4+ - Wie weet vond de Franse auteur Alex Cousseau inspiratie in ‘Goudlokje en de drie beren’? Dan zette hij in elk geval het beroemde sprookje op zijn kop. Hier wordt het meisje niet door de beren uit hun huis gejaagd, maar verwelkomt zíj drie berenbroers in haar huis.
De beren komen van ver,
ze hebben een lange en gevaarlijke reis achter de rug, nadat ze uit hun huizen
werden weggejaagd. Een meisje dat alleen in het bos woont, biedt hun onderdak.
De drie beren maken het wel bont en op de koop toe snurken ze vreselijk, maar
tegelijk maken ze het huis heel gezellig. Ze brengen het meisje aan het lachen
en bakken pannenkoeken. Ze organiseren ook een picknick voor iedereen in het
bos, maar behalve een bevriende vleermuis komt er niemand opdagen. Dat zorgt
voor twijfels bij het meisje: ‘Als mijn buren de berenbroers niet mogen, wat
betekent dat? Moet ik oppassen voor ze, omdat ze ergens anders vandaan komen.
Moet ik ze het huis uit zetten?’ Het zijn prangende vragen die ook de lezer
zich kan stellen. Tegelijk beseft het meisje dat de beren haar leven een nieuw
elan gaven, wat de auteur mooi verwoordt:
‘De fluitketel fluit weer van ’s
ochtends tot ’s avonds en mijn woonkamer lijkt wel een open plek in het bos
waar de zon en de maan feestvieren.’
Met haar vriend de vleermuis
gaat ze bij de buren langs, maar ofwel geven die niet thuis ofwel bestoken ze
haar met clichés: ‘Dat zij hier niks
te zoeken hebben. Dat als het zo doorgaat, het bos hun speeltuin wordt.’
Ondertussen repareren de berenbroers de schommel en maken
ze vogelhuisjes. Maar dan klopt op een lentedag een agent aan de deur die naar
hun vergunning vraagt. Die nacht wordt hun huis in brand gestoken. De broers
voelen zich schuldig en willen meteen vertrekken. Het meisje gaat met hen mee
en uiteindelijk komen ze terecht op een plek waar ze welkom zijn. Dit hoopvolle
slot wordt afgebeeld in twee illustraties over dubbele pagina’s, zonder tekst,
alsof woorden op die plek onnodig zijn.
De vluchtelingenproblematiek is
actueler dan ooit in de kinderliteratuur. In dit prentenboek wordt die op een
originele en voor jonge kinderen inleefbare manier aangebracht. Het verhaal van
de drie beren maakt op een speelse manier duidelijk hoe ze het leven van wie ze
met open armen ontvangt kunnen verrijken en roept tegelijk vragen op over onze
houding tegenover en relatie met migranten. Het verhaal heeft niet alleen een
sterke emotionele en ethische inslag, maar spreekt ook aan door de humor, die
soms een absurd karakter heeft. De drie beren stellen zich bijvoorbeeld voor
als de ‘vier’ berenbroers:
‘Hoezo vier? Jullie zijn toch met z’n drieën? Vraag
ik.
‘Ja’, antwoordt de
eerste en hij gaat aan tafel zitten.
‘Nee,’ mompelt de tweede met
zijn mond vol taart.
‘Misschien omdat we eten voor vier,’ zegt de
derde, die zijn bord al leeg heeft.’
Vanaf dan noemt het meisje hen ‘Ja, Nee
en Misschien’. En ook dat zorgt weer
voor humor, zoals die keer ‘dat Misschien “ZEKER! ZEKER!” Bleef roepen na het
eten van blauwe paddenstoelen’. Grappig, maar tegelijk met een diepere
boodschap is het fragment waarin de beren tegen de agent zeggen dat het meisje
‘Welkom’ heet, haar naam staat immers op de mat voor de deur.
De illustraties van Anne-Lise
Boutin lijken beïnvloed door de Oost-Europese kinderboekenillustratoren die in
de tweede helft van de vorige eeuw furore maakten. Opvallend zijn de robuuste
beren met hun expressieve mimiek en houdingen die vriendelijk boven het kleine
meisje uit torenen. De achtergronden zijn ofwel wit ofwel egaal gekleurd in
zachte tinten geelgroen of lichtblauw. Planten nemen een belangrijk deel van
het decor in, waarbij takken zich vrolijk over de pagina’s kronkelen. Op de
slotprenten versterken die de feestelijke sfeer die bij een hartelijk welkom
hoort. Je krijgt er zowaar een warm gevoel van, wat helemaal past bij de
boodschap die het boek wil meegeven.
Alex Cousseau, Anne-Lise Boutin:
De berenbroers, Gottmer, Haarlem 2023, 36 p. : ill. ISBN 9789025777821.
Vertaling van Les frères Zzli. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan