Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 4, APRIL 2024

Bette Westera, Henriette Boerendans (ill.): Dichter bij de seizoenen

door Bea De Koster

10+ - Bette Westera en Henriette Boerendans hebben samen een kalenderboek gemaakt, en wat voor een! Bij de aanvang van ieder seizoen krijg je hetzelfde landschap met een houten huis tussen de velden en weiden, in telkens weer een ander kleurenpalet. Alsof je in ieder seizoen een foto zou nemen vanuit hetzelfde standpunt. In de lente dwarrelen de bloesemblaadjes door de lucht, in de winter glanst de bevroren vijver en snuffelt de vos in de sneeuw op zoek naar voedsel. Boerendans, die zich in houtsneden heeft gespecialiseerd, maakt het zich niet gemakkelijk. Behalve het feit dat de houtsnede een zeer bewerkelijke techniek is, moet je in spiegelbeeld werken en rekening houden met beperkingen qua arcering, vorm en kleur. Toch doet de kunstenares volop haar voordeel met de grovere afdrukken en de scherpe contrasten die sterke beelden opleveren. Via de dieren en planten die ze opvoert in steeds wisselende uitsnijdingen en composities zorgt ze voor veel variatie in de prenten bij de verschillende maanden. Zonder al te veel realisme weet ze mooi het gevoel te vatten dat door de gedichten wordt opgeroepen.  

En die gedichten van Bette Westera zijn zondermeer een krachttoer. Aan de ene kant moet ze haar woordenschat aanpassen aan haar jonge lezers, aan de andere kant heeft ze zichzelf de uitdaging opgelegd om verschillende versvormen te beoefenen. En dan moet het gedicht uiteraard passen bij een van de twaalf maanden met alles wat daar typisch voor is. Een lammetje in maart, een bloesemtak van Van Gogh in april, de langste dag in juni waarop een reekalfje in het gras op zijn moeder ligt te wachten. Dat laatste gedicht is geschreven als een pantoum, een dichtvorm uit Maleisië waarbij telkens twee regels uit het vorige vierregelige vers worden herhaald. Als dat niet toepasselijk is voor zo’n lange dag waarop de zon maar niet wil ondergaan. Verder zijn er ook nog een acrostichon, een rondeel, een tanka en vier haiku bij de vier seizoenen. Want haiku horen in Japan vaak bij zo’n rol met een natuurtafereel dat in de tokonoma hangt en bij ieder seizoen verwisseld wordt. Er zijn ook een aantal uitvindsels van Drs.P, zoals de spicht, een smaldicht dat op de rug van een boek moest worden afgedrukt. Met als extraatje dat de zesde regel uit één woord moest bestaan. Dat korte gedicht, met de titel ‘Gehakketak’, geef ik graag even mee als voorbeeld:
 
‘In de bossen
klinkt het kloppen
van de grote
bonte specht,
 
die een gat gaat
hakketakken
waarin zij haar
eitjes legt.’
 
Ook hier weer een mooi gedicht en subliem gevonden: een spicht over een specht.
 
Achteraan in de bundel worden de illustraties en gedichten van iedere maand nog een keer dwars naast elkaar gezet zoals bij een wandkalender. Met de uitleg van de versvorm erbij. Zeer helder en bevattelijk geeft Westera de lezer de regels mee van een kwatrijn, een rondelet, een sonnet en al die andere versvormen met hun alliteraties en voeten en binnenrijm. De liefde voor taal en ritme krijg je er gratis bij. Ronduit schitterend.
 
Bette Westera, Henriette Boerendans: Dichter bij de seizoenen, Gottmer, Haarlem 2024, 47p : ill. ISBN 9789025778361. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri