6+ - De Canadese Sydney Smith toonde ons al eerder zijn
uitzonderlijk talent om emoties in beelden te vangen. Zijn illustraties in Ik praat als een rivier lieten geen
lezer onberoerd. Voor Klein in een grote stad, het eerste
prentenboek dat hij ook zelf schreef, mocht hij een Zilveren Penseel in
ontvangst nemen in 2023. In 2024 kreeg hij ook voor De tuin van mijn Baba een Zilveren
Penseel. En als kers op de taart werden zijn illustraties bekroond met de
prestigieuze Hans Christian Andersen Award 2024 voor illustratoren.
In Weet je nog? liggen een moeder en haar
zoontje slapeloos naast elkaar in een donkere slaapkamer. Beurtelings halen ze
herinneringen op aan gelukkiger tijden. Mama vertelt hoe ze met papa en hem
picknickte in het groen. Het jongetje herinnert het zich nog haarscherp toen
hij zijn eerste grote fiets kreeg. En mama moet denken aan het moment van die
hevige storm: de elektriciteit viel uit en het was opa’s oude olielamp die
warmte en gezelligheid in huis bracht.
Maar dan komt het jongetje met
de donkere herinnering aan de dag waarop ze hun huis moesten achterlaten en
naar een plek ver weg verhuisden. Mama probeert die herinnering luchtiger te
maken: ‘Maar jouw beer wees ons de weg door de stad, helemaal tot aan hier, tot
in ons nieuwe huis.’ Tevergeefs, want ze liggen allebei verdrietig voor zich
uit te staren. Plots staat het jongetje op, opent het raam en tuurt naar de
stad in het ochtendlicht. Een idee borrelt naar boven:
‘We kunnen zeggen: “Weet je nog,
de eerste ochtend in ons nieuwe huis. We waren met z’n tweeën, jij en ik. We
hoorden het geluid van de bussen. We roken de geur van de bakker aan de
overkant. En de zon kwam op boven de stad. Het was net een sprookje.”’
Smith weet hier de
pure eenvoud naar boven te halen die de gedachtegang van een jong kind typeert,
prachtig vertaald door Edward van de Vendel. Uiteindelijk kruipt het jongetje
weer in bed bij zijn moeder, die ondertussen in slaap gevallen is. En een tel
later liggen ze allebei rustig te slapen.
De tekst rept met geen woord
over papa die achterblijft, maar in de prent zie je hem voor het huis staan en
de auto nawuiven. De interpretatie van dit afscheid laat Smith aan de lezer
over. Is het een tijdelijke situatie of gaat het om een definitieve
relatiebreuk? Evengoed zou dit een verhaal over vluchtelingen kunnen zijn. Op
een subtiele manier ervaar je dat mama de band met papa hoe dan ook niet
helemaal wil doorknippen. Zij neemt immers het initiatief om mooie
herinneringen aan hun tijd samen als gezin op te halen en ze geeft haar zoon de
nodige ruimte om hetzelfde te doen. De enorme veerkracht van dit jonge kind
wordt hier bijzonder mooi in de verf gezet.
De prenten gaan verder dan het
illustreren van de tekst. Zo is er de prent waar papa op zijn hurken zit, het
hoofd lichtjes naar voren gebogen, zijn ellebogen rusten op zijn knieën. Zijn
ogen zijn voor de lezer verborgen onder de zware wenkbrauwen en hij perst zijn
lippen samen tot een dunne streep. De rechter mondhoek krult verkrampt een
tikkeltje omhoog. In zijn handen houdt hij een bruine knuffelbeer met een
aandoenlijke rode neus. Je ziet en voelt pijn en eenzaamheid. Diezelfde beer
reist mee als gids op het dashbord van de auto. Later staat hij op een stapel
verhuisdozen tegen de muur van de slaapkamer. Je kunt in die chaos ook een blauw
en wit geruite picknickdeken, opa’s olielamp en een rode fiets ontdekken. Op de
laatste prent ligt de beer in bed tussen mama en haar zoon. Het koesteren van
dierbare herinneringen kan energie geven om opnieuw te beginnen.
Ook in dit boek toont
Sydney Smith zich een meester in het spelen met licht. Symbolisch sterk is de
overgang van nacht naar dag in de loop van het verhaal. De logge, bruinzwarte
duisternis die op het wakker liggende tweetal lijkt te drukken, evolueert naar een
wonderlijke mengeling van gelige en grijze tinten. In de laatste prent schijnt
een mysterieus heldergrijs ochtendlicht over de slapende moeder en haar zoon. Hun
voorzichtig positief evoluerende toekomstperspectief wordt zo subliem in beeld
gebracht. De dubbelbladige prent van het jongetje dat in profiel voor het raam staat,
raakte mij het meest. Door de gesloten gordijnen priemt aarzelend een zacht licht
waarin je de stofjes door de kamer ziet dansen. Zijn voorhoofd, neus en kin
vangen de zachte glans van het licht, terwijl de rest van zijn hoofd en lichaam
nog in de schaduw van de duistere kamer gehuld zijn. Hij kijkt met een ernstige
blik, de lippen op elkaar geklemd. Een trekje van papa? Er lijkt, heel subtiel ,een
traan langs zijn wang te lopen. Hoop en stil verdriet, onlosmakelijk verbonden
in een enkel beeld.
Sydney Smith: Weet je nog?, Querido, Amsterdam 2024, 48 p. : ill. ISBN 9789045129877.
Vertaling van Do you remember? door Edward van de Vendel. Distributie L&M
Books
deze pagina printen of opslaan