14+ - Vier romans en meer dan vijftig verhalen schreef de Britse
auteur Sir Arthur Conan Doyle rond het personage Sherlock Holmes en zijn ‘assistent’
Dr. Watson. In verreweg de meeste van de geschiedenissen is Dr. Watson de
verteller. Het is een geheide truc in de ouderwetse speurdersroman: er is de
buitengewoon intelligente en snel deducerende en analyserende detective en de
helper/assistent/vriend die precies de goede vragen stelt, verbazing
tentoonspreidt en zo nog duidelijker maakt hoe briljant de speurder wel niet is.
Die speurder roept op een bepaald moment dat het mysterie/de moord/de misdaad
is opgehelderd; voor de aanwezigen en de lezer komt dit als een complete
verrassing. Dan volgt een uitgebreide uitleg (vaak iets te uitvoerig).
Een heel legertje al dan niet parodiërende schrijvers en televisie-
en filmmakers heeft de formule gekopieerd, maar de eer komt eigenlijk toe aan
Auguste Dupin, de speurder van Edgar Allan Poe. Deze, door Holmes overschaduwde
speurder komt even aan de orde, want de rivaliteit onder speurders is sterk.
Dr. Watson denkt Holmes te plezieren door op te merken dat zijn methode doet
denken aan Dupin, Holmes vindt het maar een belediging. Ook het opvoeren van de,
cliché geworden, minder slimme politieman stamt uit deze tijd, eind 19de,
begin 20ste eeuw. Holmes kan maar weinig waardering opbrengen voor
de mensen van de Yard. Nou, eventueel kunnen er twee nog wel mee door: Gregson
en Lestrade, maar allebei zullen ze er in het verhaal behoorlijk naast zitten,
hoe hard ze ook hun best doen.
Een studie in rood is het eerste boek van Arthur
Conan Doyle en levert de kennismaking met Holmes en Watson. Watson is net
teruggekeerd uit het Midden-Oosten en zoekt niet al te dure woonruimte. Een oud-vriend
wijst hem op een zekere Holmes, die graag een woning zou willen delen met
iemand. Ze vinden samen een gerieflijk huis. Holmes lijkt een soort werk te
hebben. Nu en dan verschijnt er iemand met een vraag of een boodschap. Holmes
blijkt ‘adviserend detective’ te zijn, met als geweldige troef: de deductie!
Het meeste lost hij gewoon thuis op.
Op een dag roept Gregson zijn
hulp in. Er is een Amerikaan vermoord, en hij heeft geen echte
aanknopingspunten. Holmes besluit zowaar eens te gaan kijken, Watson gaat mee
en zal dat daarna steeds blijven doen. Het is een leerzaam uitstapje voor de verteller.
Hij ziet hoe Holmes op straat al, bij de oprit van en in de kamers van het huis
van alles opmerkt, en het bloed traceert. Ook raapt hij een hoopje grijs stof
op. Het meetlint komt tevoorschijn, evenals het beroemde vergrootglas. Op een
bepaald moment roept Holmes dat hij het mysterie opgelost heeft, en met een
slimme truc arresteert hij de moordenaar.
Nu de uitleg nog. Die komt pas
een pagina of vijftig verderop. Eerst volgt een lange geschiedenis, waarin het
levensverhaal van een man (de moordenaar, horen we later). Het is verweven met
dat van de mormonen in Utah. Twee mannen uit die gemeenschap hebben zijn
aanstaande ontvoerd en toegevoegd aan het ‘harem’ van een van de twee, met
desastreuze gevolgen. Daar is het motief.
Net als in het twee jaar geleden
verschenen, uniform gepresenteerde, Arsène Lupin,
gentleman-inbreker is de illustrator van dienst de veelzijdige Vincent Mallié. Het
bekendst is zijn stripreeks ‘Le Grand Mort’ (2007-2019), met scenario’s van
Loisel en Mitildjian. Je kunt hem strikken voor sprookjes, sciencefiction en
fantasy. En dus ook voor klassiekers in wat een reeks lijkt te worden. Een derde
boek staat op het punt van verschijnen: Het vreemde verhaal van dr. Jekyll
en meneer Hide.
Op het omslag staat nog een redelijk kekke Holmes. Op de schutbladen en
een aantal keer binnenin zien we Holmes zoals hij bekend geworden is: met pijp,
pet met klep voor en achter, geruite capejas, stok. Mallié tekent hem een
beetje stijf en tuttig, met zo’n slap tasje om ook nog es. Zoals hij er trouwens
ook al uitzag in Arsène Lupin, maar daar interpreteerde ik het als
tegenstelling tot de zwierigheid van Lupin. Mallié vindt kennelijk dat dit
Holmes is, meer dan zijn enthousiasme over sommige wetenschappelijke zaken en
zijn briljante geest is er eigenlijk niet. Holmes is, in tegenstelling tot
Lupin, flierefluitend noch onweerstaanbaar.
Dat statische is ook een beetje terechtgekomen in de
tekeningen. Die geven vaak situaties: een man die ligt met een paar rechtop
staande toeschouwers. Een vrouw starend over de vlakte. Mormonen met
cowboyhoeden op een rotsblok of stil op hun paard. Een enkel schilderij treft
wel, zoals de dubbelpagina met de mormonen op de vlakte. Soms is er enige
actie, bijvoorbeeld als Lucy, zo heet de aanstaande echtgenote van de latere moordenaar,
met haar paard vast komt te zitten tussen de koeien. En ook als de
straatschoffies in beeld zijn. Samen vormen ze een geestig hulplegertje van
Holmes, ze zijn zijn ogen en oren, en verdienen er wat mee.
Het boek kan nog net een beetje
meeliften op de populariteit van de BBC-serie Sherlock (2010-2017), die
binnenkort van Netflix af gaat. Wel hebben we daar een heel snel en actierijk
verhaal, met Holmes en Watson in het moderne Londen. Ik kan me niet voorstellen
dat veel jongvolwassenen heel warm worden van het traag vertelde historische verhaal.
Maar goed, je kunt ook gewoon liefhebber zijn van het werk van Mallié. En een
hier en daar fraai geïllustreerde, redelijk geprijsde editie kan het leven van
de klassieker verlengen of functioneren als nummer voor de leeslijst op school.
Het boek is tegelijkertijd verschenen in het Frans, Engels en Nederlands.
Sir Arthur
Conan Doyle, Vincent Mallié: Een studie in rood, Davidsfonds/Infodok, Antwerpen
2023, 124 p. : ill. ISBN 9789002278204. Vertaling van A Study in Scarlet door
Debbie Nieberg/Vitataal. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan