haar heil buiten te zoeken.
Faas zoemt iets uit, maar als je oplet, zie je dat vader registreert dat Sofie
vertrekt.
Ze
is op zoek naar magie, best lastig in een stad met allemaal hoge gebouwen. Maar
bijna aan de rand van de stad staat Sofie ineens tegenover een eland, ze mag
met hem mee. Magisch! Na een storm en daarna in de witte wereld hoort ze, meer
nog dan ze ziet, een allene boom. Ze besluit die samen met alle dieren
feestelijk aan te kleden. De natuur zit vol magie en de dieren kunnen die moeiteloos
vinden. De boom gaat stralen, net als de lantarenpaal op de eerste pagina’s,
maar dan (nog) mooier, het bos wordt er donker van. Helemaal geslaagd wordt het
als vader verschijnt, en als begeleidend natuurverschijnsel van het slotfeest het
noorderlicht, een explosie van kleur. Faas woont in het hoge noorden van Noorwegen,
dus dit schildert ze uit de eerste hand. Sofie heeft haar kerstgevoel te
pakken, dat is duidelijk.
Wellicht heeft Faas de eland niet alleen gekozen om zijn
geschiktheid voor een omgeving met veel sneeuw. In spirituele theorieën wordt het
dier gekoppeld aan veiligheid en bescherming, soms als een gids naar een rijker
leven.
Qua tekst is dit niet Faas’
sterkste verhaal. Enigszins geforceerd probeert ze kennelijk aloude
vertellersstemmen op te roepen met zinnetjes als ‘… trekt een bijzondere
stoet…’ ‘Ergens in de winternacht, aan de rand van een ijsblauw meer…’, ,
‘Ergens in de sneeuw […] staat een kleine boom te stralen…’. Ze is juist op
haar sterkst met heel weinig (of helemaal geen) woorden.
Maar de prenten zijn vaak weer zo fraai dat er meteen een
lijst omheen kan. Op de eerste twee sterke dubbelpagina’s gebeurt van alles,
leuk om dat bij tweede lezing met je/een kind eens lekker wat beter te
bekijken. Op de tweede is de tekst ook erg geslaagd in het beeld opgenomen. Die
tekst is in zwart of wit, afhankelijk van de ondergrond.
Mooi is de manier waarop Faas
Sofie kleurloos laat opgaan in het donkere van de stad of een storm om op
andere plekken juist te stralen met het roze van haar muts, het blauw van haar
jas en het rood van haar schoenen. De overgang van de stad naar de
sprookjeswereld is gaaf: links op de dubbelpagina zien we in het blauw nog wat
contouren van hoge gebouwen, rechts die van hoge sparachtigen. De sprookjeseland
voert haar met de truc van een storm die andere wereld in. Als Sofie gloeit van
geluk over wat ze samen met de dieren allemaal aan het doen is, kleurt de hemel
boven de bergtoppen roze. Ook voor een licht verdriet uit gemis vindt ze de passende
ruimte: een ijsvloer vol butsen en spiegeling.
Kortom: je krijgt wat je wilt als je uit bent op een
klassiek, sprookjesachtig kerstverhaal, met alles erop en eraan: sneeuw,
verbinding met de natuur, (herstel van) familiegeluk, een dappere, aanvankelijk
eenzame hoofdpersoon die op pad gaat om een ander te helpen. In de woorden van
Sofie: ‘Want iedereen die alleen is, verdient iets fijns.’ Met als gevolg dat
ze zelf ook niet meer eenzaam is. Over de positie van de vader kan nog wat
nagepraat worden. Is zijn meteen volop geaccepteerde verschijning op het eind niet
meer dan tamelijk slappe hap voor een harmonieus slot, of is er meer aan de
hand? Hoe weet hij haar zo snel te vinden in die andere wereld?
Linde Faas: Ergens in
de sneeuw, Lemniscaat, Rotterdam 2022, 32 p. : ill. ISBN 9789047713692
deze pagina printen of opslaan