10+ - Vliegen
als een bij is het eerste kinderboek van de Duitse toneelschrijver Roland
Schimmelpfennig. Hij laat de lezer gedurende één dag binnenkijken in het leven van
een jongen die ernstig door zijn ouders verwaarloosd wordt. De jongen beleeft
zijn dag als een bevreemdende game, waarin fantasie en werkelijkheid door
elkaar vloeien. Elk obstakel waar hij voor staat, is een level dat gehaald moet
worden.
Een
eerste grote uitdaging waar deze jongen voor staat wanneer hij ontwaakt, is
accepteren dat er weer een nieuwe, waarschijnlijk moeilijke dag voor hem ligt.
En daar verdient hij al meteen een wonderlijke bonus mee. Hij verandert immers
in een bij, vliegt naar buiten en ontdekt een fascinerende rode bloem. In level
twee moet hij heelhuids het huis uit geraken en zijn opvliegende ouders
trotseren. Hij haalt het, maar als ontbijt vindt hij enkel een appel om mee
grissen en bovendien vergeet hij zijn boekentas. Dat zorgt voor spanning in het
derde level, waar hij aan de huiswerkcontrole van de juf moet ontsnappen. Maar
ook hier kan hij op een transformatiebonus rekenen en vliegt als bij het
klaslokaal uit. De volgende twee levels geven een griezelig tintje aan de game.
Eerst moet de jongen weerstand bieden aan de Zeeman, die in de buurt als
kinderlokker beschouwd wordt en daarna neemt hij het op tegen een jongensbende
die zijn telefoon wil stelen. Het allermoeilijkste level is ongetwijfeld het
zesde. De dag loopt hier op zijn einde en de jongen moet opnieuw naar huis,
zijn ouders onder ogen komen. Natuurlijk is in dit level een bonus te
verdienen. Hij mag als bij even gaan schuilen in zijn geliefde rode bloem. In
level zeven zal blijken dat thuis zelfstandig een blik ravioli klaarmaken een
hele uitdaging kan zijn.
Opvallend is dat dit boek geschreven is vanuit het
jij-perspectief, waardoor de lezer extra getriggerd wordt om zich in te leven
in de ervaringen van de jongen. Vooral zijn belevenissen als bij zijn erg
gedetailleerd, haast poëtisch, verwoord. Prachtig is de beschrijving van zijn
eerste vliegervaring, op weg naar de rode bloem. ‘Je vliegt recht omlaag,
precies op de rode stip af. Als in een duikvlucht suis je naar beneden. Je
voelt de wind in je nietige bijenhaartjes. Je voelt je geweldig, maar dan
schiet het je te binnen dat je nog niet weet hoe je met remmen.’
Schimmelpfennig weeft
de ernst van de verwaarlozing in korte zinnen doorheen de tekst. Zo flitsen er
een aantal losse gedachten door de jongen heen, terwijl hij zijn uiterste best
doet om toch nog op tijd op school te komen. ‘Je vader en moeder komen ‘s ochtends
hun bed niet uit. Ze kunnen er niet uitkomen. Het lukt ze gewoon niet.’ ‘Je
moeder doet al weken geen was meer.’ ‘Je vader heeft al vier jaar geen werk
meer en je moeder meestal ook niet.’ Ook wanneer de jongen ’s avonds thuis
komt, schemert de moeilijke gezinssituatie doorheen zijn ervaringen. ‘Je vaders
bierflesjes liggen nog steeds op de grond.’ ‘Je hebt honger als een paard. Je
doet de koelkast open -- en de koelkast is leeg.’ Maar het is duidelijk dat de
auteur toch vooral de veerkracht van deze jongen op de voorgrond wil zetten. De
typische fijne, zwarte lijntekeningen van Stefan Yamá Cab vullen de tekst in
dit opzicht perfect aan omdat ze, net door hun sobere stijl, de kwetsbaarheid
van dit kind en het grauwe verdriet dat het met zich meedraagt op een delicate
manier zichtbaar maken.
Dit verhaal geeft een verhelderende inkijk in de
ontwikkeling van copingmechanismen bij kinderen in een traumatische situatie.
De game met zijn levels is een originele vondst. Maar nog mooier is de
transformatie tot bij, als allerlaatste redmiddel bij te hoog oplopende
spanning. Die stelt de jongen in staat om in zijn hoofd echt weg te vliegen van
zijn problemen,.om ’s morgens en ’s avonds even te gaan schuilen, emotioneel
bij te tanken in die sprookjesachtige rode bloem. Op deze manier creëert dit
kind voor zichzelf een veilige cocon.
Op het einde van het verhaal
komt de Bijenkoningin -- ze lijkt een beetje op een fee -- op het bed van de
jongen zitten. Ze luistert naar zijn zorgen en knuffelt hem. Meermaals herhaalt
ze hoe ‘bijzonder’ hij is en ze verzekert hem ervan dat hij altijd de
mogelijkheid zal hebben om een bij te worden. Opnieuw zien we hier het kind in
al zijn facetten, kwetsbaar en krachtig tegelijkertijd. Het is in staat om voor
zichzelf te creëren wat het in de realiteit zo intens mist: een liefhebbende
moeder die het door alle volgende dagen zal loodsen en het zal beschermen, zo
vaak als nodig.
Roland Schimmelpfennig, Stefan Yamá Cab: Vliegen als een bij, Ploegsma,
Amsterdam 2023, 80 p. : ill. ISBN 9789021684949. Vertaling van Die Biene im
Kopf door Esther Ottens. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan