‘Overal
ter wereld redden vogels zich dankzij hun buitengewone en verbazingwekkende
vaardigheden.’
De inleiding
van dit bijzondere boek verraadt al dat de lezers een mooie reis zullen gaan
maken. We ontdekken tijdens het lezen hoe het voelt om een vogel te zijn en
vliegen samen met verschillende soorten door de lucht. Meestal dan, want niet
alle vogelsoorten kunnen vliegen en ook de wandelende keizerpinguïns laten van zich horen.
Na de korte
inleiding, stappen twintig vogelsoorten één voor één het podium op. Het
roodborstje en de specht zijn waarschijnlijk voor bijna iedereen bekend, maar de
geelbroekmanakin, de zwartrugfluitvogel en de honingspeurder zijn vogelsoorten
die mogelijk niet direct in het hoofd opkomen. Ook zij verdienen het om eens uitgebreid in een
boek voor te komen. Hoewel ze enkele kenmerken gemeen hebben, vertelt ieder van
deze vogels een uniek verhaal.
Bijvoorbeeld het
verhaal van de grote albatros, die zigzaggend over de zee vliegt en kan ruiken
waar zijn volgende maaltje zich bevindt. De vogels leggen duizenden kilometers
boven het water af, om voldoende eten te vinden. Ook de honingspeurder heeft
een goed reukvermogen. Op een kilometer afstand, kan dit Afrikaanse vogeltje de
bijenwas uit een wild bijennest ruiken. Dit laat hij weten aan een mens, die de
honingraat uit het nest haalt en een deel achterlaat voor het vogeltje. Wat een
bijzondere samenwerking tussen mens en dier.
Niet alle vogels uit dit boek
worden geroemd om de manier waarop ze overleven. Zoals de raaf, een van de
intelligentste vogelsoorten, die in deze context voornamelijk opvalt omdat hij
zo goed kan spelen! Voor de lol glijdt een groep raven van een besneeuwde
heuvel af, om weer naar boven te lopen en het opnieuw te proberen.
Iedere soort heeft haar eigen bijzondere eigenschap en de
manier waarop beide makers ze voorstellen, maakt enthousiast. Ze laten zien dat
ze zelf gek zijn op vogels en de verhalen die zij vertellen, zorgen ervoor dat
ook de vogelliefde van de lezer wordt aangewakkerd. Zowel de tekst als de
illustraties zijn gedetailleerd, kleurig en warm.
Tim Birkhead is ornitholoog, een
wetenschapper die vogels bestudeert. Zijn enorme kennis levert een boek vol
fascinerende feiten en levendige teksten op. Zo leef je extra mee met het
patrijzenvrouwtje dat doet of ze gewond is. Op die manier is ze een jagende vos
te slim af en zorgt ze ervoor dat de vos haar nest met kuikens niet kan vinden.
Er zit veel beweging
en leven in de indrukwekkende illustraties van Catherine Rayner. De eend
dobbert niet zomaar op het water maar duikt onder terwijl de bubbels om hem
heen opborrelen. De raven suizen op hun borst van een besneeuwde heuvel af en
de slechtvalk maakt een pijlsnelle vlucht over de bladzijde (aan wel 300 km per
uur!). Ook de laplanduil zit niet rustig op een takje, maar komt recht op je
afvliegen als je de spread op p. 20 en 21 bereikt hebt.
Dit boek is heerlijk voor ieder
vogelaarskind, maar ook voor iedere andere lezer die van bijzondere en leerzame
dierenverhalen houdt. Door middel van deze positieve natuurdocumentaire op
papier, groeit je (her)waardering voor vogels. Want zó voelt het dus om een
vogel te zijn.
Tim Birkhead en Catherine Rayner: Zo voelt het om een vogel te zijn,
Lemniscaat, Rotterdam 2024, 48 p. : ill. ISBN 9789047715221. Vertaling van What
it is like to be a bird door Steven Blaas
deze pagina printen of opslaan