9+ - Eten
en gegeten worden, daar draait het om in het dierenrijk en daar draait het voor
een groot deel om in het dierendoodboek van auteur en illustrator Stern
Nijland. Zij laat echter zien dat zowel het leven als de dood meer omvattend
zijn. In veel boeken over dieren wordt de dood vluchtig genoemd of beschreven,
maar nog niet eerder verscheen zo’n complete encyclopedie voor kinderen, die enkel om dit
onderwerp draait.
Het boek start met een mooi schutblad:
Een wereldkaart vol dierensilhouetten. Daarna volgt een overzichtelijke en
uitgebreide inhoudsopgave die laat zien hoe diep de auteur haar lezer in het
onderwerp zal onderdompelen. Roofdieren, aaseters, kannibalen, parasieten,
oplichters. Er zijn voor dieren vele manieren om aan hun einde te komen. En
stuk voor stuk zijn het pilaren in de kringloop van het leven. Geen enkel
onderwerp wordt daarbij geschuwd.
Zo geeft Nijland eerst uitleg over het ecosysteem en de
voedselketen. Daarna komen allerlei manieren van voedselverwerving langs,
waarbij het ene dier uiteindelijk altijd het andere (deels) opeet. Ook
opoffering blijkt in de dierenwereld vrij normaal te zijn, omdat voor sommige
dieren het voortbestaan van de groep belangrijker is dan het individu.
Daarnaast zijn er dieren die nutteloos worden en direct sterven nadat zij zich
hebben voortgeplant, zoals sommige bijensoorten, de hengelvis en de zalm.
Omdat er veel dieren lijken te zijn die mogelijk vormen van
rouw laten zien, draait het in een van de hoofdstukken om de emoties van
dieren. Zo zijn er eksters die dode soortgenoten begraven, mensapen die lijken
te rouwen om overleden soortgenoten en wolven die tekenen van rouw vertonen.
Ook olifanten staan vaak stil bij hun overleden familieleden. Ze komen terug
naar het dode dier en lijken er over te waken. In dit deel van het boek stelt
Nijland een belangrijke vraag: weten dieren wat dood is? Over deze vraag
mag de lezer zelf nadenken, want een echt antwoord is er (nog) niet.
Ieder hoofdstuk is op eenzelfde manier opgebouwd. De
stukken tekst worden afgewisseld met weetjes. Zo kom je te weten ‘dat de grijze
reuzennachtzwaluw zich overdag heel goed vermomt als afgebroken tak om niet
gezien te worden en dat walvissen goed zijn voor het zeemilieu: ze kunnen
evenveel co2 opslaan als duizend bomen’. Ook wordt er regelmatig een
tip gegeven, zoals: ‘Kies je eieren bewust: biologisch en met 3 sterren voor
een beter leven’. Nijland maakte levensechte, gedetailleerde
illustraties bij haar eigen teksten. Ieder dier dat afgebeeld wordt, is
voorzien van een klein kader met informatie over de soort, het leefgebied, het
formaat en het voedsel wat ze eten.
Een van de laatste hoofdstukken
is confronterend gewijd aan de mens. De manier waarop de mens leeft, blijkt
regelmatig funest voor dieren. Door ons toedoen kan een hele voedselketen
uitsterven. Daarnaast leven en sterven miljarden dieren wereldwijd door veeteelt
en intensieve visserij. Na al het door de mens veroorzaakte leed, komen tot
slot een paar dieren langs die het vaak of soms winnen van de mens. Onder
andere insecten, parasieten en slangen maken jaarlijks vele menselijke
slachtoffers. Zelden hebben krokodillen, haaien, leeuwen, nijlpaarden en
olifanten een mens te pakken. Als het hen tóch lukt, loopt het helaas vaak
slecht af voor beide partijen.
Stern Nijland maakte een uniek en heel volledig boek,
boordevol rijke taak, waarbij moeilijke woorden niet uit de weg gegaan worden
en waarbij taboes worden besproken. De lezer blijft achter met een hoop stof om
over na te denken. Een must in de schoolbibliotheek of natuurlijk de eigen
boekenkast.
Stern Nijland: Het dierendoodboek, Lemniscaat, Rotterdam 2024, 87 p. :
ill. ISBN 9789047715887
deze pagina printen of opslaan