9+ - Luca is net z’n beste vriend Rayan kwijt. Diens ouders gingen
scheiden, waardoor hij erg ver weg is gaan wonen. Nu dreigen Luca’s ouders,
twee papa’s, ook uit elkaar te gaan. Ze lopen zich aan elkaar te ergeren en
Luca hoort ze ruzie maken. Hij ziet maar één oplossing: weglopen. Hij hoopt dat
ze daardoor stoppen met scheiden (zoals hij het formuleert).
Lorenzo, zijn veertienjarige
broer, wil niet mee, die vindt het maar een sukkelachtige en zinloze actie.
Luca hangt dan maar een briefje op bij de supermarkt. Gezocht: een niet bange
en avontuurlijke beste vriend tussen de acht en de tien jaar. Die meldt zich na
een aantal dagen, Imane, een pittige, stoere meid die hij al eens bij de super
had gezien. Imane is vooral bezig antireclame te maken voor de verkoop van het
huis in het bos van haar opa (door bijvoorbeeld, tot verdriet van haar moeder,
een 0 achter de verkoopprijs op het prikbord van de super te zetten). Ook zij
is bezig met een wegloopactie: haar opa uit het verzorgingshuis wegsmokkelen
zodat hij kan genieten van dat boshuis. Daar heeft ze hulp bij nodig.
Imane is enig kind,
ze woont bij haar moeder, die veel aan het werk is. Haar vader herinnert ze
zich niet. Die is op een dag weggegaan, ze was toen nog maar één jaar. Ze is al
wat verder in haar ontwikkeling en zelfstandiger dan Luca, een sterk en
initiatiefrijk meisje zoals je in aardig wat jeugdromans tegenkomt. Luca groeit
door haar, en ook door de ontwikkelingen op beide fronten.
Vrij bekend van motieven en opzet
dus, met de impact van echtscheiding en opa/oma in een verzorgingshuis. Heel
spectaculair is het verhaal ook niet. Het weghalen van opa blijkt een fluitje
van een cent: Imane jat een pasje uit de zak van een enigszins onsympathieke
hogere medewerker (zo’n type dat je vaker tegenkomt in dit soort instellingen).
Daarna krijgen ze zonder dat ze dat weten hulp van binnenuit, van de megasympathieke
verzorger Mano. Er is het bekende net niet gepakt worden, de terugkeer naar de
bezorgde ouders, het inzicht en het volbloed happy end. De scheiding is
onvermijdelijk, maar zal in alle redelijkheid gaan verlopen. Luca’s papa’s gaan
zeer waarschijnlijk niet ver uit elkaar wonen. Het vinden van een beste vriend
is goed gelukt. Beide helden stralen op de laatste pagina.
Er is een duidelijke moraal: sommige
dingen gebeuren nu eenmaal, maar kinderen moeten zich veilig en prettig blijven
voelen. Soms kun je dat, vooral dankzij je vriend(en) een beetje sturen, vriendschap
is een belangrijk motief. Die wordt wel wat kinderlijk voorgesteld, met de
nadruk op ’beste vriend’.
Dit is de eerste keer dat Lammers een lang verhaal voor wat
oudere kinderen schrijft. Het is eenvoudiger en vlakker van taal dan die van
zijn poëzie en prentenboeken. Dit langere-baanwerk leest lekker, maar het is
slechts hier en daar kleurrijk, en vaker puur gericht op een realistische
weergave, een heldere moraal en gemakkelijke herkenning van de problemen en de
reacties daarop. Lammers is bovendien met enige regelmaat te expliciet,
waardoor de lezer niet echt de kans krijgt actief te lezen.
Het boek doet daarmee enigszins
ouderwets aan, zij het dat voor veel lezers wel nieuw zal zijn dat het hier een
scheidingsverhaal betreft rond twee papa’s. Lammers laat zien dat dat precies
dezelfde ellende oplevert. Dat past natuurlijk helemaal in zijn straatje als
ambassadeur van aandacht en respect voor diversiteit in gezinsvormen en gender.
Let hierbij ook op de namen: Luca en Mano kunnen gebruikt worden voor jongens én
meisjes. Imane is een meisjesnaam. Alle drie de namen hebben overigens een
opvallende en positieve betekenis, respectievelijk ‘licht’, God zij met ons’ en
‘geloof, vertrouwen’.
De makers kozen voor tekeningen
in zwartwit. Alle uitbundige kleuren van de cover zijn opvallend weg als je bij
de titelpagina bent, waar de omslagtekening herhaald wordt. Sophie Pluim begeleidt
in het algemeen het realisme van de tekst. Zo tekent ze papa Mike als een vrij strakke
man, de managementadviseur. Papa Sam is de creatieveling, die zich gedraagt als
kunstenaar en een baard en een kek staartje krijgt. Er zitten wat
bladvullinkjes in (een vogel, de ingrediënten voor wentelteefjes, een eekhoorn),
maar ook enkele (wel goeie) portretten. Pluim tekent Imane pas als ze een
afspraak heeft met Luca. Na een tekening over twee pagina’s waarop je Luca
enigszins bescheten op een steen ziet zitten, bijna verloren tussen de bomen,
toont ze haar een pagina later krachtig, zelfbewust en actiebereid. Alleen Mano
wordt een beetje opgeblazen tot een hollywoodheld: zijn liefde voor de ouderen
en zijn nooit inzakkende humeur bezorgen hem eeuwig vrolijke ogen en een bevroren
tandpastasmile. De vrouw die hij liefdevol voortduwt, heeft een gezicht dat
alleen maar uit vouwen bestaat. De groei van Luca is goed te volgen. Ziet hij
er op de eerste prenten steeds tamelijk bezorgd uit, op het eind straalt hij. Kortom:
wat je leest, zie je. Dat is in orde natuurlijk, maar niet echt spannend.
Een
vriendelijk, helder verhaal, dat wel te veel gebaande paden volgt.
Pim Lammers, Sophie
Pluim: Wegloopdagen, Querido, Amsterdam 2024, 224 p. : ill. ISBN 97890130576.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan