Vanaf twaalf jaar

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Goedele Ghijsen: Onderstroom

door Jan Van Coillie

12+ - ‘Ik moet gek zijn. De nacht was aardedonker. Opnieuw verdronk ik in de nachtmerrie, ging ik kopje-onder in de ijskoude rivier, zoog de oerkracht van de onderstroom me naar de bodem.’  

De eerste zinnen zijn altijd een uitdaging voor een auteur. In dit geval sleuren ze je als lezer meteen mee in de gedachtestroom van de ik-figuur. Als ze ontwaakt uit haar nachtmerrie, beslist Aylin om terug te duiken in het verleden, in een poging in het reine te komen met het drama dat haar leven zo grondig overhoop haalde. Het openingsfragment is op grijs papier gedrukt, net als vijf andere passages in het heden waarin Aylin met haar vier vrienden van vroeger de confrontatie aangaat met het verleden en met zichzelf. De grijze tint beklemtoont de duistere kant van het verhaal, de kant van de wraakgedachten en de worsteling met alles verzengende schuldgevoelens, pijn en verdriet.
 
De grijze pagina’s knopen de fragmenten uit het verleden vakkundig aan elkaar. Dat verleden speelt tijdens enkele hete zomerdagen in een klein grensdorp. De vijf jongelui uit het dorp hangen rond bij een kapel aan de rivier, de enige plek waar hun ouders hen niet in de gaten kunnen houden. Om de verveling te verdrijven, gaan ze een weddenschap aan, waarbij elk een opdracht moet geven aan een ander. Het begint met een inbraak in de kapel, waar ze hun mobieltjes opsluiten. Terwijl de opdrachten steeds gewaagder worden, wordt hun kring plots doorbroken door de komst van Kyra, die haar tentje vlak bij ‘hun’ kapel opzet. Kyra komt van over de grens, heeft de ogen van een wolf, een échte tattoo en heel veel lef. Al snel blijkt echter dat achter haar pantser een breekbaar en gekwetst iemand schuilt. Bij Aylin roept ze heel verwarde gevoelens op, die haar uiteindelijk compleet overrompelen, maar tegelijk haar plaats in de groep bedreigen. Wanneer Kyra op Aylins aandringen een ultieme uitdaging aangaat om in de groep opgenomen te worden, loopt het helemaal fout.
 
Net als in haar debuut, Vluchtweg, slaagt Goedele Ghijsen er met verve in om de relaties binnen een groep jongeren scherp te typeren, net als de onderstroom van emoties en spanningen. Dit alles door de blik van de ik-verteller Aylin, sterk gekleurd door haar drang om erbij te horen en haar angst om uitgesloten te worden. De auteur houdt de vaak heftige emoties goed in de hand door meer te suggereren dan te expliciteren, door te focussen op lichaamstaal en door een beeldrijke taal. Illustratief voor dit laatste is de manier waarop ze angstgevoelens typeert:
 
‘De angst probeert uit te breken, schudde met de tralies rond mijn hart.’; ‘We keken/ de angst/ schouder aan schouder/ in de ogen.’; ‘tussen ons meer dan genoeg ruimte waar de angst kan blijven hangen.’
 
Heel af en toe kan ze haar stijl wel nog iets verder uitdunnen. In zinnen als ‘Lucas’ toon klonk hard’ of ‘Elide keek me streng aan’ kan de lezer de emotie in de adjectieven zelf uit de context afleiden. Daarentegen zijn de fragmenten in versvorm wel een krachtig middel om zowel sfeer als gevoelens intens te verwoorden. Lees maar hoe ze met enkele woorden (gekleurd door herhaling, contrast, klank- en woordspel) de sfeer aan het begin van die dramatische zomer oproept:
 
‘Een eindeloze,
Broeierige
Zomer
met zeeën van tijd:
tijd om grenzen af te tasten,
tijd om te groeien.’ In die ‘zomer van
durven en doen
werd het wij tegen zij.
Zij,
dat waren onze ouders,
die ons altijd en overal zagen.
Die altijd zaagden […]
Wij trokken naar elkaar.
We trokken ons er niets van aan.
Dachten we.’
 
Maar ook in ‘gewoon’ proza weet ze sfeer uit te drukken: ‘Het was die dag zo heet dat alle geluiden wegvielen, de hele wereld leek stil te staan.’
 
Vergeleken bij haar debuut werkt Goedele Ghijsen haar plot steviger uit. De lijnen uit verleden en heden haken precies in elkaar, wat de spanning hoog houdt. De twee lijnen bieden de lezer ook een boeiende inkijk in de manier waarop het drama ingewerkt heeft op de karakters van de jongeren. Toch bleef ik hier wat op mijn honger zitten. Voor mij had de auteur de complexe persoonlijkheden van Aylin en Kyra verder mogen uitdiepen en zo nog meer diepgang mogen geven. Wel sterk is de behoedzame manier, zonder nodeloze explicitering, waarop ze de toenadering tussen Aylin en Kyra beschrijft, maar ik had de spanningen en de aantrekkingskracht tussen beiden nog meer willen voelen zinderen. Ook had ik nog dieper willen doordringen in hun motieven, achtergrond en emoties. Op dit vlak kan de auteur zeker nog groeien.
 
Dat de uitwerking van de plot de aandacht van de lezer blijft vasthouden, ligt ook aan de vele motieven die de auteur als extra draden door het verhaalweefsel werkt, motieven als meedoen of uitgesloten worden, angst, schuld en boete, liefde en seksualiteit. Soms weet ze die motieven te verwerken in zinnen die door hun compactheid meteen raken: ‘Kyra leerde me wat overgave was: vertrouwen, verstrengelen, verbinden.’
 
En dan is er nog het onderliggende motief uit de titel, de onderstroom waaraan de lezer meerdere invullingen kan geven: de letterlijke van de gevaarlijke stroming in een rivier of de figuurlijke van de diepere lagen van het verhaal of van de karakters in dat verhaal. Dat Goedele Ghijsen ook die onderstromen aanboort, maakt haar verhalen zo boeiend.
 
Goedele Ghijsen: Onderstroom, Davidsfonds/Infodok, Antwerpen 2023, 135 p. ISBN 9789002277832. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri