4+ - Bijna alle kinderen vinden
dinosaurussen geinig. Daar speelt dit prentenboek handig op in. Een jongen zit
met een boek op een bank. Aan zijn voeten ligt een zeer tevreden reus van een
dino. Boven de bank hangen foto’s van de rest van het gezin: moeder, vader,
broertje, dan weten we dat ook gelijk. De blik van de jongen is sceptisch: wat
moet ik met dat beest? In het boek staan handige tips, lezen we op de cover
(teksten op covers, foto’s, naambordjes en dergelijke zijn vertaald). En dan
komen ze: blikopener, koffiemaler, notenkraker, stamppotstamper, als glijbaan
bij je zwembad, inbrekersopvanger, tuinman, paraplu en ga zo maar door.
Niet altijd zijn
dino’s handig, soms is het opletten geblazen, bij voorbeeld als ze op je kleine
kind passen. Sommige dingen moet je ze nooit laten doen, zoals je picknickmand
dragen. Maar verder dus: als je scherp oplet, kun je ze van alles voor je laten
doen, zeker als je goed voor ze zorgt. Het hele dorp heeft plezier van die
beesten! Tja, en als je zo’n beest nou toevallig niet hebt, dan ga je toch voor
een ander dier. De jongen zit weer, met sceptische blik, op de sofa, nu omringd
door een stelletje dieren, de een nog bijzonderder of uitgestorvener dan de
ander. Maar dat is dan weer een ander boek.
Dit al wat oudere prentenboek is
het eerste hier vertaalde werk van zowel auteur als illustrator. Het is een
degelijk werkje, zonder veel literaire of artistieke neigingen. De tekst leunt vooral
op opsommingen. Er zijn misschien iets te veel gebruiksvoorbeelden, en ze komen
wat te vaak uit het volwassenencircuit. Soms is er een schuingedrukt woord om
de lezer een beetje gezellig te sturen. De lol zit ’m in het verzinnen, dat
weliswaar een beetje kraakt, maar juist dingen die ‘niet kunnen’, kunnen een
lach tevoorschijn toveren.
Zeker als de
illustrator, die verder vrij braaf alle mogelijkheden uitbeeldt, er geintjes in
gooit. Reusachtige poten die nagenoeg tegelijk koffiebonen, noten en stamppot
pletten. Of eekhoorntjes die door de lucht vliegen als de dino aan het
bladblazen is. De inbreker is zo’n lekkere karikatuur van een binnensluiper,
door het raam, met masker en een zak in z’n hand. De dino als schoolbrigadier. Of
als boomsnoeier: de kruin verandert naar een klokhuis. Een walrus met een inktvis
over z’n kop. Als de dino aan het sneeuwschuiven is, tekent Jack allerlei
grappige wanten over de hoorntjes. Vader leest Jurassic Park.
Het enige echte hoogstandje is
de sterke dubbelpagina met de dino als paraplu. Strakke verticalen botsen op de
breed neergezette dino. Daaronder is het voor iedereen droog; een paar
figuurtjes, aan de rand en op de dino, hebben een beetje pech.
Intussen heb je ook
nog veel geleerd. Er zijn allerlei soorten dino’s. Je hebt ze in het groot en
in het klein, gedrongen of langgerekt, met een platte, puntige, gehoornde snuit.
Wie weet, nodigt het nog uit tot wat opzoekwerk, want dinosaurus is natuurlijk
een verzamelnaam. Een gezellig prentenboek.
Linda Bailey, Colin Jack: Als je
toevallig een dinosaurus hebt, Condor, Amsterdam 2022, 40 p. ISBN 9789464530292.
Vertaling van If You Happen to Have a Dinosaur. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan