10+ - In Briefjes
voor Pelle (Luitingh-Sijthoff 2020) toonde Marlies Slegers al hoe ze de
wirwar van emoties die in jongeren leeft in de juiste woorden weet te vangen. We moeten je iets vertellen geeft een
intieme inkijk in de complexe gevoelswereld van de dertienjarige Hazel, die behoorlijk
wat op haar bordje krijgt. De beginnende puberteit maakt haar onzeker, wat door
haar schisis alleen maar erger wordt. En dan is er nog die jongen van school op
wie ze stiekem een oogje had en die beweert dat ze niet kan zoenen. Op een dag
vertellen haar ouders dat ze gaan scheiden. Een donderslag bij heldere hemel.
De geplande gezinsvakantie in Italië wordt geannuleerd en de gezinsleden
brengen los van elkaar hun zomer door om alles even te laten bezinken. Ze ‘zijn
verspreid als pluisjes van een paardenbloem […] Ieder in een eigen
windrichting.’
Tegen haar zin wordt Hazel naar oma gestuurd op het eiland. De lezer voelt haar
boosheid. Ze vreest immers voor een saaie zomer en is vooral boos op papa, want
hij drong het meest aan op een scheiding. Maar op de veerboot naar het eiland ontmoet
ze Kean, die zijn neef Raaf vergezelt. Raaf heeft autisme, maar voor Kean maakt
dit niets uit. ‘Hij is gewoon net wat anders. Of eigenlijk: hij is vooral
zichzelf.’ De vonk tussen Kean en Hazel springt onmiddellijk over. Op het
eiland treft Hazel een verwarde oma aan in een verwaarloosd huis en tot Hazels
verbazing heeft ze de oude, blinde hond Vincent onder haar hoede genomen.
Het wordt een
broeierig warme zomer waarin zowel Hazel als Kean steeds meer durven toegeven
aan hun gevoelens voor elkaar en oma mentaal steeds verder aftakelt. Kean is een
zachte, dromerige jongen, die van filosofie en poëzie houdt. Hij geeft Hazel
het mooiste compliment dat ze kan krijgen: ‘En dat van die hazenlip… Jij bent
echt niet minder mooi daardoor. Het geeft jouw gezicht iets… eigens.’ Oma’s dementie
treedt steeds duidelijker op de voorgrond, maar Slegers weeft hier vleugjes van
haar levenswijsheid doorheen. In het bijzondere gezelschap van oma, de hond Vincent,
Kean en Raaf gaat Hazel steeds beter beseffen hoe belangrijk het is dat elk
individu zichzelf kan en mag zijn. De grote uitdaging is verder durven kijken
dan de rigide normen die onze maatschappij oplegt.
Tegen deze achtergrond vindt Hazel een stapel ongeopende brieven
in het Frans die aan haar vader gericht zijn. Gaandeweg ontdekt ze dat deze van
papa’s eerste grote liefde, een jongen, afkomstig zijn. Uit afkeuring hield opa
ze destijds achter. Mama, ondertussen op de hoogte van papa’s geheim, vraagt
Hazel aan de telefoon de brieven aan papa te bezorgen. Daarmee leert ze haar
dochter een prachtige maar aartsmoeilijke les over de liefde: ‘Soms is iets of
iemand loslaten het liefste wat je kunt doen.’
Aan het einde van het boek maakt
het verhaal een behoorlijke sprong in de tijd. Je krijgt een inkijk in Hazels
leven één jaar na haar vakantie op het eiland. Oma is intussen overleden,
Hazels ouders zijn effectief – en voorbeeldig –gescheiden. De samenhorigheid
van het gezin blijft prioritair voor hen, mama lijkt de nieuwe situatie
volledig geaccepteerd te hebben en ze geniet met volle teugen. Papa heeft in
een handomdraai zijn jeugdliefde in Frankrijk opgespoord en ze pikken de draad
van hun relatie zomaar weer op. Jammer dat Slegers zo krampachtig naar een
rooskleurig einde toe werkt na een voorts genuanceerde verhaalopbouw.
Marlies Slegers,
Jeska Verstegen: We moeten je iets vertellen, Luitingh-Sijthoff, Amsterdam
2023, 232 p. : ill. ISBN 9789021031798. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan