5+ - Twee schatjes van ratjes, het is een typische titel voor het duo Van
Os-Van Lieshout: speels, klankrijk, een tikkeltje ondeugend én met een ‘ongerijmde’
combinatie. Ratjes zijn toch geen schatjes?
De twee ratjes waar het in dit
boek om gaat heten Knoop en Knaas. Het zijn de twee neefjes van Tante
Dominante, die haar naam allerminst gestolen heeft: ze is heel erg bazig. Maar
vooral is ze dol op brood met stroop en brood met kaas. Wanneer ze uit werken
gaat, legt ze haar boterhammen in een stevige kooi van kippengaas. Ze
waarschuwt haar twee neefjes dat ze het heel erg zullen betreuren als er iets
met haar boterhammen zou gebeuren. Natuurlijk proberen haar twee schatjes
tijdens haar afwezigheid het gaas kapot te maken, maar wat ze ook doen, dat
lukt niet. Uitgeput en gefrustreerd komt hun ondeugende kant pas echt naar
boven en krijgt het verhaal een draai waar kinderen dol op zijn. Natuurlijk is
de hebberige tante de pineut.
De twee schrijvers zorgen voor extra voorleesplezier door
de ritmische en klankrijke versvorm waarin ze hun verhaal gieten. Niet alleen
Tante Dominante heeft haar naam niet gestolen. Het spreekt vanzelf dat Knoop en
Knaas ook dol zijn op stroop en kaas. De regels waarin dit duidelijk wordt
bieden een sterk staaltje van klankspel (oo - o; aa - a, e - e, k-k-k-k) :
‘Knoop was dol op stroop/ en Knaas was knettergek op kaas.’ Klankrijk en
ritmisch zijn ook opsommingen als ‘Bijten, schoppen, knijpen, prikken’ of ‘Ze
duwden, porden, trokken, sjorden’. Het metrum geeft de tekst een prettige cadans,
maar wel met voldoende variatie om niet in een dreun te vervallen. Ook het
rijmschema is gevarieerd, met afwisselend gepaard, gekruist en omarmend rijm of
een schema xaya (twee van de vier regels rijmen). Dit is knap vakwerk, zonder
rijmdwang en met af en toe een verrassende rijmvondst zoals in ‘Dan ook voor
onze tante niet! […] ‘Ziezo, nu staan we quitte.’
De helft van de
aantrekkingskracht van dit boek steekt in de illustraties van Thé Tjong-Khing.
Wat mij betreft had zijn naam dan ook even groot op de cover mogen staan.
Voortdurend speelt hij een spel met de tekst. Op de cover zien de ratjes er
inderdaad schattig uit, maar je ziet ze al meteen ook ondeugend in actie. Ook
hun mimiek en houding op het titelblad is meesterlijk: de vermoorde onschuld in
levende lijve. De prenten bevatten ook enkele fraaie staaltjes van visuele
ironie, waarbij ze in schijnbaar contrast staan met de tekst. Wanneer tante de
twee neefjes ‘een flinke, vette vis’ geeft als beloning omdat ze zo braaf
waren, zie je in haar hand twee graten. Overigens weten de kijkers en
luisteraars dat Knoop en Knaas helemaal niet zo braaf geweest zijn. Op de
laatste dubbele pagina zorgt het spel tussen tekst en illustraties voor extra
leedvermaak.
Thé
Tjong-Khing toont zich ook een meester in het uitdrukken van emoties. Alleen al
het oog van de tante straalt boosheid en dominantie uit. Verder gebruikt hij
kleuren als geel, rood en oranje en verschillende houdingen om haar terreur
vorm te geven. Ten slotte zijn ook de decors indrukwekkend. Tante en haar
neefjes wonen ‘heel gezellig / in een slordig stukje stad. / Het heette daar De Stort, / een toplocatie voor een
rat.’ De grijze en blauwe vuilniszakken die Thé tekent, lijken wel bergen in
contrast met de kleine ratten. In de grijze zak valt voor de kijker van alles
te ontdekken, van een legoblok tot een vaatkwast. Maar ook op de grond ligt
rommel, waarbij Thé speelt met de actualiteit en de waarneming van de kijker:
je ziet een blauw mondmasker en iets dat eruit ziet als een baksteen met mos of
gras erop, maar een schuursponsje blijkt. Hij geeft ook een knipoog naar zijn
eigen vak met een uitgeknepen tube acrylic verf.
Kijk- en luisterplezier
verzekerd.
Erik van Os, Elle van Lieshout, Thé Tjong-Khing: Twee schatjes van ratjes,
Gottmer, Haarlem 2023, 30 p. : ill. ISBN 9789025776435.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan