‘Tijd is een
vloedgolf die alles wegspoelt, het nu en het vroeger. Daar komt iedereen die
wel eens nadenkt vroeg of laat achter. Ik ben van voor de oorlog. Tegenwoordig,
want er zijn te veel oorlogen als je het mij vraagt, moet ik erbij zeggen voor
wélke oorlog. De Trojaanse oorlog! De grootste oorlog ooit om de mooiste vrouw
ooit. Die oorlog.’
Imme Dros
heeft al vele verhalen uit de oudheid voor een niet klassiek geschoold,
Nederlandstalig publiek voor de vloedgolf van de tijd weten te behoeden. Binnen
haar uitgebreide en veelzijdige oeuvre nemen bewerkingen van de klassieken een
heel belangrijke plaats in. De reizen van de slimme man (Querido, 2000),
een jeugdroman die ze in 1988 publiceerde over een jongen die geïntrigeerd is
door het verhaal van Odysseus, zette Dros ertoe aan een eigen vertaling van
Homeros' Odyssee te maken (Odysseia. De reizen van Odysseus,
Athenaeum Polak en Van Gennep, 1991). Na het verschijnen van deze bestseller
maakte ze op basis van de Odyssee een eigentijdse roman en later ook op
basis van de Ilias. Als geschenk voor de jeugdboekenweek verscheen in
1996 De huiveringwekkende mythe van Perseus (Querido), de eerste van een
lange reeks hexametrische hervertellingen van de Griekse mythen, die de
daaropvolgende jaren in thematisch gegroepeerde bundels verschenen, prachtig
geïllustreerd door Dros' echtgenoot Harrie Geelen. In 2004 werden al deze
hervertellingen verzameld onder de titel Griekse mythen (Querido 2020),
dat op de achterflap terecht als leesavontuur én naslagwerk wordt omschreven.
Een aantal van deze verhalen zette Imme Dros ten slotte ook om in teksten voor
theater en opera.
Met de Aeneis
van Vergilius heeft Imme Dros voor het eerst een verhaal uit de Latijnse
literaire traditie onder handen genomen. Ze neemt er de lezer niet alleen mee
met de Trojaanse held Aeneas op een avontuurlijke zoektocht naar een thuisland,
maar ook met een zich ontwikkelende jongen. Deze bewerking, Mee met Aeneas, verscheen
oorspronkelijk in 2008 en is nu heruitgegeven onder de titel Naar een nieuw Troje. Mee met Aeneas. Het boek vormt een mooie gelegenheid
om het indrukwekkende 'klassieke oeuvre' van Imme Dros van naderbij te
bekijken.
Oorlog die
naar vrede leidt
Vergilius
vertelt in zijn Aeneis hoe Aeneas na de ondergang van zijn stad Troje
samen met zijn vader en zoontje en een groep vluchtelingen op zoek gaat naar
een nieuw thuisland. De keuze voor dat land is niet willekeurig, maar bepaald
door de oppergod Jupiter. Op hun vele jaren durende zoektocht ontmoeten de
Trojanen allerlei gevaren. Ze doorstaan hevige stormen, komen afschrikwekkende
monsters zoals de Kyklopen en de Harpijen tegen en moeten van plaats naar
plaats trekken voor ze hun eindbestemming, Latium, bereiken. Na een lange
oorlog met de plaatselijke bewoners, kan Rome eindelijk worden gesticht.
Belangrijk is dat Aeneas ook een aantal persoonlijke beproevingen moet
doorstaan die hem dreigen af te houden van zijn zending. De liefde van de
Carthaagse koningin Dido, die na het vertrek van de Trojaanse prins uit haar
land in wanhoop zelfmoord pleegt, is van die beproevingen niet de minste.
Hoewel het
verhaal over alle elementen beschikt die klassieke mythen tot geliefde
onderwerpen maken van hedendaagse jeugdauteurs (zoals monsters en goden die tot
de verbeelding spreken, oorlogen, verafgelegen streken en een liefdesgeschiedenis),
zijn van Vergilius' Aeneis beduidend minder hervertellingen gemaakt dan
van Homeros' Ilias, laat staan van de Odyssee. Wellicht speelt de
vrij gestileerde, volgens sommigen zelfs kleurloze karaktertekening van de
centrale held daarbij een rol, alsook de sterke verwevenheid van het werk met
de historische en politieke context, de regering van Romes eerste keizer
Augustus. Met diens overwinning op zijn politieke tegenstanders Marcus Antonius
en Cleopatra in 31 v.C. kwam er onder zijn bewind na een eeuw van
burgeroorlogen en onrust eindelijk vrede in het Romeinse Rijk. De woelige
periode die hieraan voorafging, vormt de achtergrond waartegen het bestaan van
Vergilius (70-19 v.C.) zich grotendeels afspeelde. Zijn laatste en grootste
werk, de Aeneis, is dan ook een epos over oorlog die uiteindelijk tot
vrede leidt, over het roemrijke lot dat Rome is toebedeeld en dat zijn
bekroning vindt in de heerschappij van Augustus.
Niet alleen is
de Aeneis sterk verweven met deze politieke context, ook kan het werk
niet los worden gezien van de eerste werken van de Europese
literatuurgeschiedenis, de Ilias en de Odyssee, die een achttal
eeuwen eerder na een lange periode van mondelinge overlevering -- professionele
zangers declameerden de liederen uit het hoofd onder begeleiding van de lier --
werden opgetekend door Homeros, een schrijver van wie we niet eens weten of hij
echt heeft bestaan. De legende van Aeneas vertelt gebeurtenissen na de oorlog
om Troje die in de Ilias beschreven staat en kroont op die manier de
Romeinse keizer en het Romeinse volk tot afstammelingen van het Trojaanse
heldengeslacht. Ook het thema van het epos doet aan Homeros denken. De
zoektocht naar een thuisland die in de eerste helft van de Aeneis
centraal staat herinnert aan Odysseus' tocht. Het tweede deel, waarin de oorlog
om het grondgebied Latium wordt beschreven, sluit dan weer nauw aan bij de
thematiek van de Ilias. Ten slotte zijn er ook heel wat stijlkenmerken
die Homeros in gedachten brengen, zoals lange en poëtische vergelijkingen.
Deze
'Homerische' kenmerken maken van Vergilius' Aeneis een kolfje naar Dros'
hand. Door haar hele 'klassieke' oeuvre heen is de stem van Homeros immers
hoorbaar, o.a. in de versvorm, de Homerische vergelijkingen en de talrijke
verwijzingen naar haar geliefde held Odysseus. In Naar een nieuw Troje
is dat niet anders. Dat blijkt duidelijk uit het feit dat Imme Dros de Griekse
benaming van de goden verkiest boven de Latijnse. Bovendien brengt dit boek in
zowat alle opzichten Dros' eigen Homerosvertellingen, de romans Ilios. Het
verhaal van de Trojaanse Oorlog en Odysseus, een man van verhalen (Querido,
resp. 2000 en 2010) in gedachten; te beginnen met de lay-out van het boek en de
suggestieve zwart-witillustraties van Harrie Geelen.
Vanuit een andere
tijd en een andere stad
Het meest
innoverende en ingrijpende kenmerk van deze drie romans, is dat het verhaal
wordt verteld door personages die vanuit een bijzondere positie naar de
gebeurtenissen kijken. In Ilios beschrijft en becommentarieert de oorlogsgod
Ares met een mengeling van fascinatie en afstandelijke ironie de strijd tussen
Grieken en Trojanen. In Odysseus worden verschillende personages aan het
woord gelaten; Odysseus zelf echter wordt bijna uitsluitend opgevoerd in de
verhalen en getuigenissen van andere personages, goden en mensen. Zeker voor
zijn zoon Telemachos, die nog een baby was toen zijn vader vertrok, geldt dat
de man van verhalen enkel bestaat bij gratie van wat anderen over hem
vertellen.
Ook het
verhaal van Aeneas wordt door Imme Dros vanuit een bijzonder perspectief
gepresenteerd. Het neemt de vorm aan van een ooggetuigenverslag van een
Trojaanse zanger, Arion. ‘Vanuit een andere tijd en een andere stad’ vertelt
hij zijn levensverhaal; hoe hij opgroeide in Troje, een belegerde stad, als
kind van een getalenteerde zanger en hoe hij het zelf, ondanks zijn ongeschikte
stem en in weerwil van zijn vader, maakte tot populaire bard.
‘Kijk er zijn
grote zangers, goede zangers en zangers die het goed doen bij een groot
publiek. Dat zijn misschien niet de beste maar ze worden het meest gevraagd. Nu
ik zo oud geworden ben dat ik de waarheid onder ogen durf te zien wil ik er wel
voor uitkomen dat ik bij de laatste groep hoorde.’
Arion brengt
het zelfs zo ver dat hij uitgenodigd wordt om aan het hof van de Trojaanse
vorsten te komen spelen. Daar wordt hij benaderd door de mooie prinses
Kassandra, die de toekomst ziet maar door niemand wordt geloofd. Zij voorspelt
Arion de ondergang van Troje en geeft hem de sleutel tot een vluchtweg met de
opdracht mee te gaan met de andere Trojaanse vluchtelingen, hen de tunnel te
tonen en om de gebeurtenissen te onthouden en vast te leggen in zangen. Wanneer
de Grieken met een list van de schrandere Odysseus Troje ten val brengen,
vlucht Arion samen met zijn ouders, Aeneas en een groep vluchtelingen de stad
uit, het begin van een lange en moeizame zoektocht naar een nieuwe thuis. Dat
niet de held en zijn moeilijke missie op de eerste plaats komen, maar wel het
leed van mensen op de vlucht na een oorlog, maakt deze hervertelling niet
alleen bijzonder, maar ook actueel en universeel.
‘Het was een
verschrikkelijke tocht, maar de wil om te leven bleek sterker dan honger,
dorst, pijn vermoeidheid en het verdriet om geliefden die achter waren
gebleven. We liepen als het donker was en probeerden overdag ergens te slapen.
Ik verloor elk besef van tijd en richting en ik was niet de enige. We gaven ons
over aan Aeneas die mogelijk wist wat hij deed. Vragen werden niet gesteld.’
Zoeken naar
een thuisland, zoeken naar zichzelf
Al even
kenmerkend voor Dros' hervertellingen is haar vrije omgang met de verhaallijn
van het origineel. Daar waar Homeros in de Ilias slechts een periode van
een 40-tal dagen uit de 10 jaar durende Trojaanse oorlog vertelt en de rest
door middel van flashbacks in herinnering brengt, geeft Dros in Ilios
een chronologisch relaas vanaf de oorzaken van de oorlog tot lang daarna. Ook
in Naar een nieuw Troje bespreekt de verteller de feiten in
chronologische volgorde waar dat bij Vergilius niet het geval is. Bovendien is
de aandacht er op een totaal andere manier over de verschillende gebeurtenissen
verdeeld dan in de Aeneis. Het vertrek van de Trojanen uit hun thuisland
komt pas in de helft van het boek aan bod, nadat Arion uitgebreid over de
oorlog en de ondergang van zijn stad heeft verteld. De Aeneis begint
daarentegen aan het hof van Dido, een van de laatste haltes voor de Trojanen de
kusten van Italië bereiken. Aeneas vermaakt er de koningin met verhalen over de
oorlog om Troje en het relaas van zijn omzwervingen. De oorlog in Latium, die
de helft van de Aeneis inneemt, komt bij Dros dan weer heel kort aan bod.
Hetgeen meer
of minder aandacht krijgt in Dros' vertelling, wordt sterk bepaald door het
hoofdpersonage Arion, die de gebeurtenissen observeert en interpreteert:
‘Terwijl
iedereen in de grote zaal alleen aandacht had voor het gebraad en de handen
uitstak naar wat voor hem op tafel lag noteerde ik hoe de koningin haar hart
verloor aan de brave Aeneas.’
Daarbij tracht
Arion zich in te leven in de drijfveren van de verschillende personages, vooral
de beslissingen van Aeneas kan hij moeilijk vatten:
‘Ach waarom
kon Byrsa voor Aeneas niet het nieuwe Troje zijn en waarom wilde hij niet
blijven toen Dido hem de stad zo ongeveer aanbood en hijzelf zo ongeveer
verliefd op haar was geworden?’
Aeneas heeft
een missie te volbrengen die hem door het lot, of zo je wil de goden, is
ingegeven. De kwaliteiten die daarvoor nodig zijn kan je best weergeven met het
Latijnse pius, een moeilijk vertaalbaar woord dat meestal als 'vroom'
wordt vertaald. De held van Vergilius' epos verschilt zo in hoge mate van de
individualistisch ingestelde Homerische helden met hun vast omlijnd karakter,
zoals de vindingrijke Odysseus; of om het met de woorden van Arion te zeggen:
‘Maar als held
deugde hij van geen kant. Er was niet eens een behoorlijke bijnaam voor hem te
verzinnen. [...] Al die helden waren uniek en door een karaktertrek,
eigenschap, wat dan ook van anderen te onderscheiden. Maar Aeneas was Aeneas en
wat moest je met een heldenfiguur die als bijzonderheid meebracht dat hij nooit
een voet dwars zette, dat hij offerde aan de juiste goden op de juiste dagen,
dat hij gehoorzaam op weg ging om een nieuw Troje te stichten, dat hij
plichtsgetrouw zijn best deed, [...] dat alles bracht me niet op een betere
benaming dan braaf of vroom.’
Evenzeer als
de gebeurtenissen rond en na Troje, volgt de lezer zo van nabij Arions
persoonlijke ontwikkeling van tiener tot volwassene. Uit verscheidene andere
adolescentenromans, zoals De zomer van dat jaar uit 1980 (Querido, 1991)
en De reizen van de slimme man (1988 - Querido, 2000), is al gebleken
dat Dros zich perfect kan inleven in opgroeiende tieners. Net zoals Odysseus
is Naar een nieuw Troje dan ook evenzeer een hervertelling van een klassiek
epos, als een moderne bildungsroman. In Odysseus zien we Telemachos, een
zwakke en onzekere jongen wiens jeugd en karakter worden bepaald door de
afwezigheid van een vaderfiguur, opgroeien tot een volwassen en weerbare man.
Het karakter van Arion is van een heel andere aard. Arion is een durver -- zijn
naam betekent 'manmoedig' --, iemand met een sterke wil en een rijke fantasie.
Dat maakt dat hij het als zanger zo ver brengt ondanks de tegenkanting van zijn
vader omwille van zijn ongeschikte stem.
Anders dan bij
Telemachos is Arions vader een heel aanwezige figuur, iemand naar wie hij kan
opkijken, voor wie hij zich wil bewijzen en tegen wie hij zich kan verzetten.
Ook de ontdekking van de liefde speelt een bepalende rol in de ontwikkeling van
Dros' jonge hoofdfiguren. Voor Arion is zijn ontmoeting met de intrigerende
zieneres Kassandra bepalend. De hele tijd ziet hij haar voor zich en hoopt hij
haar weer te ontmoeten. Voor Arion is de zoektocht naar een nieuw thuisland
tevens een zoektocht naar liefde, die hij ziet in een ideaalbeeld van
Kassandra, en ook naar zijn eigen identiteit.
Er worden in Naar
een nieuw Troje heel wat thema's aangehaald die ook in Dros' andere
bewerkingen van de klassieken zijn terug te vinden, zoals overmoed, liefde,
oorlog, verhaalkunst en lotsbestemming. Met een zanger als hoofdpersonage wordt
bijvoorbeeld weergegeven hoe verhalen en geloof ontstaan op een dunne grens
tussen waarheid, overdrijving en fantasie:
‘Mijn moeder
kon het onzin vinden, maar ik onthield wat de mensen zeiden. Want dat was wat
ze wilden horen! [...] Zangers hebben de goden nodig; ze kunnen niet zonder. Ik
kan het niet vaak genoeg zeggen. In de lange dagen op het water kreeg ik een
overvloed aan verhalen te horen en mijn vader en ik maakten alles nog mooier
dan het al was, de mannen werden heldhaftiger, de gevaren groter, de vijanden
sterker.’
Dros brengt
moeilijke thema's raak aan en roept vragen op bij de lezer zonder daarbij
belerend of dwingend over te komen. Daartoe dragen zeker de heldere en
eenvoudige taal en stijl bij. Ontdaan van alle ballast heeft de taal van Dros
een natuurlijkheid die op ongekunstelde manier tot nadenken kan aanzetten. Een
boek van Imme Dros is een feest voor de Nederlandse taal. Binnen een kort
bestek bespeelt ze moeiteloos alle registers, over spreektalig, humoristisch
naar poëtisch en zelfs episch. Rake dialogen, eenvoudige aftelrijmpjes en
liedjes wisselen probleemloos af met poëtische versregels.
Naar een
nieuw Troje beschikt over
alle kwaliteiten die we van een bewerking van een klassiek epos en van een
jeugdroman mogen verwachten. Van Arion weten we dat er grote schrijvers zijn,
goede schrijvers, schrijvers die het goed doen bij een groot publiek en
schrijvers die alles hebben. Imme Dros heeft nog maar eens bewezen dat ze tot
de laatste groep behoort.
Imme Dros,
Harrue Geelen: Naar een nieuw Troje, Querido, Amsterdam 2022, 216 p. : ill.
ISBN 9789045128382. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan